![]() |
Sunshine Coast - Vancouver Island - Saturna |
|
|
||
|
||
De reis begint zoals gewoonlijk met
inpakken. Altijd weer een uitdaging om in gedachten te houden dat ze in Canada
ook winkels hebben, dus dat niet alles mee hoeft… Sterker nog, shoppen in Canada
is altijd weer feest. Mooie winkels, met superaardig personeel en genoeg keuze, ook als je een maat groter nodig hebt dan het jaar ervoor….! |
Hoe dan ook, alles in 1 koffer en door
zus naar Schiphol gebracht. Daar aangekomen moet ik alleen mijn koffer afgeven,
want check-in had ik thuis al gedaan. Helaas maakt dat niks uit. In het vliegtuig beland blijk ik een
slapstick te zijn voor mijn buurman. Hij ligt continu in een deuk. Ik denk dat
ik alles gepakt heb en dus in principe niet meer op hoef te staan tijdens de
vlucht. Dat gaat natuurlijk niet lukken als je 9,5 uur moet vliegen. Het idee
was leuk. Dus ik probeer af en toe op te staan, maar vergeet dat ik mijn gordel
nog om heb. |
|
Aangekomen in Vancouver staat Jason te wachten. We rijden naar huis en ik probeer zo lang mogelijk wakker te blijven. Dat lukt aardig, maar om 9 uur gaat het licht echt uit. De volgende dag doen we wat inkopen voor de camper die we de volgende dag op |
|
kunnen halen. We hebben de route al bedacht. Eerst vanaf Vancouver naar het noorden, naar de Sunshine Coast. Daar kunnen we een paar dagen over doen. Vandaaruit steken we over naar Vancouver Island en bezoeken we een paar plaatsjes waar we negen jaar geleden ook geweest zijn. Vanaf VancIsland gaan we nog een paar dagen naar Saturna Island, waar Nanet en Scott een stukje land hebben. Dan weer naar huis.
Het is maar een klein stukje van het
prachtige British Columbia, Canada. Maar weer een hoop moois. |
En dat is maar 1 provincie van Canada. Je kunt 10 uur rijden naar het noorden vanuit Vancouver, dan zit je midden in de provincie (in de sneeuw, dat wel). Daarna gaat het zeker nog 10 uur door voordat je van de landmassa afvalt. Ook kun je 10 uur rijden naar het oosten voordat je door de Rockies rijdt en in Alberta terecht komt. Tja, behoorlijk immens dus! |
Verder heeft BC een grote hoeveelheid
natuur. Het is een overrompelend mooie provincie. Van oceaan, bergen,
watervallen, beekjes, meren, bossen tot wilde dieren in alle soorten en maten.
Geweldig en superindrukwekkend. De mensen in Canada zijn heel netjes en zuinig op hun land. Het zal niet snel gebeuren dat iemand iets uit het raam van de auto gooit en als je het toch ziet, dan kun je er bijna zeker van zijn dat het iets eetbaars is voor dieren, dus geen kwaad kan voor het milieu.
Goed, genoeg cultuur en natuur…nu de
vakantie. |
|
Na een kwartiertje probeer ik zelfs Jason in te halen, zodat hij een beetje doorrijdt! We nemen zoveel spullen mee, dat het wel lijkt of we gaan verhuizen. Tjee, alsof er geen winkels zijn aan de kust. Jason zegt dat alles duurder is zodra het via een ferry moet komen, dus alles wat we nu kunnen kopen is mooi meegenomen. Tja en dan zeggen ze iets over Hollanders…! |
|
Bij de ferry aangekomen kopen we een circle pas.
