Homepage |
Botswana
-
Nxai en Meno a
Kwena |
|
|
||
|
||
|
|
kraanvogels, en
bezoek aan het openluchttoilet en het wordt stilaan tijd voor het
onvermijdelijke afscheid van de kampcrew. Alle vijf verzamelen ze om ons uit te wuiven, te zingen en te dansen. Super! Kristine is na 9 dagen nog altijd Catherine, blijkbaar hebben ze hier een probleem met mijn naam...
Vanmorgen
hebben we nog een tochtje in de mokoro tegoed. Dat zijn de plaatselijke
kanos die gebruikt worden door de deltabewoners om te vissen.
Oorspronkelijk zijn ze vervaardigd uit het hout van de Sausage tree, dat
zijn bomen met zaaddozen als worsten. Aangekomen op de vertrekplaats
komt er plots een grote vrachtwagen aangereden die de rivier, zonder
brug overigens, over moet. |
Na zijn doortocht glijden wij geluidloos door het water. Tussen het riet, de papyrusgrassen en de waterlelies vinden we de kleinste kikker, slechts de grootte van een kleine pinknagel. Stanley - leerling gids en Okavango bewoner - heft er zijn ode aan de delta aan. Gelukkig duurt het niet te lang en kunnen we snel genieten van de stilte. Door het kristalheldere water zien we |
kleine
visjes zwemmen en het geklots van het water tegen de romp van onze mokoro's en de vogels zijn het enige dat we nog horen. Een zalige ochtend, en met de voetjes bungelend in het lauwe water keren we terug. Langzaam gaat het nu richting airstrip. Bij de nijlpaardenpoel nemen we nog een laatste keer thea-break met zicht op de schitterende omgeving, mijmerend uitkijkend over al
dat moois. |
|
moet
verjagen die de landingsbaan als ideaal verblijf hebben
uitgekozen. Het afscheid is hartelijk en als we even
later tegen hoge snelheid de startbaan afrijden, staan Morgan en Stanley van op
hun wagen ons enthousiast uit te wuiven.
Een prachtige 25 minuten durende vlucht brengt ons voor het eerst in 9 dagen terug in de beschaving. In de luchthaven zien we sedert lange tijd meer dan vijf mensen samen en het is even wennen. Gelukkig is Maun Airport niet te vergelijken met Brussel, er is één incheckbalie en dat is het zowat, we krijgen dus wat respijt. Ons vervoer naar Motsensela staat al klaar en een halfuurtje |
|
later bereiken we de lodge die
omgeven is door een 200 hectare groot privaat natuurpark. Het is leuk om toch de
tijd te krijgen je weer wat aan te passen. Deze plek is even rustig als wat we
de voorbije dagen mochten meemaken.
Onze tent is wel een ander paar mouwen: een
grote - stijl 'Hemingway' - met overal muskietenraampjes zodat je vanuit je bed
een 180 graden zicht hebt op de natuur waarin je vertoeft. Er is heel veel
aandacht besteed aan details zoals een stuk hout als WC papierhouder en als
pennenhouder, prachtige gordijnen, kussen en persoonlijke toetsen in typische
afrikastijl. |
25 jaar in Afrika. Er wordt gezellig gebabbeld en ik mag haar telefoon gebruiken
voor een gesprekje met ma en pa en met Melissa'tje.
Onze mede tafelgenoten
in de schitterende zit- en leefruimte zijn de consul voor Botswana in Londen
(die vroeger minister van buitenlandse zaken was hier) en zijn secretaresse
(lees bijzit..). Hij heeft ook zijn laptop meegebracht: dezelfde als ik!! Na een lekker diner, een paar afzakkertjes aan de bar met Bernadette de manager en we kruipen onze gigantische bedden in.
Dag 15: 6 december:
vertrek Cathy, naar het laatse kamp Meno a Kwena. |
We worden rond 11 uur
verwacht voor de transfer naar de luchthaven waar Cathy haar vlucht zal nemen en
ik wordt opgehaald door David van Meno a Kwena.
