Amerika - Cuba - Excursiereis

Excursiereis Cuba
Tekst: Joyce Frey
Reistijd: februari - maart 1995

 Varadero - Cienfuegos - Trinidad - Guama - Havana - Pinar del Rio - Viñales

 

 

Schiereiland Varadero

 

Na een lange vlucht bereikten we het vliegveld van Varadero. Een hitte verwelkomde ons, mijn dochter Sandra en ik, die uit de Zwitserse kou kwamen. Toen de mensen bij elkaar waren, die dezelfde rondreis zouden gaan maken, liepen we naar de bus die op ons stond te wachten. We waren allen moe van de lange vlucht en hoopten snel in ons hotel aan te komen.
 


'n Leuke Cubaanse autobus

Maar de bus had er geen zin in om te rijden. Na meerdere pogingen moesten we uitstappen en wachten. Een vertegenwoordiger van het sterke geslacht begon bijna te janken en jammerde dat hij weer naar huis wilde gaan. Als troost kregen we een betere bus die ons over het schiereiland Varadero reed.

Het was niet zo interessant die vele hotels daar te zien. Toen we weer terug gekomen waren, deed onze bus het weer. We konden naar Santa Clara rijden, waar de reis beginnen zou. Het ging over een goed aangelegde brede weg waar bijna geen verkeer was. Af en toe gingen we aan een oude Amerikaanse cabriolet voorbij of kwam er ons eentje tegemoet.
 


Mojito

Onze bus had niet alleen een chauffeur en een reisleider, maar ook een monteur en een bardame aan boord. Achter in de bus was een bar waar we drankjes konden halen. Sandra en ik waren de eersten die er gebruik van maakten om een Mojito te bestellen. Een echt Cubaanse drankje dat uit witte rum, citroen, suiker, ijs en water bestaat. Het wordt dan nog gegarneerd met pepermuntbladen.
 
We moesten wel eerst de jonge, luie, dikke dame uit haar slaap halen. Dat gebeurde steeds als iemand iets te drinken wilde halen. Zo maakten we er een spelletje van om te wachten tot ze weer sliep, om een drankje te bestellen. Eindelijk kwamen we bij ons hotel aan en konden we een beetje van de rust genieten.


  Botanischetuin in Cienfuegos


Toen we elkaar bij het avondeten weer allemaal troffen en naar onze tafels gingen, legde de 'huiler" een pak met natte bankbiljetten op tafel. Hij zei beschaamd dat hij ze had afgespoeld, nadat ze bij het afzakken van zijn broek, in het toilet was gevallen. Ik begon te lachen en riep dat we een "witwasser" in ons midden hadden. Vanaf dit moment noemde we hem alleen nog maar "de witwasser"

De volgende ochtend waren we uitgerust en konden we met nieuwe energie aan de rondreis beginnen.

We bleken een leuke groep te hebben en we konden het goed met elkaar vinden. Het ging naar Cienfuegos, waar we eerst een botanische tuin gingen bekijken. Er groeiden daar meer dan 2000 soorten bomen en planten. Daarna reden we naar de stad zelf om onder andere het beroemde Terry theater te bekijken. We gingen naar binnen. Het was erg oud en zeer nostalgisch. Ik kon me hier wanen in de tijd van mijn oma. Verder ging de reis over een weg die minder goed was. Veel vrachtwagens met achterin staande mannen, reden over deze weg. Ze waren op weg naar hun werk.


Cienfuegos - Terry theater

 


Suikerrietkappers bij Trinidad

Hier groeit overal suikerriet dat gekapt moet worden. Overal waar je keek waren mannen aan het rietkappen, als ze niet toevallig op de grond zaten om een sigaret te roken. De oogst werd op de vrachtwagens gegooid om naar de suikerfabriek gebracht te worden.

Wij gingen verder naar Trinidad. Dat is een leuk stadje met koloniaal karakter. De straatjes zijn met keitjes belegd. Een schoolklas maakte op een plein gymnastiekoefeningen. We keken een tijdje toe en wandelden vervolgens verder door het stadje. Op straat danste een lange dunne man, die er uitzag alsof hij al ver over de zeventig was. Hij had het ritmisch dansen in zijn bloed en gaf een goede show.
 
Na een lange wandeling gingen Sandra en ik naar een terrasje om ons te verwennen met een Cuba Libre. Ook hier speelden muzikanten die heerlijke klanken ten beste gaven. Daarna beklommen we de kerktoren om van het uitzicht over de stad te genieten.

De dag er na reden we naar Guama. We konden het niet nalaten om onze bardame uit haar slaap te halen. Al was het maar voor een glaasje water. Op een grote plaats zagen we dat kinderen weer bezig waren met gymnastiekoefeningen. Maar ons doel was een natuurreservaat. Met een boot voeren we over een rivier, langs prachtige landschappen, waar af en toe een paar armoedige huisjes stonden. Ook waren er een paar luie krokodillen te zien, die daar lagen alsof ze dood waren, maar met de bek wagenwijd open.


Trinidad

 
Toen we konden uitstappen was het bij een krokodillenfarm. Hier waren zoete kleine baby's te zien. Eén van die kleintjes werd om mijn hals gelegd.
 


