![]() |
Fontaine-de-Vaucluse |
|
|
||
|
||
Oorsprong van de geheimzinnige bron |
Start Frankrijk | Start Provence | Avignon | Cannes | Fontaine | Gassin | Grimaud | Hyères | Nice | Orange | Roquebrune | St. Tropez | ||
De bron met
zijn onverklaarbare geheimen |
Zelden heb ik zo'n verrassend bezoek gebracht aan
iets onbekends als naar deze door rotsen ingeklemde plaats.
Onbekend, voor mij dan natuurlijk. Dat bleek al snel toen we daar
aankwamen. We verbleven een weekje in de omgeving van Avignon en direct
al op zondag reden we naar deze plaats, waarvan we niet wisten wat ons
te wachten stond. Het was stralend weer. Prettig zonnetje. Temperatuur
van rond de zes en twintig graden. Wat wil je nog meer ? |
|
Wij naderen het dorp Fontaine-de-Vaucluse en zien al direct de
verschillende parkeerplaatsen die vol zijn.
Man met pet er voor. Slagboom omlaag.
Toch komen we het dorp binnen maar parkeren is er niet
bij. We snuiven een klein beetje van de gezellige sfeer op en worden min of meer gedwongen de brug over de Sorgue te nemen en de weg te vervolgen. We zijn nu aan de andere kant van de woeste rivier en rijden weer weg van het dorp. Ook hier weer overvolle parkeerplaatsen. |
We besluiten dat het vandaag niets kan worden met ons geplande bezoek en keren een beetje teleurgesteld "huiswaarts". Waarom vertel ik dit? Als je plannen hebt voor een dagje Fontaine, neem dan een doordeweekse dag. Het blijkt ook een geliefd oord te zijn voor de Fransen uit de verre omgeving. Misschien is het parkeren dan iets eenvoudiger. |
Dat
bleek enkele dagen later. Zonder problemen konden we bijna in het
centrum onze auto kwijt.
Voor drie Euro konden we zo lang parkeren als we wilden.
En we wilden
lang, bleek achteraf. Bovendien kregen we nog een informatiefolder van
de parkeerwachter in de hand gedrukt. We lopen richting centrum en dat is niet verder dan 100 meter. We hebben even tijd nodig om alles in ons op te nemen: het is mooi hier. En 'n gezellige, gemoedelijke sfeer We zijn op het centrale plein dat de naam "Collone" draagt. Van hieraf beginnen alle wegen naar de verschillende afdelingen van dit aards paradijs (niet overdrijven). Het pleintje is druk bezet door de vermoedelijke inwoners van het dorp, want iedereen lijkt iedereen te kennen. Aan de overkant van de rivier ligt de grote hostellerie "Le Chateau". De kok gooit uit het raam wat overgebleven voedsel in de rivier, waarna de vele eenden een poging wagen om iets op te vangen. De eenden zijn zeer bedreven om zich gaande en "staande" te houden in de sterke stroming van de rivier. |
|
Enkele eenden laten zich voortdrijven en gaan sneller door het water, dan ik kan fietsen op de weg. We bekijken dat een tijdje en zien dat er bepaalde delen in de rivier zijn, waar de stroming minder is. Zo komen de eenden weer terug op hun oude stek. Ze moeten er wel wat voor doen. We lopen de brug eens over. Voor de Hostellerie kan je bij de brug een trapje af en kom je bij een enorm waterrad. Deze werkt nog uitstekend. Een oude lieve oma komt ook de trap af en komt bij het rad, waar de tas wordt uitgepakt. De eenden kennen haar waarschijnlijk, want van alle kanten komen ze aan gefladderd of geslalomd in het woeste water. Ook zij heeft wat brood te verdelen onder de beesten. |
|
Rust. Dat is het kenmerk hier. Het enige dat zonder rust voortraast is de rivier. Als we weer op de brug staan, kijken we stroomafwaarts en krijgen een indruk hoe het hier vele eeuwen geleden moet zijn geweest. Achter het restaurant met vrolijk terras, is het museum te vinden van de dichter Petrarca. Petrarca werd wereldberoemd met zijn gedicht over de wanhopige liefde die hij koesterde voor Laura. Vrouw van Hugo de Sade en moeder van elf kinderen. De plaats van het museum is ongeveer de plek waar Petrarca enige tijd gewoond heeft. De dichter stierf in 1374, in zijn geboorteland Italië. |