We arriveren tegen het
middaguur in restaurant 'Bonne Arriveé' recht tegenover het luchthavengebouw en
uitgebaat door een Nederlander. Voor Cathy is het nog te vroeg om in te checken
en ik moet wachten op mijn vervoer naar het laatste kamp. |
|
staat Terwijl ze weg is spreekt de 'dreadsman' mij aan en vraagt of we vandaag naar huis vliegen. Ik antwoord hem dat mijn vriendin naar huis vliegt maar ikzelf wacht op mijn transfer naar Meno a Kwena. En zo komt het dat ik even later in zijn jeep |
|
belandt
samen met Sian, de
kettingrokende vrouw. Er was even
een misverstand: Dabe, dreadsman, wist dat hij één iemand moest ophalen en daar
wij met twee zaten te wachten was hij niet in actie getreden.
Het is een lange weg
naar het kamp, een rit van meer dan twee uur door wat het begin van de Kalahari
woestijn blijkt te zijn. Maar het ijs is onmiddellijk gebroken want het klikt
wel tussen ons drieën. Dabe is een echte San (bushman), klein, robuust, sterk en zachtaardig. |
Hij kent
als geen ander de geheimen van de natuur in deze streek. Hij is
opgegroeid volgens de tradities van zijn stam en kent alle truckjes om
in deze onherbergzame streek te overleven. Kortom, hij is de ideale
gids. Het kamp is prachtig gelegen langs de uitgedroogde rivierbedding van de Boteti. Ooit de verbinding tussen de Okavango delta en het supermeer dat de Makgadikgadi Pans ooit waren. Vandaar ook de naam van deze plek: Meno a Kwena betekent namelijk 'krokodillentanden', er werden er hier vele honderden gevonden na het verdampen en terugtrekken van het water. |
Sinds een jaar of 15 is de rivier hier volledig opgedroogd en dat is de reden waarom David (chef en bezieler van het kamp) hier drie permanente drinkplaatsen heeft aangelegde voor de dieren en één in het dorp voor de lokale bevolking. In het kamp maak ik uiteindelijk kennis met hem alsook met zijn rechterhand Patrick, een Duitser die al 8 jaar in Botswana woont. David is zo'n man die een karrenvracht ongelooflijke ervaringen met zich mee mag dragen, genoeg voor avonden smakelijke verhalen rond het gezellige kampvuur. Mijn tent is geweldig gelegen en vanuit mijn bed kijk ik uit over de lager liggende bedding en de oever die zich uitstrekt tot aan de horizon. Ik heb mijn eigen douche en toilet, buiten natuurlijk én met uitzicht, mijn voeten zijn onderhand al zó zwart dat ik ze onmogelijk nog proper zal |
|
krijgen. Rond ieder
tent is een traditionele omheining aangelegd bestaande
uit afgehakte takken en struiken en een ingang van rechtopstaande palen.
Ik realiseer me nu eigenlijk pas echt dat ik al twee weken
buiten leef, midden in de wonderlijke natuur. Ik begin de geluiden te herkennen
en sporen te kunnen lezen, de insecten storen me niet meer en het gebrek aan
comfort is al lang vergeten. |
|
een slang en
er blijken hier ook heel veel schorpioenen te zitten en andere niet
ongevaarlijke insecten waaronder de 'blister beetle': een flinke, langwerpige
kever die via zijn vleugels een chemische stof afscheidt die pijnlijke
blaren veroorzaakt die zich bij het openkrabben makkelijk
vermenigvuldigen. |
|
Om er enkele te noemen: steeds de afbakening rond de tent gesloten
houden om roofdieren niet te kans te geven binnen te komen, altijd goed
naar de grond kijken als je rondloopt vooral 's avonds en 's nachts, nooit alleen naar je tent gaan in het donker,praten of zingen als je 's nacht uit je tent naar de WC moet, etc. Dit is beslist geen plaats voor mietjes en zeker niet voor mensen die niet van insecten en reptielen houden! Het hele kamp is opgebouwd rond een reuzencollectie foto's, voorwerpen en werktuigen die David gedurende zijn safarileven heeft verzameld. Vooral het gastentoilet is een niet te missen curiosum. Een intens Afrikaanse belevenis om je dagelijkse |
|
behoefte te doen omringd door tientallen
foto's, schedels, pijl en bogen, schilderijtjes, boeken en andere
vreemde objecten, dit alles verlicht door enkele door honderden insecten
omsingelde petroleumlampen. Een absolute aanrader!