Natuurreservaat bij Guama

Ik had er niets op tegen, omdat het mondje met een stuk touw was dichtgebonden. Nadat Sandra mijn dapperheid bewonderd had, liet ze het beestje ook om nek leggen. Later gingen we naar de varkensbaai, ook wel de Playa Giron genoemd.
Tamelijk platte rotsen komen boven de zee uit in een idyllisch landschap.


Playa Giron

 

Hoe mooi het hier ook was, een treurige verlatenheid beheerste dit landschap.

 


Havana oud

De volgende dag reden we naar Havana. Dit kon een prachtige stad zijn. Mooie gebouwen in koloniale stijl , die er tamelijk verwaarloost uitzien, zijn te bewonderen. Als deze gebouwen gerenoveerd werden, kan het de mooiste stad op aarde zijn. In het nieuwe stadsdeel staan modernere gebouwen op uitgestorven plaatsen.


Havana nieuw


Maar zoals overal in het land, was de held van de natie ook hier aanwezig: Che Guevara. Als standbeeld of als groot portret aan de muur. In het oude stadsdeel staan prachtige gebouwen. Daar zijn marktjes en binnenplaatsen waar ook de restaurants zijn.
 


Hemmingway café in Havana

In een smal straatje bezochten we de stamkroeg van Ernest Hemmingway om een Cuba Libre te drinken en naar de foto's van de schrijver te kijken. Ik was verliefd op deze stad geworden en dacht er aan om hier dagenlang door de stad te slenteren. Maar dat was niet mogelijk.

Wij gingen naar Hotel Comadore, dat aan het strand lag.
Omdat het nog vroeg genoeg was, maakten Sandra en ik een wandeling. We waren verbluft toen we op het strand een hoop blauwe condooms zagen liggen. Toen we het later aan de reisleider vertelde meende hij dat het kwallen waren, die door de stroming aan wal gespoeld waren. Bovendien waren ze zeer giftig.

We gingen naar ons balkon en keken toe hoe de golven met geweld tegen de pier omhoog sloegen. In de avond reden we naar een vesting, boven de stad om een kanonnen ceremonie mee te maken. Sandra en ik stonden er een eind vandaan en hielden de handen op de oren. We waren blij toen het afgelopen was, want we hadden allebei een fobie voor knallerijen.
 


Sigaartje?

De dag er na ging de reis naar  Pinar del Rio.

We reden langs sprookjesachtige dorpjes. Overal waren tabaksplantages en er werd volop geoogst. Wagens die door ossen getrokken werden, moesten de grote bladeren naar hutten transporteren waar deze aan stangen werden gehangen om te drogen.


In de vallei Pinar del Rio


Bij een kleine vijver voor een boerderij groeide nog iets anders. Een moedervarken en een gezin met kleine biggetjes woelden in de aarde. Ach hoe leuk dat die kleintjes toch zijn. Aansluitend bezochten we nog een sigarenfabriek waar nog alles met de hand gemaakt werd. Natuurlijk kocht iedereen een doos sigaren voor vrienden of bekenden thuis.
 


De rode grond bij Vinales

Verder ging het naar Vinales. Een prachtig heuvellandschap waar de bodem rood is. In Cueva del Indio stapten we met kleine groepjes in verschillende bootjes om de grotten in te varen. Ook deze waren de moeite van het bezoeken waard.

We reden dan weer naar Havana terug, de stad waar ik mijn hart verloren had. Het avondeten werd geserveerd in een restaurant, waar ook een modeshow werd gehouden. Tijdens het eten bekeken we de mooie mensen die leuke kleren droegen. Een droomman droeg een prachtig hemd, dat ik graag mijn zoon cadeau zou geven. Ik kocht het hemd maar kreeg er jammer genoeg niet de man bij, ook al was het maar voor een korte tijd. Hiermee kwam de reis ten einde.

Een paar mensen gingen weer naar huis, anderen bleven nog een weekje in Varadero, zoals Sandra en ik.
 

In het Berlevento hotel, dat eenvoudig maar gezellig is, hadden wij nog een leuke tijd. We waren wel blij dit hotel te hebben, met op het eind een twintig kilometer lang schiereiland. Wij waren dicht bij het stadje. Veel te doen was er niet maar er stonden een paar gezellige restaurants. Ook een paar winkels, waar buiten zeep en hoognodige huishoudartikelen, bijna niets te koop was. Maar muzikanten en straatverkopers waren overal te vinden. Op bijna alle hoeken stonden muzikanten die vaak treurige muziek maakten en daarbij zongen. Sieraden werden ook verkocht. Deze waren uit eenvoudig afvalmateriaal gemaakt, zo werd ook het prachtige houtsnijwerk vervaardigd.


Cubaanse muzikanten zijn overal


Wij brachten veel tijd door aan het strand, het zwembad en het stadje. De tijd vloog om en wij moesten weer naar huis. Het vliegtuig vloog eerst naar Cancun om te tanken. Daar kregen we genoeg tijd om de winkels te bekijken. We kochten voor de kinderen thuis cadeautjes. Het was een genot om weer winkels te zien waar je van alles kon kopen.

     


Terug naar de startpagina van Cuba
Joyce