Draaien we ons weer om en kijken we
stroomopwaarts, dan kijk je aan de linkerkant van de oever naar de vele
restaurants met hun grote en goed verzorgde terrassen. Het is
hoog tijd voor een kop koffie, dus daar moeten we maar eens heen gaan. We lopen terug over het centrale plein en komen in het straatje dat niet alleen naar de restaurants gaat, maar het is ook de route naar de bron. Vrolijke boel is het, in dit straatje. Rechts de horeca bedrijven, links is iedere meter benut voor het houden van een winkeltje vol snuisterijen of snelle hap tentjes. Het seizoen moet nog op gang komen, dus er is plaats genoeg en kunnen zonder probleem een tafeltje aan de oever van de rivier nemen. De obers zijn bijzonder aardig en de koffie voortreffelijk. |
|
Wij bestuderen hier hoe die eenden zich "staande" houden in deze woestenij. Ze hebben natuurlijk een hoop lol als ze zich mee laten drijven. Maar de weg terug is minder rooskleurig. Maar deze beesten weten niet beter en vinden uitstekend hun weg. Zij zijn het zwoegen gewend, denk ik. De weg waar wij naast zitten is de Chemin de la Fontaine. En langs deze weg is alles wat de toerist leuk vindt aanwezig. Te beginnen met een openbaar toilet, waar geen goede zaken worden gedaan. Even verder is tussen de weg en de oever het Ecomusée du Gouffre gevestigd. Hier zijn zaken te bekijken over de geheimen van de bron. Direct daar achter is de Galerie Vallis Clausa. |
|
Het lijkt alsof deze galerie evenals
het ecomuseum in de rotsen is
uitgehouwen. Maar dat is niet zo. Het eerste wat we tegenkomen is een glasblazerij. Men heeft niets liever dan dat men binnenkomt. De glasblazer is druk in de weer met het blazen van een olifant. Het op de handen kijken wordt erg op prijs gesteld. In de grote ruimte staat het vol met snuisterijen, die hier ter plaatse zijn gemaakt. De prijzen vallen ons erg mee en we kopen een olifantje. Deze wordt keurig ingepakt, bestand tegen traveling. Maar hier zijn niet alleen olifantjes, ook dolfijnen, sportfiguren, verlichtingsornamenten, bloemen, enz. enz. Het is een leuk begin van deze doortocht. |
Het volgende is een galerie met echt mooie schilderwerken. De meesters zelf zijn niet aanwezig, maar de charmante verkoopsters maken het gemis zeer acceptabel. Er zijn drie galerieën op een rij te bekijken. Na wat reclamestands van de parfumindustrie uit Grass komen we in een brede gang. Hier staan ramen open en als je de neus buiten steekt, blijkt dat we aan de oever van de rivier zijn. Altijd prettig om even frisse lucht op te snuiven (na al parfummetjes). |
Dan komen we bij het hoofddoel van deze galerie,
de papiermolen. We dalen een brede trap af en komen in een soort boekwinkel. Maar geen gewone. Nee hier draait alles om papier. Geen romans, geen ander soort bestsellers, nee: alle mogelijke soorten papier. Hier kan je op een fraai stuk papier een bericht laten kalligraferen, door een beroeps natuurlijk. Mooi postpapier, kaarten, kalenders, enfin. Bekijk de foto hiernaast maar eens om een indruk te krijgen van de hoeveelheden en soorten. papier. Op dezelfde foto is aan het eind van de zaal een trap te zien. Die leidt naar de papierfabriek. Ook dat is vrij toegankelijk. Hier kan je zien hoe sinds de 18e eeuw het papier gemaakt werd. Nu maken zij het hier nog steeds op dezelfde manier. Van vodden tot prachtig papier. |
|
|
