Homepage

Chili - Atacama - San Pedro - Machuca
Tekst en foto's: Kristine Hannon
Reistijd: december 2005

 

Laguna Miscanti

Puerto Natales

Torres del Paine

Torres del Paine 2

Aisén

Puerto Aguirre

Atacama

         
Dag 19: zaterdag 10 december 2005: dagexcursie Lagunas Altiplanicas – Salar de Atacama – Laguna Chaxa.
Toch ongelooflijk hé, dat in dit godvergeten, hete en stoffige gat Internet bestaat. En niet de ouwe rommel van bij ons, nee hoor, gloednieuw en goed materiaal ! Enfin, dit eventjes ter zijde.
Mijn wekkertje roept mij op het tamelijk redelijk uur van zeven. Met een goed gevulde maag, zoals den Adonis gisteren heeft aangeraden, sta ik om 8 uur paraat voor deze dagexcursie. We bezoeken de meren Miscanti en Miñiques, de Atacama zoutvlakte, het dorpje Toconao en het Chaxa meer.
Eerst een woordje over Atacama. De atacama woestijn wordt beschouwd als de droogste ter wereld en bedekt een groot deel van Noord Chili en Bolivia. Hier regent
het zelden en op sommige plaatsen nooit. Er is dan ook bijna geen plantaardig en dierlijk leven. Heel af en toe vind je er een oase, ze ontstaan door water dat van het Andesgebergte komt of ondergrondse waterreservoirs.
De oases in deze streek hebben altijd volkeren aangetrokken en hier zijn dan ook verschillende mummies gevonden die duizenden jaren konden bewaard blijven in deze zeer droge omgeving. De eerste nomaden die hier passeerden kwamen jagen, deze woestijn had toen een ander landschap en er waren veel dieren.
Al gauw kwamen ze tot de vaststelling dat de lama kon gedomesticeerd worden.
Op die manier vestigden zich hier de eerste mensen rond 400 voor Christus.


Atacama zoutwoestijn

Het waren, en zijn nog steeds, meesters in irrigatie. Het dorpje San Pedro ligt op 2436 meter hoogte en is voornamelijk opgetrokken uit 'Adobe' dat is eigenlijk zoveel als modder. Het is ontstaan in 1536, en niettegenstaande de druk van de Inca's en later de Spanjaarden die het hier voor het zeggen hadden,
hebben de Kunza's hun  taal
en gebruiken behouden. De straten zijn ongeplaveid, het is zeer stoffig en ongelooflijk warm. Maar het heeft een authentieke uitstraling en het is gezellig rondwandelen. Onze eerste stop zijn de hoge Andesmeren Miscanti en Miñiques.
Deze azuurblauwe pareltjes liggen op een hoogte van meer dan 4000 meter!! Dat op zich is al een belevenis: ik ben nog nooit hoger geweest dan 4000 meter. Buiten een paar grassen is het landschap hier volledig kaal, de meren liggen kalm en rustigaan de voet van twee bergen die elk hun naam dragen en waarvan de hoogste 5910 meter is. Het vreemde hier is, dat je absoluut niet de indruk hebt dat deze bergen zo hoog zijn.  De oorzaak is natuurlijk dat je zelf al op meer dan 4000 m staat. Het uitzicht is er niet minder schitterend door.
De diepblauwe kleur is in schril contrast met de drie donkere vulkaantoppen die op de achtergrond omhoogrijzen, met hun besneeuwde toppen rijken ze tot in de hemelblauwe lucht. De oevers hebben spierwitte stranden, vol opgedroogd en verhard zout.

Een zonnebril en hoed is hier zeker geen overbodige luxe, en een dikke laag zonnecrème ook niet. Ook speelt de hoogte mij toch wel parten, wandelen gaat toch iets trager en moeizamer dan anders.