In de namiddag neem ik enkele uren rust en ben paraat voor het sundowner apéritief. Gezeten aan de rand van rotsige richel, kijk ik onbelemmerd over het goudkleurige bladerdak van de duizenden acacias. Zover het oog reikt reflecteren de lage zonnestralen op het frisse groen dat hier door enkele regendruppels de grond uitschiet. Ik ben de enige gast hier en heb terug de hele ploeg voor mij alleen. Tijdens het avondmaal in de sfeervolle, overdekte eetruimte praten Dabe, Patrick, David, Sian en ik over het project, over Afrika en over dromen. |
Nadat Dabe me naar de tent heeft begeleid kruip ik in bed en zie van tussen mijn lakens hoe in de verte alweer een onweer woedt. Ontelbare bomen tot aan de horizon worden verlicht door de felle bliksems en na afloop zie ik vanuit mijn bedje steeds meer sterren verschijnen, het lijkt net alsof ze op mij afkomen en ik ze kan aanraken. Een prachtig begin van een mooie nacht. |
Dag 16: 7 december: bezoek aan het 'water for life project' en game drives. De dag begint hier later dan tijdens de safari: ontbijt om 7 uur. Ik ben uit pure gewoonte al om 5u30 wakker en ik kijk van aan mijn tent of er beneden bij de drinkplaats dieren aanwezig zijn. Niet dus, ik kruip dan maar terug in bed tot een dame met een |
ijzeren
emmer balancerend op het hoofd het water voor de douche brengt.
Na het ontbijt neemt Dabe me mee op een wandeling naar de rivierbedding. Ik maak kennis met de basis
van dit hele ecosysteem: de insecten, de planten en bomen, de vogels. Dabe bezit een schat aan informatie en geeft die wat graag door aan mensen die niet alleen in leeuwen en luipaarden, maar ook in de kleine schakels van de natuur hier geïnteresseerd zijn. Met de nodige vaardigheden en kennis is het mogelijk hier
te overleven zoals zijn stam hier eeuwen heeft gedaan. Meerder keren sta ik met
open mond te luisteren als hij vertelt over traditioneel gebruik van allerhande
materialen. Geneeskrachtige planten, bouwmaterialen, vitaminerijke voeding,
alles kan uit de natuur worden gehaald. |
|
drinkplaatsen die hier aangelegd worden zowel voor de plaatselijke bevolking als voor het wild in deze streek. Sedert het opdrogen van de Boteti rivier heeft het wild zich verplaatst naar meer waterrijke gebieden zoals de Okavango delta waardoor er op die plaatsen een overbevolking en een tenietgaan van de habitat dreigt plaats te vinden. |
|
Om het
wild terug te lokken naar deze streek heeft de regering beslist 13 permanente
drinkplaatsen aan te leggen die deels verwezenlijkt en onderhouden worden met
hulp van David Dugmore en zijn Water for Life project.
Een ander
heikel punt hier is de aanleg van een afbakening, een hek eigenlijk van
130 kilometer lang die ervoor zorgt dat wild en lokaal vee niet met
elkaar in contact kunnen komen en zo de veiligheid en gezondheid van de
boerderijdieren en de dorpelingen gegarandeerd is. |
Voor het kamp zijn drie permanente drinkplaatsen die beheerd worden door David. Daarvoor wordt grondwater via zonne-energie opgepompt naar deze plaatsen. Bij één van de waterputten zien we nog net een enorme 'bullfrog' - waarvan het lichaam |
de afmeting heeft van
een groot bord - het diepe water induiken. We volgen de omheining naar een drinkplaats in Kumaga die is uitgebaat door de regering. Hier treffen we zes olifanten die zich tegoed doen aan het frisse water dat uit de pijpleiding de drinkplaats inloopt. Ze steken hun slurf in de buis die het verse en verkoelende water aanvoert. Ze amuseren zich en zwemmen en plonzen in het ondiepe water. Een zestal nijlpaarden kijken geërgerd toe. Als we even later
terug verder rijden, merkt Dabe verse leeuwensporen op: 'nog geen vijf minuten
oud' zegt hij. |
|
Meer dan anderhalf uur zitten we vanuit te auto deze prachtige dieren te observeren. Ze liggen daar zo vredig en mooi aan de rand van dit spiegelgladde water. De scene is af wanneer de opdoemende bewolking wordt weerspiegeld en het zo lijkt alsof de |
|
leeuwen in de lucht
hangen. Geen van ons beiden heeft een uurwerk en het wordt toch stilletjes aan
avond. Een mooie zonsondergang, een lekker dinertje geplaagd door honderden insecten waaronder de gevaarlijke 'blisterbeetle' en een fijne babbel later kruip ik mijn tent in |
waar ik tot diep in de
nacht het gebrul van een nabije leeuw mag horen. Het klinkt als een
slaapliedje, zalig! Dag 17: 8 december: met de kinderen naar Nxai Pan. Vandaag een dagexcursie naar de Nxai Pans en Baines Baobab. Eerst rijden we naar Moreomaoto, het dorpje waar alle medewerkers vandaan komen, om een groepje van zes ongeduldige kinderen op te halen. |
Het zijn kinderen van staff-leden die een
dagje mee uit mogen met ons. Op die manier bezorgt David deze pagadders niet
alleen een fijne, onvergetelijke dag maar laat hij ze ook kennismaken met het
wild en de natuur.