Een belangrijk onderdeel van de fabricage is de watermolen. Maar eerst komen we bij de mannen die alles handmatig bewerken. Zelfs bloemen worden in de ruwe vellen papier verwerkt. Het wordt dan vrij dik papier. Maar als pseudo-techneut heb ik toch de meeste belangstelling voor het geweld dat na het aandrijven van de watermolen plaatsvindt. Daarvoor ga ik een stukje verderop naar de "hamerzaal". De molen drijft een as aan waar verschillende hamers aan vast zitten. Een zo'n hamer weegt 75 kg. Die hamers komen telkenmale neer in een granieten bak waar ongeveer 15 kg. lompen en water zitten. Iedere bak krijgt dreunen van drie hamers en zodoende worden de todden tot pulp verwerkt. Dit proces duurt 24 tot 36 uur. Het is allemaal buitengewoon boeiend. |
|
|
|
Of we het nu leuk vinden of niet, we worden er
uitgesmeten, want het is lunchtijd. De tijd is omgevlogen in deze
galerie. |
|
Maar voor ons is het ook
tijd voor de lunch. Deze gebruiken we op het dakterras van de galerie
Vallis Clausa. Van hier af is het voor geoefende wandelaars een
kleine 10 minuten lopen naar de mysterieuze bron. De bron waar eigenlijk
alles om draait. De minder snelle loper zal een half uurtje nodig hebben om het langzaam hellende pad het eind van het komdal te overbruggen. Maar onderweg zijn er voldoende muurtje en bankjes om eens uit te puffen. Bovendien is de wandeling langs de woest stromende Sorgue een soort hemel op aarde, zoals ik tijdens de klim in menige taal heb mogen horen. Het is ook werkelijk heel mooi hier. Ook het kasteel uit de tiende eeuw blijft in de hoogte steeds zichtbaar. Het was ooit van een bisschop, maar nu is het een ruïne. Met een voetpad te bereiken. Maar dat zal voor de betere wandelaar zijn. |
|
Dus vervolgen wij ons pad naar de vreemde bron. Het laatste stukje gaat wat heftiger omhoog en opeens sta je voor het raadselachtige wonder. Twintig meter terug zag je de rivier nog woest stromen en hier zie je een piete peuterig grotje met stilstaand water. Moet dat ding die watermassa veroorzaken? |
Het is zeer ongeloofwaardig en toch
moeten we het aannemen. Nu treffen we een toestand aan, waarbij weinig
water aanwezig is. Vergelijken we de foto hiernaast met die foto die helemaal bovenaan deze pagina staat. Let dan op de witte streep, bijna horizontaal, boven aan de foto hiernaast. Bekijk nog eens de foto boven en zie dat de witte streep bijna het water raakt. De bovenstaande foto is genomen in een periode dat er veel water werd aangevoerd van... Ja... waarvan??? Dat is nu het mysteriën waar vele geleerden zich al jarenlang mee bezig houden. Deze bron is de voeding van de rivier de Sorgue. Die rivier heeft zoveel stroming dat er vele watermolens door aangedreven kunnen worden. |
|
Het vermoeden bestaat dat bijna de hele Vaucluse, ondergronds, al zijn water naar dit ene punt laat gaan. Hoe diep is die grot dan wel niet? Vanaf 1878 zijn 16 pogingen gedaan om dat uit te vissen: In 1878 dook ene Ottonelli in een duikerpak en wist tot op een fabelachtige diepte van 23 meter te komen. In 1955 wist de bekende Cousteau een diepte te halen van 74 meter. In 1985 ging een onbemand vaartuig of duiktuig, tot maar liefst 308 meter. Het zou op een zandachtige bodem terecht gekomen zijn. Maar dan nog is niet met zekerheid vastgesteld waar al dat water vandaan komt. En nu komt het: de bron levert tussen de 8 en 150 kubieke meter per seconde!!! En die opbrengst is totaal niet in overeenstemming met de weersomstandigheden. |
|
Lichtelijk uitgeput dalen we weer af
en zien dan toch weer nieuwe dingen die ons op de heenweg niet opvielen.
Zoals een leuke modezaak, een parcours voor kajakvaarders en allerlei
eettentjes. Bij ons terras nemen we nog een consumptie om uitdroging tegen te gaan en zoeken de auto weer op. |
Als je de tijd hebt is een volle dag hier een welbestede dag. Een grote aanbeveling van mijn kant. (Maar ja, wie ben ik nou helemaal?) |
Fontaine-de-Vaucluse is te vinden tussen Carpentras en Cavaillon |
|
|
Charles |
|
|