Lagunas Miscanti

Tijdens onze tocht terug bemerken we een paar lama’s, die heel voorzichtig de straat oversteken. Het is blijkbaar familie uitstap want de kleine is ook mee. Hier leven vier soorten lama-achtigen: de lama, de vicuñia, de alpaca en de guanaco. Ze worden
vooral gebruikt als voedsel en de wol wordt verwerkt in kledij. In het dorpje Toconao leren we iets meer over de dagelijkse bezigheden van dit 550 zielen tellende dorpje. De belangrijkste bron van inkomsten in deze streek zijn: de zoutmijnen, de reusachtige kopermijn, handwerk en het toerisme.
Verder zijn de eeuwenoude irrigatiekanalen in dit dorpje nog steeds in gebruik want er wordt hier fruit verbouwd.

Op naar de volgende bestemming: de Atacama zoutvlakte. Deze is 110 kilometer lang en 60 kilometer breed. Een gedeelte wordt ontgonnen, daar bevinden zich de zoutmijnen. Een ander deel is een sectie van het natuurreservaat 'Los Flamencos'.
We rijden werkelijk midden in een maanlandschap. Zover als het oog reikt is alles wit, droog, gebarsten en gebroken. Als je op de zoutvlakte loopt, merk je ook dat deze keihard is. Ook zijn er verschillen: je hebt de typische zoutpannen, cirkelvormige

Overstekende familie

opgedroogde zoutbekkentjes en je hebt de veel oudere zout korsten. Deze korsten zijn precies opgestuwde, over elkaar liggende stukken witte en grijze kwarts. Je kunt ze ook met andere dingen vergelijken: een beetje als de vuile sneeuw langs de
kant van de weg, als een ruimer is gepasseerd, en als de schuimvlokken die soms bijeengedrongen op het strand kunnen liggen. Het is een verblindende, letterlijk en figuurlijk dan, immense vlakte en het is er ongelooflijk heet.
Onze laatste stop is het Chaxa meer. Dit meertje maakt deel uit van de ruige, ruwe zoutvlakte. Het landschap is er dus even droog en zout, maar middenin liggen er enkele grote plassen water die thuis zijn voor de flamingo's. Jammer genoeg is het al behoorlijk laat en, naar mij werd verteld, gaan flamingo's altijd naar dezelfde plek om te slapen. En vandaag is het blijkbaar vroeg bedtijd, want een tiental exemplaren niet bij gerekend, zijn ze allemaal verdwenen. Toch heb ik geluk en kan ik een paar laag overvliegend sierlijke, roze langnekken fotograferen. Overigens een schitterend zicht, hoe sierlijk en geruisloos ze het luchtruim kiezen.
Nu nog een restaurantje zoeken en dan het bed in, want morgen is de wektijd om 3u30!!

