Homepage

Ethiopië
Tekst en foto's: Henk de Mari

Reistijd 2004 / 2005

     

     

Een reisverslag..........

Nieuwegein - Ethiopië

Het is al weer twee jaar geleden dat ik voor het laatst in Afrika ben geweest.
Het was een rondreis door Zuid-Afrika met Djoser en als reisbegeleidster Marlis.
Groot is mijn verbazing dan ook dat ik bij deze reis de ticket op Schiphol van dezelfde Marlis krijg uitgereikt.

Marlis is inmiddels van Djoser overgestapt naar Sawadee en zal een groep in Ethiopië begeleiden die op 5 januari start.
Om vast wat ervaring op te doen reist zij de eerste twee weken mee.
Al met al een leuke verassing!

Op 22-12-2004 stappen we in het vliegtuig en landen na een tussenstop in Rome op 13-04-1997 uit in Addis Abeba.
Het lijkt alsof we terug in de tijd zijn gevlogen, maar schijn bedriegt.
Ethiopië heeft een afwijkende jaartelling, maandindeling en dagindeling.
Het nieuwe jaar begint er op onze 11 september en heeft 13 maanden: 12 maanden van 30 dagen en één maand van 5 dagen (schrikkeljaar is zes dagen en is één jaar eerder dan ons schrikkeljaar).
Ook de dagindeling is afwijkend.
Een dag bestaat uit een dagdeel van 12 uur die begint om onze tijd 06.00 uur en een nachtdeel die begint om onze tijd 18.00 uur.
Elf uur 's morgens is in Ethiopische tijd 05.00 uur.
Gemakshalve wordt er vaak voor de toeristen de Europese tijd gebruikt.

 


Het Zuiden - Merengebied
 

Na een goede nachtrust in Addis vertrekken we vroeg in de morgen met vier landrovers naar het zuiden.
Direct worden we al geconfronteerd met het probleem dat ons de gehele reis zal achtervolgen. Gemaakte afspraken worden vaak niet goed nagekomen, waardoor bij voorbeeld hotelreserveringen niet goed aan komen of kamers dubbel worden geboekt.
Zo ook bij ons hotel bij het Lake Langano. In plaats van de luxe kamers bij het meer krijgen we driekamer-huisjes waar we met z'n vijven overnachten.
Het wordt gelukkig allemaal goed gemaakt door de prachtige kamer die ik in het volgende hotel krijg!
We blijven twee nachten in Arba Minch en maken een mooie boottocht op het meer op zoek naar krokodillen, nijlpaarden en pelikanen.
's Middags brengen we een bezoek aan een Dorze dorp.
   
Als we aan komen stroomt het hele dorp uit en voordat we het weten zijn we omringd door tientallen kinderen, die allemaal een pen of een birr (Ethiopische munteenheid) willen.

We vieren kerst in een gezellig restaurant waar we heerlijke tilapia eten. Na het eten gaan we met een klein groepje naar de plaatselijke "disco" en weten alle aanwezige Ethiopiërs op de dansvloer te krijgen.


De Stammen

Op weg naar Turmi brengen we een bezoek aan de Erbore stam.
We worden verwelkomd door de vrouwen en kinderen van het dorp en na enige aarzeling laten ze zich graag fotograferen.
Als beloning krijgen ze één of twee birr per persoon per foto.
Deze "vergoeding" zal bijna de gehele reis gelden voor elke foto die ik van de mensen maak.



We blijven twee nachten op een camping in Turmi en bezoeken
's morgens de plaatselijke markt van de Hamar, waar allerlei lokale producten te koop zijn. De vrouwen dragen met schelpen versierde geitenvellen en met boter en klei geverfd haar.
Ook de mannen dragen prachtige kapsels en kralenkettingen.

Aan het eind van de dag bezoeken we een dorpje waar we enkele Hamar dansen zien.
Op de camping vertelt een Hamar-jongen zijn verhaal:

Volgens de gebruiken van de Hamar zijn baby's waarbij eerst de boventanden doorkomen minky's.
En een minky betekent onheil en tegenslagen voor de familie en het dorp.
Deze kinderen worden dan ook direct gedood.
Onze Hamar-jongen is ook een minky, maar zijn moeder wist te vluchten en heeft zich drie dagen schuil gehouden. De jongen is door een andere stam opgenomen en opgevoed.
 

