Homepage

Eilanden in de Bismarck Archipel
Tekst en foto's: Kristine Hannon
Reistijd: september - oktober 1998

 

 

 

     

Start Papua Nieuw Guinea

Amboin-Munduku-Yimas

Timbunke - Sepik river

Dorpen aan de Sepik

Chambri lakes

 

 

 

 

 

Bien river en Muschu island

Hermit Atol

Bismarck Archipel

Southern Highlands

Tari - Port Moresby

       
Lorengau op Manus Island, Tong Island (Hornos Island group).

Om 08u15 worden we aan wal gebracht voor een bezoek aan Lorengau, hoofdplaats van de provincie Manus. Er is een postkantoor, een bank en een toerismebureau. Verder zijn er enkele winkels. Vandaag is het marktdag, alle goederen liggen uitgestald op tafels of op de grond onder de overdekte galerijen.

De plaatselijke supermarkt is de volgende halte. Ik maak een praatje met Patrick die elke dag 20 kilometer te voet aflegt om hier te komen werken. Patrick zit aan de balie waar je tijdens het winkelen je rugzak kan afgeven. Hier in Lorengau worden toeristen vriendelijk onthaald, ze hebben vertrouwen in de Christelijke manier van omgaan met vreemdelingen en ze vinden de onderlinge communicatie zeer leerrijk.

We bezoeken nog het Harbourside hotel, waar ik een interessant boekje vind over Antarctica.

Markt te Lorengau

 

We zetten onze weg verder en varen naar het prachtige Tong eiland.
Het dorpje dat we bezoeken ligt aan de rand van de lagune, door twee landtongen gescheiden van de zee.

We varen de dorpelingen achterna die ons met hun kanootjes verwelkomen. Verbazingwekkend mooi is dit, de zee getooid in alle tinten blauw en contrasterend de lagune in alle tinten groen. Schitterend!

Witte stranden wisselen af met door kokosschelpen bedekte oevers, allen omzoomd door hoge palmbomen. We gaan aan wal via een houten loopbrug, wandelen door het palmenwoud en bereiken het schooltje. Nadien varen we een eindje terug naar een paar houten huisjes waar eilanders bezig zijn met de dagelijkse bezigheden.

Aan het strand gaan we snorkelen in het zwembad van de oceaan.
De buit is een paar stukjes koraal en enkel mooie schelpen.

Terwijl de rest een rondvaart doet van het eiland, spelen Celine en ik als kleine kinderen op de schommel aan een boom boven het water.

Helder water bij de Tong Island

Eens terug aan boord vertrekken we richting provincie New Ireland, een eilandengroep met als provinciehoofdplaats Kavieng.  Op weg daarheen gaan we naar Tsoi Island en passeren we New Hannover. Over dit eiland doet een grappig verhaal de ronde.

Op het einde van de jaren zestig, toen er sprake was van een verenigd land ‘Papua’, onafhankelijk van Australië, waren de inwoners van New Hannover niet onverdeeld gelukkig met die plannen.
Ze deden een grote inzamelactie bij alle inwoners en kregen een bedrag van 2000 dollar bijeen.
Ze schreven een brief naar Johnson, toenmalig president van de USA en boden hem de 2000 dollar aan om hem te overhalen hun leider te worden.
Is het waar, ik kon het nadien niet achterhalen….

Ondertussen zijn we al een eind gevorderd, en zagen ‘en passant’ de aangekondigde passage van een satelliet, hoog tussen de sterren.

Tsoi Islands, Kavieng op New Ireland.

Wakker om 05u30 om mijn dagboek bij te werken. Mijn schrift ligt op de vensterbank en liggend en buiten kijkend pen ik mijn schrijfsels neer. Plots zie ik net naast mijn venster op nog geen drie meter van mij een dolfijn opduiken!! Een paar keer na elkaar. Het duurt enkele seconden voor het tot me doordringt wat ik nu precies heb gezien. Vlug gris ik mijn camera mee en loop naar het dek. Maar jammer genoeg is het te laat.
Het is tot op vandaag een moment dat ik nog steeds voor mijn ogen zie, om nooit meer te vergeten!

Om 08u15 vertrekken we richting de Tsoi eilanden. Zoals de meeste exotische eilanden hier is dit terug een adembenemend plekje onder de tropische zon (en een hevig onweer!). We varen tussen de twee eilanden door om op het strand vóór de Mansava Guesthouse aan wal te gaan.