Chaxameer met de flamingo's


dag 20: zondag 11 december 2005:
dagexcursie Tatio geisers – Machuca – Valle de la Muerte – zonsondergang Valle de la Luna.
Iedereen slaapt nog, allé, de meeste mensen toch want het is pas 3u30 als ik mij uit mijn bed hijs.
Vandaag wordt een zware excursiedag.
Deze morgen (nacht) bezoek aan de Tatio Geisers en het dorpje Machuca. Vier uur dertig en de tocht kan beginnen.
Buiten is het aardedonker, enkel de hemel is verlicht met miljoenen fonkelende sterren. De sterrenhemel in de woestijn is bijna tastbaar, alsof ik ze met mijn handen kan aanraken. Ieder sterretje heeft een soort halo rond zich, net als sterrenstof dat verlicht wordt, dat het hemellichaampje doet 'uitlopen'. Aan de einder zie ik het eerste licht van de dageraad verschijnen, voorzichtig en heel fragiel. Meer en meer tekenen de contouren van de omliggende bergen zich af tegen het feller wordende licht.
Ondertussen zijn we bijna ter plaatse, na een hobbelige en schuddende rit. De Tatio geisers, een speling van de natuur hier, zijn een heleboel warmwaterbronnen, en heet water spuitende geisers op een hoogte van 4320 meter!
Door de aanwezigheid van ontelbare, en sommige nog actieve vulkanen, en de dunne aardkorst hier kan dit wonderlijke schouwspel hier plaatsvinden.
Bij het krieken van de dag zijn ze het actiefst en spuiten waterstralen van 85 graden in de ijskoude ochtendlucht met op de achtergrond het langzaam piepen over de bergrand van de hete woestijnzon. De eerste zonnestralen op de rode toppen
weerkaatsen in de stille plasjes die de geisers hebben gevormd. Niet nodig uit te leggen dat dit een prachtig schouwspel is, en de rit van meer dan 2 uur (enkel heen!) meer dan waard.
Ter plaatse wordt het ontbijt geserveerd, met een gekookt eitje uit de heetwaterpoel, en trekken we verder naar een volgend geothermisch veld. Hier zijn de grootste en meest actieve geisers. Ze hebben grillige kleine stroompjes gevormd, waarvan de bodem door mineralen en sedimenten oranjerood en donkerblauw kleurt en zich sliertjes hebben gevormd. De warmwaterspuiters ruiken vreemd, ze verspreiden  een geur van

vers gekookte spaghetti. Verder is hier ook een warmwaterbron waar je kunt in baden. Op de terugweg zie ik welk landschap we hebben doorkruist tijdens onze nachtelijke rit. Fascinerend hoe veel groen hier aanwezig is. De omgeving telt verschillende plantensoorten en in de vele, door onderaards opstuwden water gevormde poelen, groeien waterplanten en leven verschillende vogelsoorten

Gekleurde mineralen van de Tatio geisers

Tatio geisers

waaronder de flamingo. Bizar dat delen van de droogste woestijn ter wereld zo vruchtbaar zijn. Onderweg passeren we kuddes vicuñas. Deze lamasoort komt enkel voor op een hoogte meer dan 3000 meter. Hun lichaam is daarop speciaal voorzien: hun hart is drie maal groter dan dat van een mens, ze hebben vijf keer meer rode bloedcellen en ze bezitten een thermische vacht.
Ook hebben we het geluk van een tamelijk zeldzaam diertje te zien dat tot de marterachtigen behoort, namelijk de vizcacha, en wel twee exemplaren!
Na een bezoek aan Machuca, een nederzetting op 4000 meter hoogte, met een schitterend kerkje en meer lama's dan mensen, keren we terug naar San Pedro de Atacama, de route volgend die de Cordillera de la Sal in tweeën splijt. Schitterende vergezichten over de Atacama zoutwoestijn, op de kegelvormige vulkaan Licancabur, de Putina vulkaan die kleine stoomwolkjes laat ontsnappen uit zijn flanken en op de Cactus Cardon die tot 10 meter hoog wordt en hier overal ligt rondgezaaid. Langzaam voel ik de lucht rijker worden, want traag wandelen was boven absoluut nodig. De voormiddag was schitterend en ik heb een ongelooflijk respect voor de arbeiders die deze weg hebben aangelegd in deze vijandige omgeving, en het zo mogelijk maken om dit schitterend gebied te bezoeken.

Trotse Lama in de omgeving van Machuca

Terug in het hotel heb ik eindelijk het zwembad gevonden. Eventjes dacht ik dat ik mij had vergist, ik was overtuigd dat mijn hotelletje een zwembad had, maar ik kon het niet vinden (jullie moeten niet lachten!). Blijkbaar ligt het aan de overkant van de straat, op een soort parkeerplaats...soit, ik heb het gevonden hé.
Daarna trek ik, in de verzengende hitte, het stadje in op zoek naar een lekkere empanada (lijkt een beetje op een pita) en een fris drankje. Twee dingen vallen mij terug op: hier en in heel Chili en Argentinië trouwens, zijn massa's honden, overal loopt het er vol van.
 