|
|
aan een meertje. De volgende dag worden we wakker in extreme stilte. Zo stil, dat ik niet weer waar ik ben. Wat een rust, heerlijk! We maken een lekker ontbijtje en douchen in de camper. Luxe hè? Ideaal voor een raskampeerder als ik… nooit meer in een tent! Wij staan daar met nog één andere camper. Wat een luxe! We zetten alles vast en rijden naar het noorden. |
|
Eerst naar ‘Rapid Water’ een park dat Skookumchuck heet. Hier zijn de getijden vrij extreem, wat voor een kolkende massa zorgt. We moeten hiervoor wel een wandeling van 4 km heen en 4 km terug maken. Zucht…! Wel mooi, maar helaas hadden we geen hoogtij, wat het meest bijzonder schijnt te zijn. Na de lunch rijden we door naar de volgende ferry die ons van Earl’s Cove naar Saltery Bay moet brengen. Weer een heerlijk uurtje op het water. We rijden naar Powell River, waar we een mooie camping weten te vinden aan de oceaan: Willingdon Campsite. We krijgen een plekje waar we zo ongeveer in de zee staan, prachtig! Als we geparkeerd hebben, vraag ik de buren of zij voor het mooie weer gezorgd hebben. We raken een beetje aan de praat en als we zeggen dat we bood - schappen moeten doen, biedt de buurman aan ons even heen en weer te rijden. |
Jason is wat sceptisch, want ‘niemand is zoo aardig’. Ik weet niet beter dan dat Canadezen zeer behulpzaam zijn, dus denk er niks vreemds van. Ik krijg gelijk. Het blijken gewoon superaardige mensen te zijn. Ze blijken aan het testcamperen te zijn. |
Even zien of ze niks
vergeten voordat ze het binnenland in gaan. Blijkt dat ze inderdaad wat dingen
missen: peper, zout,rum…!
Jason en ik zijn allebei best wel moe en deze plek is top. De buurman heeft ons veel verteld over
het stadje Powell River. Zoveel dat we het allemaal niet onthouden hebben. We
gaan eerst maar eens op zoek naar een coffeeshop en wat kaarten van Vancouver
Island met campings. Die vinden we. Dus we oriënteren ons op een leuke camping
bij Tofino en in Victoria. |
|
want op het eiland mag het wellicht niet vanwege
de droogte. De volgende ochtend gaat de ferry al om 8.10 uur. Vroeg op dus. Natuurlijk verslapen we ons, dus de buurvrouw zit al handenwrijvend van de zenuwen aan de koffie. Had niet veel langer moeten duren of ze had ons wakker gemaakt…Wel lief! |
|
We hebben een rustige overtocht van
anderhalf uur met een klein beetje regen midden op zee. Op Vancouver Island
aangekomen schijnt de zon weer volop. Van Comox (Little River) rijden we langs
Little Qualicum falls naar het westen van het eiland: Tofino.
Oftewel Surfer’s Paradise.
Negen jaar geleden zijn we hier geweest en hebben we
in een klein tentje in het Provincial Parc gelogeerd. Helaas is die campground
nu vol voor campers, dus rijden we door naar een belachelijk dure camping. |
Een koekje, een stukje chocolade en een marshmellow van het vuur. Daar weer een koekje op…hmmmm. Een heerlijk avondje en op tijd naar bed, want morgen willen we van alles. De volgende dag beginnen we met een strandwandeling. Het waait |
gelukkig niet half zo hard als de dag ervoor, dus erg
fijn wakker worden. We pakken de spullen weer in en gaan op pad. Vanaf de
camping een kwartiertje rijden komen we aan op Long Beach. Een prachtig strand, waar het stikt van de surfers. Hier heb ik een foto van gemaakt in het verleden. Alleen waren er toen nog geen digitale camera’s (althans…ik had ze niet). Dus nu moest de foto nog eens gemaakt worden natuurlijk! Dan rijden we via de winding road naar Mc Millans, ofwel Cathedrals Cove. Bizar hoe groot de bomen hier zijn. Je voelt je echt een dwerg. De grootste boom die hier staat is ruim 800 jaar oud en heeft een omtrek van 9 meter! Jason neemt het stuur over en ik val in slaap. Ik word wakker als we een beetje dichter in de buurt van Victoria zijn. |
|
Victoria is de hoofdstad van de provincie BC, wat op zich best vreemd is. Waarom een hoofdstad op het eiland..? We vinden de camping moeiteloos. Niet erg fraai, maar handig gelegen in Victoria, dus makkelijk om vanavond de stad in te gaan en ook |
|
handig als we morgen willen whalewatchen. We parkeren en sluiten alles aan en stappen dan in de watertaxi die ons naar het haventje van Victoria brengt. We gaan eerst maar op zoek naar een
goede aanbieding voor het whalewatchen. Er zijn veel bedrijven die het aanbieden
en uiteindelijk blijkt dat ze allemaal ongeveer hetzelfde berekenen. Dat is wel
slikken als ik het vergelijk met negen jaar eerder, maar vooruit. Je bent er
niet elke dag…! |
De volgende ochtend pakken we in en rijden om het water heen naar het centrum. Hier vinden we een prima parkeerplaats voor een paar uur, waarna we ons melden bij de tour. Aardige lui en een bioloog die ons wat meer verteld over de ‘L en de J pot’ |
|
families van orka’s die hier
leven. De Residents. We hebben veel geluk. We stuiven langs een groep dolfijnen omdat we natuurlijk komen voor het grotere wild. We zien een grote groep orka’s. Ze zijn in een dolle bui, want springen, spy hoppen, maken cartwheels enzovoort. Ook zien we kleine orkaatjes die dit jaar bij de familie gekomen zijn. Geweldig! |
|
Na deze belevenis rijden we naar de ferryterminal. Hiervandaan varen we naar Saturna Island. Op de ferry staan wij helemaal vooraan. Ze zijn het niet gewend dat een camper naar Saturna gaat, want er is helemaal geen camping. |
Een eilandbewoonster komt dan ook even informeren
waar we denken te gaan logeren…J
De kapitein roept halverwege de vaart dat we links moeten kijken. Want als we
dat doen kunnen we een groep orka’s zien, waar een beetje toerist zo’n 100
dollar voor betaald…! En bedankt..!
