![]() |
Îles
d'Hyères |
|
|
||
|
||
|
Start Frankrijk | Start Provence | Avignon | Cannes | Fontaine | Gassin | Grimaud | Hyères | Nice | Orange | Roquebrune | St. Tropez | ||
Veel vaarwegen leiden naar de kleine
eilandengroep Iles d'Hyères, aan de zuidkust van de Provence. |
|
De kortste route is vanaf het schiereiland Giens, bij de stad Hyères.
Een eigenaardige route langs de vele zoutpannen brengt u naar het
uiterste zuidpuntje van het schiereiland. Daar is het haventje van La
Tour-Fondue. In feite twee grote parkeerterreinen, een winkelstraat,
leuke kleine promenade met uitzicht op een kasteelruïne, die bezoeken
is. Daarnaast is de haven. In 20 minuten tijd brengt een vrij groot schip je comfortabel naar het drukste van de drie eilanden: Porquerolles. |
|
Omdat we deze oversteek in 2006 al eens maakten (€15,50 retour) hebben we nu een dagtocht geboekt met als startplaats Cavalière sur Mer. Het is eind april, strak blauwe lucht en net iets te veel koele wind om comfortabel op het bovendek te zitten. |
|
We koersen met flinke snelheid rechtaan naar het
lange eiland Ile du Levant. We varen schuin op de golven die tegen de
boeg beuken. Dit is heel goed voelbaar door het hele schip.
Na drie kwartier varen we langs de kust van dit eiland dat een woeste
natuurlijke schoonheid uitstraalt. Ook wel iets ontoegankelijks.
In tegenstelling tot de andere twee eilanden mag je hier wel vrij
kamperen, maar veel comfort valt hier niet te verwachten.
Deze wetenschap heb ik niet zelf kunnen ervaren, want ons schip vaart er
wel vlak langs, gaan ook de havenachtige baai binnen, maar meren niet
aan. Het behoort tot het reisgenoegen dat op de brug een enthousiaste gids allerlei wetenswaardigheden weet te vertellen van alles, zelfs een rotspuntje, waar we langs varen. Op de westpunt zien we enkele huizen en hotels staan. Echt een oord voor mensen die extreme rust zoeken. |
Na wat ronddobberen in de baai, zetten we voorzichtig koers richting volgend eiland: Port Cros. Het ligt slechts enkele honderden meters van elkaar vandaan. Het varen gaat nu echt in slow motion, want Port Cros is een zeldzaam beschermd onderwater natuurgebied. |
Pas als we een eind uit
de kust zijn (500 meter) mogen we weer op volle toeren verder. Al snel
komen we in de haven van Port Cros aan, dat ook al aan de westelijke
kant van het eiland ligt.
Hondenbezitters worden direct met de neus op de feiten gedrukt: honden
aan de lijn en niet verder dan de haven en de kleine boulevard. De rest
van het eiland is streng verboden voor de viervoeters. Er mag heel veel
niet op dit eiland. Ook roken is ten strengste verboden. Dit eiland is echt voor 100% natuurgebied en in het haventje zie je dan ook verschillende vaartuigen van de natuurorganisatie liggen. De boulevard is ongeveer 200 tot 300 meter lang en bestaat in hoofdzaak uit terrassen en loslopende honden van de plaatselijke bevolking. De hele omgeving heeft iets bounty-achtigs, een stukje subtropen, met al zijn palmbomen. |
|
De rust komt je hier ook al tegemoet. Een klein vissersbootje, 4 meter lengte ruw geschat, met slechts een kapitein aan boord vaart binnen. De schipper legt rustig aan en pakt een stoeltje dat waarschijnlijk altijd voor hem klaar staat op de kade. Op de stoel zittend wordt het visnet nu onderhanden genomen en visje voor visje wordt uit het net gepeuterd. Alsof iedere restauranthouder een bericht gekregen heeft, komen ze allen aangedruppeld om de vis te bekijken. Er wordt gekust en handen geschud, zoals het al eeuwen gedaan zal zijn in deze kleine gemeenschap. Ieder kiest zijn vissoort uit en gaat zonder ogenschijnlijke betaling weer terug naar zijn of haar bedrijf. Vanaf de haven kijk je op naar een goed in takt zijnd kasteel. Het is het oude Fort du Moulin. Een breed pad brengt je boven. |
|
Van daaruit heb je een imposant uitzicht over de met palmbomen omzoomde boulevard, de haven en de kust van het vasteland. |
|
Straten zijn hier bijna niet te vinden. Wel een enkele verharde weg voor de natuurbeschermingsvoertuigen. Dit eiland van 4 km. lengte is een verblijfsgebied van ruim honderd vogelsoorten, los van de voorbij trekkende vogels, die hier een tussenstop maken in hun reis naar warmere oorden tijdens de wintermaanden. |
|
Er zijn verschillende wandelroutes uitgezet op dit
kleine, ovaalvormige eiland. Omdat onze boot na twee uur weer vertrekt
is een wandelingetje naar het Fort du Moulin en het bijzondere kerkhofje
heel goed te doen. Daarna ga je langs hoge bergweggetjes, die vrij smal zijn naar een baai van waaruit je een schitterend uitzicht hebt op de Rocher du Rascas. |
|
De hoogte van de bergweggetjes moet je wel in de juiste proporties zien, want het hoogste punt van het eiland is Fortin de la Vigie met 196 meter. Voor fotografen en cineasten is het een uitgelezen dag voor mooie beelden. Strak blauwe lucht die weerkaatst wordt in de azuur blauwe zee. |
|
Nogmaals: steek geen sigaretje op want het kost je 150 euro als je
betrapt wordt.