   
                                      kerkkruis in Machuca

Pitoresk kerkje in Machuca

En ook : deuren!! Weet je hoeveel verschillende voordeuren er bestaan?!
Ongelooflijk wat een variëteit, in alle kleuren, maten, groten, materialen en in verschillende staten van ontbinding. Ongelooflijk interessant als je daar begint op te letten.

   

Ik denk dat ik nu een duikje neem in het zwembad en mij dan klaarmaak voor de zonsondergang in de Valle de la Luna. Na een frisse duik in het zwembad arriveert de bus stipt om 16 uur voor de tocht naar de Valle de la Muerte (dodenvallei) en de Valle de la Luna (maanvallei).
Deze twee valleien bevinden zich in de Cordillera de la Sal die aan de andere zijde van de zoutvlakte  liggen.

Deze bergketen bestaat niet uit vulkanen maar ze ontstond miljoenen jaren geleden door de opstuwing van twee aardplaten en was vroeger deel van de Salar. Dit verklaart de massale aanwezigheid van zout.
We parkeren op een eerste uitzichtpunt waar we kijken over een groot deel van de Cordillera de los Andes aan de andere kant.
Dit deel is gevormd door 130 vulkanen waarvan de Licancabur, met zijn 5900 meter de hoogste is.
Een deel van de Maanvallei ligt aan onze voeten en deze plek heeft zijn naam niet gestolen.
In tegenstelling tot het betrekkelijke groene landschap deze morgen, is het hier dor, kaal, onvruchtbaar en doods. Bovendien waait er een snoeiharde wind waardoor ik bijna gezandstraald wordt. Een filmpje vervangen of mijn lens verwisselen is heus acrobatenwerk.
De strakke wind kan echter niet verdoezelen dat het bloedheet is. Geen zonnecrème, is na een half uur erg verbrand.

Valle de la Luna

Onze volgende bestemming is de dodenvallei. De bus stopt en we worden verzocht uit te stappen en de gids te volgen.
We lopen een canyon in die als een trechter de wind aanzuigt uit de diepe vallei vóór ons.
We worden echt uit onze schoenen geblazen. Onze kennismaking met de dodenvallei is kort, krachtig en niet ongevaarlijk.
Amai, mijn laatste excursie hier morgen is een tocht te paard naar deze plaats. Dat belooft!
Na deze wandeling met orkaankracht rijden we de maanvallei binnen. Diepe okerkleurige rotswanden wisselen af met grijze zandduinen. Blinkende, zoute zuilen delen het landschap met geërodeerde rotsformaties. Waar miljoenen jaren geleden een rivier stroomde, is er nu een diepe canyon, de bodem bedekt met fijn zand en ondergraven door diepe grotten.
Langs een zandduin dalen we af in deze smalle kloof en volgen de weg die een waterstroom hier in een ander tijdperk heeft gegraven. De zon wordt zachter en kleurt de wanden van deze stille canyon goud, oranje en grijs. Het altijd aanwezige zout bedekt de rotsen en als je stil bent, hoor je de stenen voorzichtig kraken als een gletsjer. De hitte doet ze uitzetten.
De wind, het water en de tijd schiepen prachtige strepen, lagen, bobbeltjes, stalactietjesen, stalagmietjes en torentjes in en op de wanden van deze onmetelijk oude kloof.
Bij het einde van onze doortocht, wacht de bus ons op voor het