De ligging is schilderachtig mooi met paalwoningen en houten veranda, voeten in het zand. Om van Kavieng naar hier te varen duurt het ongeveer 90 minuten voor de prijs van 160 kina (ongeveer 40 euro). Ter plaatse kun je snorkelen, duiken, zwemmen, bushwalking of excursies doen. De guesthouse kost 80 kina per nacht (20 euro)overnachting en 3 maaltijden inbegrepen (internet opzoeking leert me vandaag dat de prijs nu 65 euro bedraagt).
We wandelen een beetje langs het strand. Honderden mini krabbetjes koersen weg en weer over het zand, hun huisjes meeslepend op hun ruggetje.
Grote, keiharde zeesterren met kloppend (!) hart liggen op het warme strand.

sombere dag op Tsoi Island

en nog regen ook op Tsoi Island

We voelen hun hart als we ze op de palm van onze hand houden.
Het hevige onweer dat in de verte al merkbaar was, komt dichterbij. Plots valt de regen met bakken uit de hemel. Ik word gewenkt door een dorpeling, ik kan bij hem schuilen. Het huisje is piepklein en telt 5 personen, het is er muisstil. Iedereen kijkt me aan en glimlacht. Herman en Lutgard zitten daar ook.
Na de bui bedanken we deze lieve mensen en wagen ons nog eens in het zilte, tropische water. We schrijven iets in het gastenboek van de Guesthouse en verlaten alweer een tropisch paradijs.

Om 11u30 zet de boot koers naar Kavieng waar we rond 14u15 aanmeren aan de kade van de kleine haven waar we zullen bijtanken.
Te voet vertrekken we naar het
Malagan Beach Resort waar we deze avond barbecuen als het tenminste droog blijft.
We wandelen door Kavieng, waar niets te beleven valt. Terug aan boord is het relaxen op het achterdek, terwijl varen we verder tot voor het hotel.
Om 18u30 schuiven we aan tafel voor een gezellige barbecue. Lekkere kip,
ribbetjes, grote garnalen, kreeft e.d. met allerlei slaatjes en overgoten met menig flessen rode wijn.
De singsing die voor ons wordt gehouden is maar povertjes na wat we al gezien hebben.
Ik word aangesproken door een koppel dat me blijkt te herkennen van de uitgestelde vlucht uit Singapore. George en Fiona komen uit Schotland en verblijven al twee weken in dit hotel.
Drie jaar geleden leerden ze duiken en zijn nu verknocht aan de sport.

Haven van Kavieng

Gisteren waren ze op Tsoi voor een duik aan het silvertip (of Valerie’s) reef. Dé plaats om van heel dichtbij silvertip haaien te bewonderen.

Rond 21u30 gaan we terug aan boord. Jammer, ik was graag nog wat gebleven. Maar ja, geen muziek en geen ambiance, we gingen dus verder drinken aan boord. Maar dat was buiten de waard gerekend, die was namelijk ook aan wal en dus bleef de
bar dicht en werd ons drinkgelach uitgesteld.


Libba, Tissao op New Ireland.

 

Zoals iedere dag, ben ik rond 06u aan dek, dat noem ik ten volle genieten van alle aspecten van deze prachtige reis.
Ruim op tijd dus als we om 08u aan land gaan. Dit is de eerste keer in 2 weken dat we een dag aan land doorbrengen en in een

auto zitten.
We stoppen aan een schilderachtige baai waar we eventjes genieten van het prachtige uitzicht. Na anderhalf uur komen we aan in
Libba, de thuishaven van Ben Sisia, de meest gerenommeerde houtsnijder van Papua. We bezoeken zijn atelier waar hij bezig is aan een 6 meter lange kano, in opdracht van de regering.
Ben Sisia is één van de laatste twee
Malagan art carvers die hier nog hun kunst beoefenen. We krijgen – je raadt het al – een singsing.
Heel speciaal, namelijk een regendans. Ik denk dat ze die gisteren ook gedanst hebben! We bezoeken verder het dorpje en het strand waar de verbaasde kinderen spontaan beginnen te zingen.
We genieten van ons lunchpakket langs de weg naar
Tissao, waar even verderop enkele vrouwen in de rivier bezig zijn met de was.
In Tissao zwemmen we in de glasheldere rivier, het plaatselijke ‘speelplein’ van de lokale jeugd.

wassende vrouwen in Tissao

Er is een glijbaan, een modderig stuk langs de oever, een springplank en twee ‘tarzankoorden’. Een woordje uitleg: dit zijn dikke touwen die aan een stevige tak gebonden zijn, hoog boven het water. Je klimt in de boom, pakt een touw beet en slingert je tot

halverwege boven de rivier, waar je je vervolgens in het frisse water laat neervallen. Na 20 keer ben ik een volleerde slingeraar en laat me al duikend neervallen. Groot applaus, aanmoedigend gejoel en 10 op 10 van de lokale jeugd. Meer heb ik niet nodig om mij kostelijk te amuseren.

Na het afscheid van de geamuseerde jongeren, rijden we het bijna 2 uur lange traject terug. En dat terwijl het nu zo’n lekker weer is.

Terug aan het hotel verkiezen Celine en ik nog wat aan het strand te genieten van de ondergaande zon. Het licht is nu ideaal om enkele glamourfoto’s te maken, je weet wel, in allerlei sexy poses en met hagelwit zand tegen de gebronsde huid gekleefd J.
Dolle pret met onze stomme fratsen. We worden gevolgd door de dorpsgekkin die prompt haar kleren wil uitdoen, maar stante pede met stokken en stenen wordt verjaagd door iemand van het hotel.
Was dat nu echt nodig?