We lopen nog iets verder over de steeds drukker wordende smalle paden en
komen ook nog langs het fort de L'Estissac. Voldaan keren we dan weer
terug naar de haven en maken hierbij gebruik van een
breed asfaltpad dat niet bij de route hoort, maar wel lekker snel loopt. Er blijkt dan nog genoeg tijd over te zijn om een kopje koffie op een terrasje te consumeren voordat de boot ons naar het drukste eiland, Porquerolles, zal brengen. De zee-engte tussen deze beide eilanden is vrij groot, maar eerst varen we langs het vreemde eiland met de naam Ile de Baguad. Geen idee of dit bewoond is. |
Het behoort in ieder geval met zijn grootte van 45 ha. wel tot het nationaal park. Het duurt een hele tijd voordat we Porquerolles aan de oostkant bereiken en zodoende ook weer aan beide kanten van het schip land zien. |
Terwijl we met een behoorlijke vaart langs het
schitterende eiland varen zien we veel zeilschepen die bijna met de
zeilen plat op het water liggen en zodoende een flinke snelheid weten te
bereiken. Wel een spannende sport, lijkt me. Het is nu begin mei en
behoorlijk druk op dit deel van zee. Er liggen ook veel boten voor anker, vooral in de buurt van de vele
stranden die we onderweg tegenkomen. Dan komt de haven in zicht. Een veel grotere haven dan in Port Cros. De ingang wordt nog niet geblokkeerd door de vele al dan niet voor anker liggende schepen. De aanblik op de haven is formidabel, bijna sprookjesachtig en onwerkelijk. De vele palmbomen geven het gevoel van warmte en hemelse dromerijen. Ons schip kan uiteindelijk probleemloos aanmeren op het eind van de pier. |
|
Deze pier is op zich al een boulevard op zich met al zijn drukte en aan weerskanten leuke jachten en om de paar meter gezellige bankjes. Aan het eind van de pier kom je vanzelf terecht bij de plaatselijke VVV of de Toeristen Informatie. Hier heb je de unieke situatie dat je voor enkele folders 2 euro moet betalen. Die folders gaan grif over de toonbank. Die betaling lijkt geen probleem te zijn. |
|
Sla je linksaf aan het eind van de pier dan heb
je daar wat winkels en een terras. Het eigenlijke dorp vind je rechtsaf. Het is een drukte van heb ik jou daar en dat voor begin mei. In het
hoofdseizoen zal je hier over de hoofden moeten lopen. Hier aan de haven kan je boten huren en staan accuwagentjes op toeristen te wachten om deze naar de hotels te vervoeren. Links en rechts fietsverhuurders, een bank en natuurlijk leuke cafeetjes. Het centrale punt is de Place d'Armes. Een groot zanderig plein, met wat grint en hier en daar een grassprietje. Het is een kruising tussen een Jeu de Boules baan en een zandbak. De jeugd weet zich hier uitstekend met de metalen ballen te amuseren maar ook een potje voetbal wordt er gespeeld. |
De allerjongsten kunnen in een beveiligde klimtoestand of klimkasteel allerlei capriolen veertonen en de jankende held uithangen. Het plein is omzoomd met veel banken en daar weer omheen winkels, restaurants, ijsboertjes en fruitkramen. Een en al ambiance! De bovenkant van het plein wordt beheerst door een mooi klein kerkje met een bijzondere kruisweg en een minikerkje op het altaar. |
Overal in de omgeving zijn fietsverhuurbedrijfjes.