Goud oranje en grijs wordt de kleur bij zonsondergang

hoogtepunt van de dag: zonsondergang in de Valle de la Luna. In een lange rij volgen we een pad dat dwars over een helling loopt naar het begin van een reusachtige, 80 meter hoge zandduin, die tussen twee heuvels geklemd ligt. Helemaal boven zie ik minimensjes die aan de oversteek begonnen zijn naar de andere kant. Eenmaal boven is de imposante duin nog manbreed.
Ik verzamel al mijn moed en samen met enkele anderen vatten we de 300 meter lange tocht aan over de zandrichel van 40 centimeter breed met steile 80 meter diepe wanden aan beide zijden en een stevige bries.
Dit is echt wel beangstigend en even denk ik van rechtsomkeer te maken, maar dat kan niet meer want anderen zijn reeds gevolgd en het is onmogelijk om elkaar te passeren. Omdat één wand in de zon ligt en de andere in de schaduw, ben ik een beetje uit evenwicht. Vergeet ook niet dat we hier op 3000 meter hoogte zijn.
In ieder geval is het intense belevenis en opnieuw een overwinning op mezelf. De beloning is er dan ook naar. Met een bende zottekes (zoals ik) zitten we boven op een heuveltop met een 360 graden zicht en de Maanvallei aan onze voeten. ' On top of the world ' noem ik dat, of is het eerder Moonwalking?
Heel dikwijls tijdens mijn reis zag ik zoveel moois in één keer, dat ik niet goed wist waar eerst gekeken. Vandaag is niet anders.

Duinen in val de la Luna.De zon begint onder te gaan

 Eens de zon gezakt, volgt de terugkeer over de zandduin, adrenaline genoeg voor vandaag. De terugweg verloopt een stuk vlotter.Op de terugweg in de bus, terug dezelfde vraag van verbazing : wablief, reis jij helemaal alleen ?!
De meeste mensen zijn daarover behoorlijk verrast, sommigen denken dat het gevaarlijk is, anderen vinden het moedig en er zijn er ook die het eigenlijk ook zelf zouden willen. Ik ben nochtans helemaal geen uitzondering, op mijn tocht kwam ik verschillende gelijkgestemde vrouwen tegen, zelfs een Zwitserse vrouw van 65 !
Met deze morgen een temperatuursverschil van 40 graden en een hoogteverschil van 2000 meter, en deze namiddag terug 20 graden en 1000 meter verschil, plus een nachtelijke wekker om 3u30, ben ik toch behoorlijk moe. Ik zit nu te tafelen in een gezellig restaurantje en had gedacht mijn laatste avond in het stoffige San Pedro te vieren met een glaasje wijn. Maar dat is buiten de waard gerekend. Wegens de Chileense presidentsverkiezingen vandaag, is er een algemeen alcoholverbod uitgevaardigd om vechtpartijen te voorkomen.

Dus zal ik zeker nuchter mijn terugtocht langs de stille, donkere

straat zonder verlichting naar het hotel kunnen afleggen. Mijn voorlaatste nacht is begonnen....

dag 21 : maandag 12 december 2005: Paardrijden in Valle de la Muerte -  Folklore in San Pedro : viering van de ‘Virgin de Guadalupe’. – vlucht Calama - Santiago
Na een stevig ontbijt word ik om 8 uur opgehaald voor mijn laatste excursie. Een tocht te paard naar de Valle de la Muerte. Gisteren had ik even getwijfeld of dit wel zo'n goed idee is, met mijn knie-heup-been problemen, maar ik dacht, pijn heb ik toch dus zo erg zal het wel niet zijn. Op het parkeerterrein bemerk ik een heuse cowboy met dito hoed, beenbeschermers en echte sporen ( je weet wel, met van die getande wieltjes zoals in de cowboyfilms ).