Inderdaad zien we in de verte een groep orka’s gaan. We denken dat het dezelfde club is die we vanochtend hebben gezien, maar het kan net zo goed de JPot zijn.
Aangekomen op Saturna Island rijden we
naar het stukje land van Scott en Nanet. Zij willen hier ooit gaan bouwen, maar
tot die tijd kamperen ze hier zelf ook. Wij passen er prima bij met de grote RV,
dus ideaal.
Als we op de rotsen in het zonnetje zitten, komen er een paar
eilandbewoners aanlopen. ‘Nou, jullie zitten wel eerste rij hè?’. |
|
Hoeveel geluk kun je hebben op één dag? Inderdaad komen na een
minuut of 10 een enorme hoeveelheid orka’s langs zwemmen. Zo dichtbij dat als je van de rots zou
springen met een trampoline, je zo op een rug terecht zou komen. Prachtig! Wat
een indrukwekkend gezicht. |
|
Saturna heeft geen natuurlijke vijanden voor herten, dus daar lopen er heel veel van op het eiland. We zien er veel en ook hele jonge hertjes. Erg leuk. Ze lijken een stuk kleiner dan op het vaste land. Dat heeft er vast te maken dat niemand op ze jaagt. We gaan terug naar de camper, eten wat in half regen, half zon en dan is het bedtijd. Ik heb het berekoud! De volgende ochtend nemen Scott en Nanet
ons mee op een tochtje over het eiland. Eerst rijden we naar Narvaez Bay. Ook
hier kun je heerlijk op de rotsen zitten als je door het bos loopt en uitkijken
over de oceaan. |
Hiervandaan rijden we naar de andere kant van het eiland, naar de vineyard. Prachtig gelegen, heuvelachtig met in de verte de oceaan. Hier genieten we van een heerlijke lunch en een lekker glas wijn. We rijden omhoog naar |
Dit is het op een na hoogste punt in de Gulf Islands. Wat een prachtig uitzicht over de andere eilanden van Canada en de US. Veel gezien vandaag, dus lekker terug
naar de camper en een boekje. We eten weer van de BBQ, want dat doe je als je
kampeert nu eenmaal…J
Nadat we allemaal wat uitgeslapen hebben word ik wakker met een zonnetje. De hond is dolgelukkig dat we eindelijk op zijn, dus maar in de benen. Na het ontbijt gaan we nog een keer naar de rotsen op cliff side East Point. |
|
We nemen een boekje mee en de camera, want je weet nooit of de orka’s toch nog een keer langskomen. Nou geen orka’s, maar wel een groep Dolphs Purposes (dolfijnen die hier wonen) en een heleboel zeehonden. Zolang die er zijn, zijn de orka’s |
|
niet in de buurt… We nemen afscheid van Scott en Nanet en rijden naar de ferry. Terug op het vaste land is het nog een klein uurtje naar Abbotsford en is het alweer avond. Lekker slapen! Nadat we de camper hebben schoongemaakt
en ingeleverd rijden we naar Princeton. |
|
beren langs de weg. Als je tenminste rond etenstijd in de auto stapt. Helaas zit het er dit jaar niet in. Wel zien we in Princeton een Moose. Dat is eigenlijk zeldzamer, maar ik vind een beer toch indrukwekkender… Een mooie afsluiting van een mooie reis! |
|
Heleen |
|
|