Homepage |
Alaska -
Homer - Katmai NP - Denali NP |
|
|
||
|
||
VEEL VIS MAAR NOG GEEN BEREN De lucht is stralend blauw. De muggen slapen nog dus ontbijten we buiten, genietend van de zon. Ons einddoel van vandaag is Homer. Sinds Anchorage is het al beduidend drukker op de weg. Grote Amerikaanse opgepoetste trucks razen ons voorbij. |
Enorme campers blokkeren ons uitzicht. Als
we de kans krijgen om een binnenweg te nemen, twijfelen we dan ook geen moment.
Fluitende vogels. Prachtige, uitgestrekte meren. De geur van het bos. |
|
‘Berend Botje’ ons geheime wapen is en alle eventueel aanwezige beren zonder uitzondering heeft doen vluchten, of niet? Aangezien dat erg ingewikkeld wordt in het Engels hou ik het maar bij een eenvoudig “no bears!”. De vrouw reageert opgelucht |
|
en verdwijnt in het
struikgewas….Succes Homer = vissershotspot Dit is echt een vissers-hotspot; hier komen boten vol zalm en vooral heilbot
aan, wordt er gevist aan de kade, wordt vis gewogen en schoongemaakt. |
|
De mensen hier zijn zo vriendelijk! Dus
eten we die avond superverse net-uit-zee-getakelde heilbot van de barbecue.
Jammie!!
IJZIGE SPEURTOCHT WORDT BELOOND |
Onze gids staat ons op te wachten en al snel gaan we op
pad. Volgens hem kan er overal een beer opduiken. Er lopen diepe berensporen
langs de oever van de rivier. Maar geen beer. Om de hoek is een hele goede plek.
Geen beer.
Bijna 1,5 uur wachten we daar en eten ondertussen een boterhammetje. Geen beer. Volgens de gids zitten er zeker 20 in deze omgeving. Geen beer te zien. De ijzige wind maakt het er niet comfortabeler op. Jeroen ziet door de
verrekijker een beer, maar ontzettend ver weg. Niemand ziet ‘m. Zelfs de gids
niet. De plagerijen zijn niet van de lucht; last van hallucinaties? Jeroen lacht
maar houdt verder wijselijk zijn mond. Hij heeft mooi z’n eerste beer gezien. En
wij niet. Nog ’n half uur verstrijkt. Geen beer. Ineens ziet de gids een beer,
ook deze is ver weg. |
|
Nou graag, dan worden we tenminste warm. Het wordt een stevige
strandwandeling. Tegen de tijd dat we enigszins in de buurt komen, houdt ‘ie het
voor gezien en duikt het dikke struikgewas in. Weg beer. Gefrustreerde gids We volgen een oud berenspoor, de bush in. Takken opzij duwend en stammen ontwijkend ploeteren we door de modder. |
|
We komen aan bij een ‘meadow’ (een vlakte, iets
droger dan een moeras). Leeg.
Nu raakt zelfs onze gids gefrustreerd. Normaal hadden we in deze tijd van het jaar al zo’n 10 beren moeten zien. Zonder ernaar te hoeven zoeken. De moed zakt me in de schoenen. Net als de modder. Dat hebben wij weer!
“Ik ga hier niet weg voordat ik beren van dichtbij heb gezien, al moet ik in de
keuken van het kamp slapen” zeg ik vastberaden tegen de gids. |
Geduldig wachten Ineens zien we een paar bruine vlekjes op het strand; een moeder met twee jonkies en nog ’n beer. Een stuk verderop nog eens vier. Het gezicht van de gids klaart op. We lopen nog een stuk het strand op en gaan op een boomstam zitten. “We hoeven nu alleen maar af te wachten”, zegt hij. “Ze komen vanzelf naar ons toe; het wordt vloed en ze houden niet van zwemmen”. |
|
|
|
Tergend langzaam komen ze onze kant op. En dan beginnen
ze te rennen; het water spat aan alle kanten op. Al spelend met elkaar komen ze
steeds dichterbij. Spannend! |
“Wacht
maar, zegt de gids, “het is nog niet voorbij”. En hij krijgt gelijk. Ineens
verschijnen de drie bruine beren-koppen weer om het hoekje.