Mijn paard staat me, gezadeld en een beetje loom, op straat op te wachten. Nu moet je weten dat het ongeveer 20 jaar geleden is dat ik nog op een paard gezeten heb. Voorzichtig informeer ik naar het temperament van mijn viervoeter. 'Muy tranquillo, muy calmo' verzekert David me ( dat is toch ook geen naam voor een cowboy hé!). Zijn naam is Rival en we gaan samen op pad. We doorkruisen San Pedro en gaan op weg naar de Dodenvallei.
Eenmaal het dorp uit, komen we in een andere wereld, ons pad loopt recht de vallei in. Mijn paard sjokt verder tussen enorme steenblokken en rotswanden en de hitte is op dit vroege uur nog dragelijk. Slingerend en in stilte,
David spreekt geen woord Engels en mijn Spaans lukt ook niet zo goed vandaag, vervolgen we onze weg door dit dode landschap. Plots staan we midden in de hete vallei die, buiten massieve rotswanden, ook gezegend is met glooiende duinen en torenhoge zandruggen. Het rustige stappen is voorbij, nu gaat het in volle galop! Paard en ruiter (ikke dus) schudden door elkaar, met  wapperende manen en haren gaat het pijlsnel door het mulle zand.
Erg elegant zijn mijn rijkunsten niet, maar ik blijf dapper in het zadel. We klimmen een hoge zandrug op en dalen, achterover leunend en met de voeten vooruit, de steile helling af. Dit is een lang vergeten sensatie, en paardrijden op deze plek, onherbergzaam en doods met niemand anders dan wij, ruiters en paarden, maakt de ervaring nog intenser.
In dit maanlandschap is verder geen levende ziel te bespeuren. Als we even afstijgen om wat uit te rusten is het dan ook oorverdovend stil. Ab-so-lu-te stilte, geen mens, geen dier maakt geluid...niets. Bizar, maar een verpletterende ervaring!
De weg terug gaat nu OVER de berg en we laten het pad voor wat het is.

Souvenirshop San Pedro

 Na 3 uur zijn we terug aan het hotel waar ik met lichtjes gebogen onderste ledematen naar mijn kamer slof...dat paard zit precies nog tussen mijn benen ! Dit was echt een heel speciale voormiddag.

Ondertussen is het 11 uur, ik heb nog 4 uur vakantie. Een laatste wandeling door dit liefelijke, door de zon verschroeide dorp, met zijn stoffige straten, ontelbare deurvarianten, lemen huisjes en vriendelijke, gemoedelijke sfeer. Het stadje ook, waar alle elektriciteitsmeters buiten aan de gevels hangen, best dat het hier nooit regent...
Tijdens mijn internetbezoek, hoor ik op het marktplein de fanfare spelen. Ik haast mij erheen en ben getuige van een ongelooflijk schouwspel. Ik ga terug in de tijd en krijg kippenvel, zelf in deze hitte.
De Atacamiëns (Kunza’s) vieren vandaag de Heilige Maagd van Guadaloupe, een katholieke feestdag gekruid met eeuwenoude tradities.. Verschillende groepjes in erg kleurrijke, traditionele kledij dansen om beurt op de tonen van hun orkestje.
Eerbiedig wordt de Heilige maagd op een draagbaar meegevoerd. Mensen komen de pop kussen in volle aanbidding.
De maagd is eigenlijk een soort barbiepop met een kroontje en

Feest van de Heillige Maagd van Guadaloupe

een wijd, roze kleed. Als de hele stoet al dansend vertrekt, sloft de menigte ze devoot achterna. Ik hou van die kleine, traditievolle dorpjes, waar de mensen fier zijn op hun afkomst, hun gebruiken, hun geschiedenis en hun woonplaats.


De danseressen van San Pedro

En waar ze alles in het werk stellen om dit in ere te houden tot meerdere eer en glorie van iedereen. Verder bezoek ik nog het archeologisch museum. Als Belg onmogelijk te missen, het museum werd namelijk opgericht ter ere van de Belgische Pater Lepaige, die hier in de jaren vijftig veel onderzoek heeft verricht naar de Kunza cultuur, en taal en gebruiken heeft ontcijferd. Hij was ook de ontdekker van 3 mummies in de Dodenvallei.

Ondertussen is het afscheid gekomen. Tijdens de busrit, die me in een uur naar de luchthaven brengt, zie ik niets...niets dan zand, rotsen, stenen. Dit is een landschap om tot bezinning te komen, om in na te denken, het is zo leeg dat je door niets wordt afgeleid en je je geest kunt ordenen....