Ook de fiets met aanhanger voor de peuter is volop verkrijgbaar. Niet te
vergeten de tandems zijn er ook in alle soorten en maten. Het eiland is het grootste van de drie met een lengte van 8 km. De noordkant van het eiland is zoals we vanaf de boot goed konden zien, vrij vlak met veel stranden. De zuidkant is weer hoog met steil uit zee opstaande rotsen. Het is vandaag 1 mei en er is een drukte als een zaterdagmiddag in de Antwerpse Meir of de Kalverstraat in Amsterdam. De schepen varen af en aan om de toeristen te dumpen. We hebben vandaag geluk, zoals alle neringdoenden op dit eiland. Want het kan bij uitzonderlijke droogte en harde wind voorkomen, dat het eiland ontoegankelijk wordt verklaard voor de toeristen. |
|
|
Na wat gelanterfanter rond dit zanderige plein, ontdekken we dat er een palmentuin geopend is, vlak bij het centrum. Bij
ons bezoek van twee jaar geleden was dat niet opgevallen en ook de
reisgidsen hebben hiervan geen melding gemaakt. Althans, voor zover we
die gelezen hebben.
We lopen de Rue de la Ferme, waar het plein aan ligt, verder door
en komen in een verassend woonwijkje, zonder toeristische drukte. Het
zijn rijtjeshuizen en het ziet er allemaal kraaknet uit.
De ingang van het parkje is aan de Place des deux Etoiles en ziet er
prachtig en nieuw uit. In één woord: schitterend. Van de enorme drukte loop je in twee minuten naar een oase van rust. Bij de ingang is een informatiecentrum over de flora en fauna van het eiland en de vele palmensoorten. Hier is ook een mediabibliotheek. Bijna niet te geloven, zo'n mooi parkje op zo'n klein eiland. Bij iedere plant en boom wordt de naam vermeld. Je ziet hier sublieme cactussen, levensgroot, met enorme bloemen. |
Er staan hier overal hardhouten banken, die ieder van ons graag in zijn eigen tuin zou hebben. Ze worden druk gebruikt op dit warme deel van het eiland. In haven waait een stevige frisse wind. Hier op deze plaats is het windstil en het lijkt tropisch warm. Aan de achterkant van dit park loopt een weg naar de Plage d'Argent. Na 5 minuten lopen ben je er. Waarom Plage d'Argent? Zilveren strand? Hier is op het strand witte kwarts te vinden. Dit schittert als zilver in de zon. Het is een mooi beschut gelegen strand. |
|
Een niet al te moeilijke wandeling is het circuit "Le Midi". Het is een tochtje van 6,5 km. en brengt je op een hoogte van 70 meter. Vaak lijkt het veel hoger dan het is, omdat je vaak mooie uitzichten hebt op diepe inhammen. Met deze trip ga je dwars over het eiland, van de noord- naar de zuidkust. Niet steeds over moeilijke kliffen. Ook door een vlak gedeelte met botanische aanplant. |
|
Op de terugweg kan je langs de lagunes aan de zuidelijke kant van het eiland terug gaan. Voor de rustige wandelaar duurt deze tocht anderhalf uur. Je merkt met deze wandeling dat het eiland in feite alleen bewoond wordt aan de rand rond de haven. De rest is nagenoeg puur natuur. |
Ook dit geweldige eiland is beschermd
botanisch natuurgebied. Verharde wegen zijn er alleen langs de haven en
de omgeving van het centrale plein. Ook is het hier verboden te roken.
Kamperen en open vuur zijn natuurlijk taboe. Wél mag hier de hond mee op
rondreis over het eiland. Natuurlijk wel aan de lijn! Buiten de paden mag je ook al niet komen. Alles is verboden gebied.
Wie meer wil zien van het eiland zal een hotel moeten boeken en je zal je
al snel voor een paar dagen in een andere wereld voelen. Wij boekten
helaas niet. Om vijf uur moeten we weer inschepen voor een tocht langs de kust van het vasteland. We beginnen bij Le Lavandou. Intussen is de wind sterker geworden en varen we in een zee met fikse schuimkoppen. Het schip trekt zich er niets van aan en neemt zijn publiek mee in een daverende deining die niet iedereen leuk vond. De man aan de microfoon laat geen minuut afweten en vertelt allerlei wetenswaardigheden die voor ons veelal onbegrijpelijk zijn. |
|
Wel vertelt de "roddelaar" waar allerlei VIP's zouden wonen, zoals ook het optrekje van Carla Bruni die ze al had voor ze Sarkozy gestrikt had. Ook Jean Philipe, een argeloze visser midden op de zee wordt begroet op zijn vissersbootje. Deze zwaait enthousiast terug. Deze terugtocht duurt twee uur en met verdoofde oren komen we weer in Cavalière aan. |
Charles |
||
|