 
Hij is nu 18 jaar en heeft in die tijd zijn moeder drie keer in het geheim ontmoet. Als zijn familie of dorp hem vindt wordt hij alsnog gedood. Zijn stiefouders zijn inmiddels overleden en nu zwerft hij rond op de camping en doet hier en daar wat klusjes.
Hij wil graag gaan studeren, maar daar is het geld niet voor.
In overleg het onze reisbegeleidster Anneke adopteren wij hem en zullen zijn drie jaar studie sponsoren. Dit doen wij via een stichting die meer van deze jongens en meisjes begeleidt.

Het schijnt heel moeilijk te zijn om dergelijke gebruiken en tradities te doorbreken. Er is zelfs nog een stam waar alle eerstgeboren kinderen worden gedood!

Minky jongen.

 
We verlaten de camping van Turmi en rijden het Magopark in.
Het wordt een avontuurlijke rit waarbij we drooggevallen rivierbeddingen doorkruisen en vast komen te zitten in diepe kuilen en het mulle zand.
Onderweg stoppen we bij een dorp langs de Omo-rivier.
Hier wonen de Karo. Het is een zeer kleine stam die in een paar dorpjes langs de rivier leven. De vrouwen versieren zich met enorme littekens op de huid en dragen vaak een spijker door de onderlip.

We kamperen in het Magopark op een eenvoudige kampplaats en wassen het stof van ons
lichaam in het iets lager stromende riviertje.

Rondom het kamp leven wat bavianen en als we Anke niet hadden tegengehouden liep er nu een baviaan rond met een rode baseballpet op. 's Nachts lijkt het of het regent, maar dat blijken de bavianen te zijn die in de bomen boven onze tenten zitten en daar hun behoeften doen.

 
We vertrekken vroeg, op zoek naar de zeer geïsoleerd levende Mursi. Onderweg passeren we enkele mooi beschilderde jongens die graag voor een foto willen poseren.
Als we het Mursi-dorp bereiken staan de mensen ons al op te wachten.
In het begin wekt het wat irritatie op als je iedere keer weer aangeklampt worden voor het maken van een foto of het geven van een pen, maar na enige tijd is iedereen aan elkaar gewend en kunnen we prachtige foto's maken van deze mensen.

De vrouwen dragen als versiering schijven van klei in hun onderlip.
Hoe groter de schotel, hoe hoger de uiteindelijke waarde van de bruidsprijs.

Ik maak meer foto's dan nodig, vooral om hierdoor een excuus te hebben de mensen wat birr toe te stoppen. Na de mislukte oogst is iedere steun welkom, hoe klein dan ook.
 
We vervolgen onze weg naar Jinka, de hoofdstad van de regio.
Samen met Thijs en Anja wandel ik door het stadje gevolgd door enkele jongens die graag onze gids zijn. In een plaatselijk café worden we uitgenodigd het eigen bier te proeven, een nogal stinkende drab die we maar niet proberen.
In Key Afer bezoeken we de markt waar de Banna en Tsemay hun waar verhandelen.

Op een groot open terrein zitten de vrouwen met hun koopwaar.
Ook hier biedt een jongen zich aan als gids en vertelt mij wat er allemaal verhandeld wordt en tot welke stam de betreffende mensen behoren. Zonder veel lastig gevallen te worden wandel ik over de markt en koop hier en daar wat souvenirs.

De laatste stam die we bezoeken zijn de Konso.
We overnachten in de gelijknamige plaats en brengen we een bezoek aan een Konso-koning.Er zijn negen koningen die elk een paar duizend onderdanen hebben.

 
In elk dorp wonen onderdanen van de negen koningen, zodat er geen concentratie van macht is in een bepaald dorp.
De belangrijkste taak van de koning is het beslechten van meningsverschillen. Enige tijd geleden is de vader van de koning overleden en we bezoeken het graf met daarop de waga, een van hout vervaardigd gedenkteken.
In een gezellig hotel in Yabello vieren we oudejaarsavond om tien uur met champagne en een heleboel pannenkoekjes.
Door een onduidelijke bestelling van 5 bordjes met 4 pannenkoekjes worden er 20 bordjes geleverd.
Wachten tot het nieuwe jaar is niet mogelijk omdat om elf uur de stroom wordt uitgeschakeld en we gedwongen zijn naar bed te gaan.