Bij aankomst in Santiago krijg ik een heuse cultuurshock te verwerken. Van het lemen huisjes woestijndorpje naar de super grootstad. In de bus naar het hotel probeer ik te bekomen, maar het lukt me niet. Morgen zal het misschien beter gaan..


Dag 22: dinsdag 13 december 2005:
terugvlucht Santiago – CDG - Brussel
Gisterenavond hier in de bar van het hotel een Pisco Sur (Pisco met citroensap) gedronken, de nationale drank van Chili. Een cadeautje van het hotel, een welkomstgebaar. Ik had geen zin om mij helemaal op te tutten, en ben dus maar in mij paardrijdkleren naar de chique bar getrokken. 'k Trek het mij niet aan, ik heb betaald en ben de gast, dus...
Vanmorgen kruip ik om 9u45 uit bed, dan een stevig ontbijt want mijn geld is op dus kan ik niets meer kopen in de luchthaven. Ik merk bij mezelf dat mijn kledij niet echt fris meer ruikt, kan ook niet anders na al dat stof, zweet en paard. Wel, degene die naast mij zal zitten op het vliegtuig zal een uurtje of zestien zijn neus moeten dichtknijpen! Nu wachten op mijn transfer naar de luchthaven en dan kan de terugreis beginnen. 'k Ben benieuwd wat ik allemaal zal voorhebben nu....

Om 13u30 ben ik aan boord van vlucht AF 417, een Boeing 777-400, met bestemming Parijs via Buenos Aires. Ik heb een vensterplaats en naast mij zitten twee Chinezen (Japanezen, Taiwanezen, platte kezen....whatever...graptje...). De maaltijd wordt geserveerd en plots hoor ik vreemde maar bekende geluiden naast mij. Wat ik dacht te horen, klopt ook : zitten die twee Chinezen toch wel te smekken dat je het vier rijen verder hoort?! En alsof dat nog niet genoeg is, laat één van hen ongestoord een ferme boer.

Contrast met Santiago

Contrast

Geeuwen gaat met de mond wijd open, en wat ze niet lusten wordt gewoonweg terug uitgespuwd.
Even later zit één van de twee in zijn neus te peuteren en kijkt aandachtig naar hetgeen hij er heeft uitgevist !!!! Echt waar hé, ik zit hier niet te zwansen hoor!! Dégoetant, in 't Vlaams.
Ze begrijpen geen woord Engels, Frans of wat dan ook. En als we even later allemaal het vliegtuig moeten verlaten, vergezeld van al onze handbagage, blijven ze koppig zitten. Allé, 't zal plezant worden, 'k heb het weer getroffen met dit gezelschap. Ben benieuwd hoe hard ze gaan snurken vannacht...

Ondertussen werp ik een laatste blik op de Cordillera de los Andes. Het weer is hier helder en ik zie besneeuwde pieken tot aan de horizon. Een beetje verder, tijdens de landing in Buenos Aires, verschijnen er platte wolkenschijven als wollige pannenkoeken. Als het vliegtuig tussen en ter hoogte van deze plukken hangt, kijk ik er zowel onder als boven. Net zoals in zee, als je met je duikbril half onder water kijkt. Interessant om te zien hoe alle wolken precies op dezelfde hoogte hangen, alsof ze ergens op rusten.
Als we later over de Rio de la Plata vliegen, kijk ik neer op het gerimpelde water, als het geribbelde zand bij eb op het strand.

Dag 23: woensdag 14 december 2005: Thuis.
Met Zuid-Spanje in zicht en na een slapeloze nacht, word ik verwelkomd door een prachtige zonsopgang. De einder kleurt van karmijnrood naar alle kleuren van de regenboog, en tenslotte verschijnt langzaam een bloedrode zonneschijf.... Welkom thuis!

 

De website van Kristine Hannon

 Kristine

printversie

318.02.02.08