Veel van deze kinderen komen nooit het dorp uit en hebben in
hun leven nog geen olifant of giraffe gezien. Van in de verte zien ze ons
enthousiast tegemoet en opgewonden over deze uitzonderlijke gebeurtenis kruipen
ze achter in de wagen. Enkele pogingen ten spijt is er niet veel uit te krijgen
want ze zijn allemaal ontzettend verlegen als je hen iets vraagt. |
|
plakken ze er direct
de achternaam 'Aguilera' achter.... een beetje overdreven vind ik... |
|
wordend landschap
komen we aan bij Baines Baobabs. Een groep van zeven reusachtige bomen die hier plompverloren in de onmetelijke zoutpannen lijkt gedropt. Het is een onwezenlijke plek waar lucht en aarde elkaar ontmoeten. In de half onder water gelopen zoutpannen weerspiegelt het water de met schapenwolken bedekte hemel. De lucht is er zo licht en fel dat je onmogelijk zonder zonnebril kan rondlopen. We nemen hier samen de lunch en leren het verhaal van deze bomengroep.
Een stel
Zwitsers zit er te genieten onder de bomen en plant hier vannacht te kamperen. |
De
kinderen worden met een heel stel balpennen naar huis gestuurd en wij zijn net op tijd voor de
zonsondergang en een gezellige avond.
Dag 18: 9 december:
bezoek aan het dorp Moreomaoto. |
|
|
|
Het dorp
telt ongeveer 600 inwoners waarvan er 30 in het kamp werken die op hun
beurt elk voor ongeveer 10 mensen zorgen. Met andere woorden: de helft
van dit dorp leeft hier van het kamp. Het hele dorp krijgt gratis scholing en ziekenzorg. Er is een klein hospitaaltje, politiekantoor met één cel, een superkleine kerk |
|
en één bar. We bezoeken ook de school die jammer genoeg gesloten is wegens zomervakantie maar we geraken er toch binnen voor enkele foto’s.
Met dit bezoek aan het
dorp als laatste luik van het project ben ik nog meer dan voorheen overtuigd van
het belang van David's werk. Een idee, uitvoerbaar, dat niet enkel hier in Botswana resultaten afwerpt maar dat ook elders in Afrika kan doen. Het betrekken van een hele gemeenschap in een lokaal initiatief dat duurzaam inkomen brengt is denk ik de toekomst van ontwikkelingssamenwerking. |
Enkel door de plaatselijke bevolking te leren hoe om te gaan met de rijkdommen die ze bezitten, bestaat er een mogelijkheid om met relatief weinig inspanningen en ook voor ongeschoolden een toekomst mét regelmatig inkomen te garanderen. |
Na de lunch trek ik
mij terug en geniet van het kleine algenrijke zwembadje en het uitzicht van op
het terras voor mijn tent. Ik bereidt me graag alleen en in stilte voor op zo'n afscheid, het mijmeren en absorberen van die laatste uren zijn erg belangrijk voor mij. Morgen is het alweer voorbij en moet ik dit weidse, rustgevende landschap weer achterlaten en inruilen voor druk, donker en miezerig Belgenland.....maar daar kan ik terug dromen van een nieuw avontuur, een volgende ontdekking van onze wondere wereld en nagenieten van als het moois dat deze reis me heeft geschonken. Mijn bagage zal zeker overgewicht hebben, hij is immers |
|
gevuld met een schat aan dierbare momenten, fijne contacten (bedankt Cathy) en onuitwisbare herinneringen. |
![]() |
Kristine | |
|
||
377.30.07.08 |