Homepage

Alaska - Homer - Katmai NP - Denali NP
Tekst: Sonja Tiggelman - Foto's: Jeroen Tiggelman
Reistijd: juli 2004

 

 

Panhandle met Tracy arm, Glacier bay

omgeving Anchorage

Homer, Katmai NP en Denali NP

Chicken - Dawson city - Inuvik

 
VEEL VIS MAAR NOG GEEN BEREN
De lucht is stralend blauw. De muggen slapen nog dus ontbijten we buiten, genietend van de zon. Ons einddoel van vandaag is Homer. Sinds Anchorage is het al beduidend drukker op de weg. Grote Amerikaanse opgepoetste trucks razen ons voorbij.

Enorme campers blokkeren ons uitzicht.

Als we de kans krijgen om een binnenweg te nemen, twijfelen we dan ook geen moment. Fluitende vogels. Prachtige, uitgestrekte meren. De geur van het bos.

We nemen een kijkje bij de vele vissers die tot hun bovenbenen in het water staan, in de hoop een vette zalm aan de haak te slaan. Maar om ze goed te kunnen zien moeten we door een stukje dicht bos lopen.
Hopelijk komen we hier nu geen beer tegen.

Bij terugkomst komt er meteen een vrouw op ons af; “excuse me, excuse me, did you see a bear?”. Ik twijfel even. Moet ik vertellen dat onze zeer valse uitvoering van


Heerlijk ontbijten in de ongerepte natuur

‘Berend Botje’ ons geheime wapen is en alle eventueel aanwezige beren zonder uitzondering heeft doen vluchten, of niet? Aangezien dat erg ingewikkeld wordt in het Engels hou ik het maar bij een eenvoudig “no bears!”. De vrouw reageert opgelucht

en verdwijnt in het struikgewas….Succes

Homer = vissershotspot
Al rijdende komt Homer steeds meer op gelijke hoogte met ons te liggen. Het blijkt een gezellige chaos van auto’s, campers en vissers.

Dit is echt een vissers-hotspot; hier komen boten vol zalm en vooral heilbot aan, wordt er gevist aan de kade, wordt vis gewogen en schoongemaakt.

En dit is dè plek van de grote jaarlijkse wedstrijd; wie vangt dit jaar de grootste en zwaarste heilbot?!
Enorme vissen bungelen aan haken. Eén voor één worden ze vakkundig gefileerd.
We raken aan de praat met de vissers en we krijgen zomaar een halve vis mee!
Ze willen absoluut niet dat we ervoor betalen.


Super verse vis.

De mensen hier zijn zo vriendelijk! Dus eten we die avond superverse net-uit-zee-getakelde heilbot van de barbecue. Jammie!!

IJZIGE SPEURTOCHT WORDT BELOOND
Na ’n uurtje vliegen zetten we met een spectaculaire draai de landing in. "Hier gaan we toch niet landen!" roept Jeroen verbaasd. Zijn reactie is niet onterecht; het vliegtuigje zet zijn wielen namelijk aan de grond... op het strand.

Onze gids staat ons op te wachten en al snel gaan we op pad. Volgens hem kan er overal een beer opduiken. Er lopen diepe berensporen langs de oever van de rivier. Maar geen beer. Om de hoek is een hele goede plek. Geen beer.

Bijna 1,5 uur wachten we daar en eten ondertussen een boterhammetje. Geen beer. Volgens de gids zitten er zeker 20 in deze omgeving. Geen beer te zien. De ijzige wind maakt het er niet comfortabeler op.

Jeroen ziet door de verrekijker een beer, maar ontzettend ver weg. Niemand ziet ‘m. Zelfs de gids niet. De plagerijen zijn niet van de lucht; last van hallucinaties? Jeroen lacht maar houdt verder wijselijk zijn mond. Hij heeft mooi z’n eerste beer gezien. En wij niet. Nog ’n half uur verstrijkt. Geen beer. Ineens ziet de gids een beer, ook deze is ver weg.
Of we een poging willen wagen om er heen te lopen?


Strand als landingsbaan

Nou graag, dan worden we tenminste warm. Het wordt een stevige strandwandeling. Tegen de tijd dat we enigszins in de buurt komen, houdt ‘ie het voor gezien en duikt het dikke struikgewas in. Weg beer.

Gefrustreerde gids
We volgen een oud berenspoor, de bush in. Takken opzij duwend en stammen ontwijkend ploeteren we door de modder.


Eindeloos geduld....

We komen aan bij een ‘meadow’ (een vlakte, iets droger dan een moeras). Leeg.

Nu raakt zelfs onze gids gefrustreerd. Normaal hadden we in deze tijd van het jaar al zo’n 10 beren moeten zien. Zonder ernaar te hoeven zoeken.

De moed zakt me in de schoenen. Net als de modder. Dat hebben wij weer! “Ik ga hier niet weg voordat ik beren van dichtbij heb gezien, al moet ik in de keuken van het kamp slapen” zeg ik vastberaden tegen de gids.
Stevig stappen we door richting het strand. Waar zitten die beesten toch?