Nieuwjaarsdag gaan we naar El Sod, een enorme zoutkrater waaruit de zwarte zouthoudende modder uit het zoutmeer wordt gedolven.
Een pittige wandeling naar het 330 meter lager gelegen meer is zeer de moeite waard, al is de klim terug omhoog in de hitte wel zwaar.
 

Zoutkrater

We brengen ook een bezoek aan de singing wells.
Vanuit een ondergrondse bron wordt het water in emmers omhoog getransporteerd en in de drinkbakken voor de kamelen gegoten.
Dit zware werk wordt ritmisch begeleid door prachtige zang van de waterdragers. Een mooie ervaring om het nieuwe jaar mee te beginnen.

 

   
We eindigen onze tocht door het zuiden in Dila, waar we alweer problemen hebben met de hotelreservering.
Er zijn te weinig kamers vrij met het zijn vijven logeren we in een hotel een paar straten verderop.

   

Wandelen in Bale Mountains National Park
 

De groep wordt in tweeën gesplitst en met zeven personen rijden we naar Bale Mountains National Park.
Bij aankomst in Dobola reserveren we meteen een hut in de bergen waar we over twee dagen willen overnachten.
Na een trip naar het Sanetti Plateau komen we terug in Dobola en blijkt men niets van onze reservering te weten en op goed geluk vertrekken we toch naar de hut. Deze blijk deels bezet te zijn en zonder verdere problemen kunnen we gebruik maken van twee stapelbedden.
De overige drie personen moeten in de hut op de grond slapen.

Rondom onze eerste overnachtingshut bij het Sanetti Plateau maken we een wandeling en zien er bergnyala's, menelik bushbucks en zwijnen.
De tocht naar de tweede hut is schitterend en we genieten van de prachtige omgeving.

Sanetti plateau


Het Noorden
 

De laatste 12 dagen trekken we door het noorden.
Het is een bergachtig gebied op zo'n 2000 meter hoogte, slechte wegen en veel, erg veel stof.
Op 7 januari is het Leddet in Gondar. Leddet is het koptisch kerstmis en vanaf negen uur kerstavond tot de volgende morgen wordt er in de kerken gebeden en gezongen.


We bezoek 's nachts een kerk en beleven enkele uren het kerstfeest samen met de plaatselijke bevolking. Een onvergetelijke ervaring. De volgende morgen loop ik nog eens terug naar de kerk en ben getuige van de feestelijke, vrolijke dansen rondom de kerk.
Na een bezoekje aan de kastelen van de Royal Enclosure en de Debre Berhan Selassie kerk, beroemd om zijn plafondschildering van engelen, trekken we verder.

In het Simiengebergte maak ik samen met Wil en Margje een wandeling naar het op 3855 meter hoogte gelegen uitzichtpunt Imet Gogo.
Of het nu door de hoogte komt, de door stof verstopte neus of de heerlijke ouzo van de vorige avond weet ik niet, maar het lopen valt niet mee. Gelukkig gaan er een paar muilezels mee die mij af en toe de berg op helpen.

Het blijft stoffig in de bus. Het idee is om het achterraam open te zetten, zodat de stof er uit kan, maar als je het raam open zet komt het door de wielen opstuivend stof de bus in.
Samen het Thijs heb ik het zo geregeld dat op goede, vlakke stukken wij het raam een tijdje open zetten totdat de ergste stof weg is.

uitzicht vanaf Imet Gogo

 
Na ruim negen uur rijden komen we in Axum aan.
Axum was de vroegere hoofdstad van het Axumitische rijk in de eerste eeuwen van onze jaartelling. Volgens de Ethiopiërs ligt in een kapel bij de Maryam Zionkerk de Ark des Verbonds.
De kapel wordt bewaakt door een priester en behalve hij heeft niemand kans om de Ark te zien.
Dit leidt uiteraard tot allerlei speculaties en er zijn dan ook diverse boeken geschreven over het wel of niet aanwezig zijn van de Ark.

De moeite waard is het bezoek aan de meer dan 15 eeuwen oude monolithische obelisken, uitgehouwen in de vorm van flatgebouwen met deuren en ramen. Even buiten de stad vinden we de overblijfselen van het paleis van de koningin van Sheba.