Terug aan boord heeft Thies de beestjes uit mijn schelpen gehaald en ze in een sopje gezet want ze stinken nogal (nu, na meer dan 8 jaar, nog altijd
L).
Om 22 uur was ik de bevoorrechte getuige van de spectaculaire maansopkomst, zo helder dat het net de zon is achter een wolkensluier. Is dat dezelfde maan als bij ons?Bijna niet te geloven, een ontroerend schouwspel en uniek in mijn leven.

De schrijfster van dit avontuur
aan 't Tarzankoord (red.)

Nog een tijd lang sta ik na te genieten. Dan sluit ik de dag af met een bezoek aan de brug, we gaan weer op weg.


Mioko één van de Duke of York islands, Rabaul op West New Britan en Kokopo

We naderen de Duke of York eilanden, waar een snorkelpartijtje gepland is. Aan de andere zijde zien we Rabaul liggen, voormalige hoofdstad van de provincie West New Britan.

Op de voorgrond zien we de vulkaan Tuvurvur (of tavurvur) die ongeveer iedere 10 minuten een basalten aswolk uitbraakt. Een vreemd, voor ons erg ongewoon zicht en bepaald indrukwekkend!
Een krachtige uitbarsting in 1994, met aspluimen tot 18 kilometer hoogte, verwoeste de stad Rabaul en bedekte ze met een dikke laag zwarte basalt-as en lava.
 
Rond 08u45 leggen we aan tussen de Duke of York eilanden, een verzameling van vreemde rotsachtige uitsteeksels bedekt met palmbomen.

We bezoeken het eilandje
Mioko, een lieftallig dorpje met een losse sfeer. Op een groot grasplein staat een klein altaar opgesteld, er staat een drumstel en een elektrische gitaar.
Tijdens de openlucht mis wordt er gezongen en gebeden, iedereen zit samen onder een groot zeildoek want de zon brandt ongenadig.
We volgen een tijdlang de ceremonie, maar die blijft maar duren. Het lijkt meer een sekte bijeenkomst: ‘praise the lord’ is de standaardzin die de priester om de twee zinnen uitschreeuwt.

We verlaten de dienst en wandelen naar het maagdelijk witte strand. Zelfs met zonnebril is het hier bijna onmogelijk rondkijken, zodanig weerkaatst de loodrechte zon op het hagelwitte zand. James vaart ons naar een koraalrif even verderop.

Tuvurvur vulkaan bij Rabaul

Gekneld tussen twee eilanden staat hier een sterke stroming, onze zwemvliezen zijn geen overbodige luxe! De sprookjesachtige blauwe zeesterren, veelkleurige vissen en gigantische clamshells liggen onder ons te blinken in het heldere water.

Om twaalf uur moeten we jammer genoeg terug op weg.
De Tuvurvur stoot nog steeds om de 10 minuten zijn hoge stof- en rookwolk uit. Niet alleen de Tuvurvur maar ook de
Vulcan waren verantwoordelijk voor de vernietiging van Rabaul.

De Vulcan was tot 1937 nog een eiland en is toen voor de eerste keer ontploft. We bezoeken de verwoeste stad en de ravage die hier is aangericht. De lava en assen liggen metershoog, huizen zijn verwoest en auto’s bedolven. Een spookstad is alles wat er overblijft, met in het midden één plaats waar menselijk activiteit is: het Travellodge hotel dat troosteloos en leeg is, wachtend op betere tijden…

 

Mioko

We varen ons laatste stuk en komen aan in de nieuwe provinciehoofdplaats Kokopo. Hier aan de kade aangemeerd, zullen we onze laatste nacht aan boord doorbrengen.

Tijdens de middag heb ik op vraag van Herman een toespraak voorbereid voor Janet en de medereizigers. Later op de avond beslist Herman dat ik hem beter zelf voordraag. Ondertussen haalt de hele bemanning het ruim leeg waar onze gekochte artifacts zijn opgeborgen. Alles wordt uitgestald op het achterdek. Er wordt smakelijk gelachen met alle vreemde dingen die we kochten, en we vergelijken en bepalen wie zich het meest heeft aangeschaft.

Nu moet alles nog worden ingevuld op de shipping forms om te kunnen verschepen naar Antwerpen. Ik sta borg voor alle goederen en zal de verscheping, de ontvangst in Antwerpen, de verdeling van de goederen alsook de betaling in goede banen leiden.
Bij het avondmaal, met een glas champagne, bedank ik Janet in naam van ons allen en klinken we op het perfecte verloop van dit leerrijke avontuur. Nadien trekken Celine en ik eerst naar mijn kajuit.

Zij met haar glas champagne en ik met de rest van de fles rode wijn. James komt met een flesje ontsmettingsalcohol en een grote pleister mijn enkel verzorgen. Wat een klein onschuldig muggenbeetje was is uitgegroeid tot een zwerende wonde ter grootte van een 20 frank stuk (of 50 cent als je wil), die weigert te genezen

Ieder verzamelt zijn primitieve kunst
.Celine heeft duidelijk teveel gedronken en brengt James door haar insinuaties in verlegenheid. Shame on her!
Nadien genieten we voor de laatste keer van de frisse lucht op het bovendek. Niets is eeuwig
.


Vlucht naar Tari in de Southern Highlands


Kristine

printversie

251.14.07.07