Geduldig wachten
Ineens zien we een paar bruine vlekjes op het strand; een moeder met twee jonkies en nog ’n beer. Een stuk verderop nog eens vier. Het gezicht van de gids klaart op. We lopen nog een stuk het strand op en gaan op een boomstam zitten. “We hoeven nu alleen maar af te wachten”, zegt hij. “Ze komen vanzelf naar ons toe; het wordt vloed en ze houden niet van zwemmen”.


Ze komen dichter...


..en dichter...


...en heel dicht bij!

Tergend langzaam komen ze onze kant op. En dan beginnen ze te rennen; het water spat aan alle kanten op. Al spelend met elkaar komen ze steeds dichterbij. Spannend!
Eén beer rent op zo’n 150 meter vóór ons langs. De andere drie komen dichterbij, maar verdwijnen achter een rotsblok.

“Wacht maar, zegt de gids, “het is nog niet voorbij”. En hij krijgt gelijk. Ineens verschijnen de drie bruine beren-koppen weer om het hoekje.

Jeroen zit vooraan en wordt nu toch een beetje nerveus. “Rustig blijven zitten en geen onverwachte bewegingen maken”. Als ze ons op 10 meter genaderd zijn, werpen ze ons even een blik toe, spelen recht voor onze neus nog wat met elkaar en klauteren dan omhoog. Wauw!

Dat was gaaf!! We moeten dit even verwerken voordat we weer verder kunnen. Zo dichtbij… Die bruine vacht, die ogen, die tanden en vooral…die enorme klauwen.


Even niet ademhalen.


DENALI NP  

Half zes. De wekker gaat. Ai, dat doet pijn, zeker omdat het ijskoud is hier in Denali NP. Het valt dan ook niet mee om uit bed te komen. Om 06.10u staan we bij de bushalte, ergens in Denali NP. Langzaam groeit het groepje wachtende mensen.

Wij zijn verzekerd van een plaatsje voor deze negen uur durende rit naar Wonder Lake. Gelukkig is de bus is niet vol en kan iedereen mee. Zo’n gezellig praatje bij de bushalte schept toch een band, hè.

Mike, onze buschauffeur, heeft geen last van een ochtendhumeur op dit vroege tijdstip en vertelt op zeer droge wijze honderduit over de dieren en de omgeving. In de uren die volgen trekt de uitgestrekte wildernis en zijn bewoners aan ons voorbij.

Een beer staat op een steile berghelling en zoekt overduidelijk zijn weg naar de rivier. Hij kijkt vertwijfeld naar beneden. Je ziet hem denken;“neem ik deze kant...hmmm, toch te steil…de ander kant dan maar”. Vervolgens veroorzaakt hij een lawine van zand en stenen op weg naar beneden. Hij lijkt ongecontroleerd weg te glijden en de hele

bus houdt z'n adem in. Maar de bruine kolos herstelt zich en bereikt zonder kleerscheuren de rivier.

IJzingwekkend steil
De Mount Mc. Kinley doemt als een indrukwekkende reus op; de grillige, besneeuwde hellingen steken prachtig af tegen de strakblauwe lucht. Uniek, want meestal is de hoogste berg van Noord-Amerika niet of nauwelijks zichtbaar. Hij steekt maar      

liefst zes kilometer de lucht in en creëert daarmee zijn eigen weersomstandigheden.

De smalle weg loopt ijzingwekkend steil omhoog en af en toe werp ik een blik op de diepe dalen beneden ons; de lange zilveren sliert moet een rivier voorstellen.

“Hmmm”, zegt Jeroen, “toch niet zo erg dat we hier niet zelf mogen rijden”. Ben ik roerend met ‘m eens. Tegenliggers veroorzaken dan ook steevast een onrustig gemompel onder de passagiers.

Als dat maar goed gaat…


Mount McKinley


Net geen natte voeten
We toeren nog een eindje met een bus mee en besluiten dan uit te stappen. We willen tenslotte nog een stuk wandelen. We volgen de rivier zodat we niet kunnen verdwalen. We zien allerlei sporen, maar ondanks dat we in de buurt van een


Wandelen in Denali NP

wolvengebied lopen en net voor we de bus uitstapten nog een eland zagen, komen we hier geen dieren tegen.

Maar ondanks het gebrek aan wild en de steeds nadrukkelijkere aanwezigheid van de regen, vermaken we ons opperbest. De gure wind maakt het ‘Alaska-gevoel’ compleet.

Na een tijd lekker doorgestapt te hebben, doen we een poging terug te keren naar de opstapplaats. Dat blijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan.

|We zijn diverse malen de rivier overgestoken op plaatsen waar veel keien lagen of de rivier een stuk smaller was. Maar hier is de rivier vrij diep en het water stroomt snel. En we moeten erover heen!
We vrezen dat we niet met droge voeten de overkant bereiken maar na veel springwerk lukt het ons toch.

Natte schoenen hebben we wel, maar de voeten zijn nog droog!

Er staat net een bus op het punt om weg te rijden maar driftig zwaaiend weten we toch de aandacht te trekken. Da’s mazzel, want het regent inmiddels behoorlijk. Na nog geen kilometer gereden te hebben, zien we een beer lopen. Jeroen en ik kijken elkaar aan; die hadden we dus gemakkelijk tegen kunnen komen…


Chicken - Dawson City - Inuvik

Sonja en Jeroen

printversie

386.30.08.08