Jeroen zit vooraan en wordt nu toch een beetje nerveus. “Rustig blijven zitten en geen onverwachte bewegingen maken”. Als ze ons op 10 meter genaderd zijn, werpen ze ons even een blik toe, spelen recht voor onze neus nog wat met elkaar en klauteren dan omhoog. Wauw! Dat was gaaf!! We moeten dit even verwerken voordat we weer verder kunnen. Zo dichtbij… Die bruine vacht, die ogen, die tanden en vooral…die enorme klauwen. |
|
DENALI NP Half zes. De wekker gaat. Ai, dat doet pijn, zeker omdat het ijskoud is hier in Denali NP. Het valt dan ook niet mee om uit bed te komen. Om 06.10u staan we bij de bushalte, ergens in Denali NP. Langzaam groeit het groepje wachtende mensen. |
|
Wij zijn verzekerd van een plaatsje voor deze negen uur durende rit naar Wonder Lake. Gelukkig is de bus is niet vol en kan iedereen mee. Zo’n gezellig praatje bij de bushalte schept toch een band, hè. Mike, onze buschauffeur, heeft geen last van een ochtendhumeur op dit vroege tijdstip en vertelt op zeer droge wijze honderduit over de dieren en de omgeving. In de uren die volgen trekt de uitgestrekte wildernis en zijn bewoners aan ons voorbij. Een beer staat op een steile berghelling en zoekt overduidelijk zijn weg naar de rivier. Hij kijkt vertwijfeld naar beneden. Je ziet hem denken;“neem ik deze kant...hmmm, toch te steil…de ander kant dan maar”. Vervolgens veroorzaakt hij een lawine van zand en stenen op weg naar beneden. Hij lijkt ongecontroleerd weg te glijden en de hele |
bus houdt z'n adem in. Maar de bruine kolos
herstelt zich en bereikt zonder kleerscheuren de rivier.
IJzingwekkend steil |
liefst zes kilometer de lucht in en
creëert daarmee zijn eigen weersomstandigheden.
De smalle weg loopt ijzingwekkend steil omhoog en af en toe werp ik een blik op de diepe dalen beneden ons; de lange zilveren sliert moet een rivier voorstellen. “Hmmm”, zegt Jeroen, “toch niet zo erg dat we hier niet zelf mogen rijden”. Ben ik roerend met ‘m eens. Tegenliggers veroorzaken dan ook steevast een onrustig gemompel onder de passagiers. Als dat maar goed gaat… |
|
Net geen natte voeten We toeren nog een eindje met een bus mee en besluiten dan uit te stappen. We willen tenslotte nog een stuk wandelen. We volgen de rivier zodat we niet kunnen verdwalen. We zien allerlei sporen, maar ondanks dat we in de buurt van een |
|
wolvengebied lopen en net voor we de bus
uitstapten nog een eland zagen, komen we hier geen dieren tegen. Maar ondanks het gebrek aan wild en de steeds nadrukkelijkere aanwezigheid van de regen, vermaken we ons opperbest. De gure wind maakt het ‘Alaska-gevoel’ compleet. Na een tijd lekker
doorgestapt te hebben, doen we een poging terug te keren naar de opstapplaats.
Dat blijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan. |
Natte
schoenen hebben we wel, maar de voeten zijn nog droog!
Er staat net een bus op het punt om weg te rijden maar driftig zwaaiend weten we toch de aandacht te trekken. Da’s mazzel, want het regent inmiddels behoorlijk. Na nog geen kilometer gereden te hebben, zien we een beer lopen. Jeroen en ik kijken elkaar aan; die hadden we dus gemakkelijk tegen kunnen komen… |
Sonja en Jeroen | ||
|
386.30.08.08 |