 

15 eeuwen oude monolithische obelisk

Dit deel van Ethiopië wordt bevolkt door de Tigrayers. De infrastructuur is hier beter dan in de andere delen van Ethiopië .
Dit komt doordat het grootste deel van de regering bestaat uit Tigrayers en zij hun eigen streek bevoordelen door het aanleggen van asfalt wegen en het verdelen van de betere baantjes.

Een paar lange reisdagen moet ons naar Lalibela brengen.
Onderweg zijn er alweer problemen met een hotel.
Er blijken twee groepen gereserveerd te hebben en er zijn te weinig kamers. Omdat de andere groep nog niet is gearriveerd en het inmiddels al donker is krijgen wij de kamers.
Op weg naar een verderop gelegen restaurant worden we gepasseerd door vier landrovers, de andere groep!

We zijn net klaar met eten als de Oostenrijkse reisbegeleider ons komt vertellen dat we onze kamers aan zijn groep moeten afstaan. Ook de hotelmanager komt langs om ons dit mee te delen.
Uit voorzorg hebben we allemaal onze kamersleutel bij ons en zijn niet van plan deze af te geven. Wij hebben ook gereserveerd, dus waarom zouden wij de kamers uit moeten?

omgeving van  hotel met Oostenrijkse vrienden

Terug bij het hotel blijkt de deur gesloten te zijn en mogen we er niet in. Binnen zit een Oostenrijkse groep reizigers die geen kamers hebben ingesloten en buiten staan wij met kamersleutels, maar zonder toegang tot het hotel. De politie wordt er bij gehaald en na twee uur onderhandelen zijn wij bereid om drie kamers in te leveren en vertrek ik naar een verderop gelegen hotel.

Achteraf blijkt dat de Oostenrijker ergens anders voor alle zekerheid elf kamers heeft gereserveerd, zodat al die toestanden eigenlijk niet nodig waren.
De twee dagen in Lalibela behoren tot de hoogtepunten van deze reis.
Uit de rotsen in het dorp zijn in totaal dertien kerken uitgehouwen.
Wij bezoeken het noordelijke deel waar zes kerken uit de rots zijn gehouwen.
De kerken zijn doormiddel van gangen en poorten met elkaar verbonden. Onvoorstelbaar dat dit in de 12e eeuw gebouwd heeft kunnen worden.

Het verhaal is dan ook dan 's nachts engelen hebben geholpen met het uithakken ervan. Als je een kerk binnen wilt gaan moet je eerst je schoenen uitdoen. Een speciaal schoenenmannetje bewaakt onze schoenen en neemt ze zonodig mee naar de volgende kerk.
In iedere kerk laat een priester een kruis zien dat we mogen fotograferen. Sommigen dragen een zonnebril omdat ze niet tegen de flits kunnen. Los van deze kerken staat de beroemdste en mooiste kerk, de Ghiorghis.
Deze kerk is uit een aparte rots gehakt in een kruisvorm.

We proeven tej, de Ethiopische honingwijn die hier gemaakt wordt. Samen met Mieke, Anja, Anneke en de twee chauffeur bezoeken we een gezellig barretje en dansen tot middernacht op de opzwepende Ethiopische muziek.
 

 
De laatste plaats die we bezoeken is Bahir Dar.

Het ligt aan het Tanameer, waar de Blauwe Nijl ontspringt.
Op de (schier-)eilandjes liggen prachtige kerken. Met een bootje varen we naar het schiereiland en bezoeken twee kerken. De muren rondom zijn prachtig beschilderd het bijbelse taferelen.

Samen met Wil en Thijs rijden we naar het dorpje Tis Abay.
Hier zijn de ooit beroemde Nijlwatervallen. Door de bouw van een stuwdam enkele jaren geleden is er van de meters brede waterval niet veel meer over. Gelukkig stroomt er nog wat water en is de wandeling er naar toe prachtig. We lopen over een eeuwenoude brug en komen veel dorpelingen tegen die hun waar naar de markt brengen.

Met een vertraging van meer dan een dag door een kapot vliegtuig en een gemiste aansluiting landen we moe maar voldaan weer op Schiphol en is een van mijn mooiste reizen ten einde.
 
   

 

Ethiopië

27 x Nederland

36 x België

74,7 miljoen inwoners


Meer reisverslagen van Henk ...


 

printversie

224.21.04.07