Banjul
- Serekunda - Brikama |
|
|
|
||
|
||
Banjul - Serekunda - Brikama | Bakau - Tanji - Makasutu | Jufureh - James Island | ||
|
Beeldverslag Gambia |
|
|
|
|
|
Op 29 januari om half zeven staan wij op Schiphol. Aangezien wij al hebben ingecheckt via internet, hoeven wij alleen onze koffers nog naar een "Drop off Point" te brengen. Daarna door de controle en de douane en dan wachten op het inboarden wat om half negen plaatsvindt. Vijf minuten voor "take off" hebben wij een probleem en dat kost ons een klein uur. Via een tussenlanding in Malaga, waar de crew wordt uitgewisseld, komen we via Dakar aan in Banjul. |
|
||
Nadat wij zijn geland en met een bus naar de aankomsthal worden gereden, komen wij verrassender wijze vrij vlug door de douane. Deze vriendelijke heer vraagt meteen naar ons bevinden en wenst ons welkom in "The Gambia", waarbij ik dacht: "Dat zijn wel heel vriendelijke mensen". | Ik kan mij niet voorstellen dat de marechaussee elke gast "Welkom in Nederland" wenst. Aangezien hier alles met de hand gebeurt, hadden wij onze koffers toch vrij vlug. Nog even door de scanner en klaar is kees. Ondertussen waren de schermutselingen om de koffers vol ontbrand. | Ans had haar koffer te pakken gekregen, maar ik werd getrickt. Met een paar schijnbewegingen was ik mijn koffer kwijt. Ik dacht: "Dan sleep je ze maar alle twee" (het waren kofferdragers die niet vragen maar pakken), "die van mij en die van Ans", alhoewel, het was maar een paar meter naar de bus. |
|
Deze werden netjes voor de bagageruimte geplaatst en daar door de, zoals ik
dacht, chauffeur in de bagageruimte geplaatst. Maar niets was minder waar. Deze
man had de moeite genomen om de koffers een paar centimeter omhoog te tillen en
ze erin te schuiven. Daarna hield hij zijn hand op voor een paar euro's, maar ik
had zoiets van: "Dat is wel de taak van de chauffeur, dan gaat hij daar ook zijn
tip maar halen". |
|
||
Zo, nu met de bus naar het hotel, naar de receptie de sleutel in ontvangst nemen en met een kofferdrager naar onze kamer. Alles uitpakken en daarna een beetje rondkijken en dan naar bed. Het was een lange, lange dag. |
De volgende morgen zijn we vroeg op, want nu begint onze reis pas echt. Het is heerlijk weer en wij zitten heerlijk buiten te ontbijten. Juist op het moment als Ans fruit wil eten en ik mijn fototoestel aan het instellen ben, | springt er een aap midden op de tafel en begint op zijn gemak ons fruit op te eten. Was wel even schrikken, maar ook weer leuk, dus dat leert ons geen fruit op tafel te laten liggen bij het ontbijt. |
|
Banjul |
|
Om 10 uur hebben wij een afspraak met Sainey Manjang, onze gids en taxichauffeur
voor de volgende 21 dagen als wij het land in gaan. Banjul, de hoofdstad van
Gambia, ligt op een schiereiland aan de monding van de Gambia rivier, in de
Atlantische Oceaan. De stad is gebouwd op het oorspronkelijke St. Mary Island,
een eiland in de Gambia rivier. Het heeft ongeveer 70.000 inwoners. Banjul
betekent "vezelstoel"; in de taal van de Madinka is ban: stoel en jul: vezel.
Het ligt temidden van de ondoordringbare mangrovebossen. Het is leuk om hier door de schaakbordachtig aangelegde straten te slenteren. Oriëntatiepunten: Bicis Building in de Liberation Avenue en de wolkenkrabber van de Centrale Bank in de Buckle Street. |
|
||
De Grote Moskee is bijna door de hele stad te zien en neem daarbij nog de Arch 22, dan kunt je hier echt niet verdwalen. Banjul moet je bezoeken maar je moet je er ook niet teveel van voorstellen. | Het lijkt wel een beetje op een Engelse kleine stad. Als je Banjul binnenrijdt valt meteen de grote triomfboog op, ter herinnering aan 22 juli 1994 toen Jahya Jammeh de macht overnam van Sir Dawda Jawara. | De op 8 zuilen gebouwde triomfboog, met het wapen van Gambia er in. Boven staat met grote letters "Welcome to Banjul” en is ongeveer 35 meter hoog. Van hier uit heb je een prachtig uitzicht. |
Voor het gebouw staat een soldaat met een kind op zijn arm. Aan de andere kant zitten 4 muzikanten, welke de belangrijkste bevolkingsgroepen vertegenwoordigen en de verbondenheid onder elkaar uitdrukt. |
|
|
||
De drumspeler vertegenwoordigt alle volken |
De koraspeler: Madinka |
De kalomspeler: Wolof en Fula |
De balafonspeler: verschillende Serer stammen |
Hier in Banjul vindt men nog een beetje van de oude Britse stijl terug. Vele straten in Banjul hebben nog dubbele namen en herinneren aan de Britse tijd. De Albert Market is van hier uit niet ver, de in 1986 tot op de grondmuren afgebrande markt is niet terug te herkennen. |
|
||
Hier heerste een sfeer... | ...als op een bonte West Afrikaanse omslag plaats. | Ook hier zie je vele vrouwen op de... |
|
||
...Albert Market die waren te koop aanbieden. | Als je van hier verder loopt, langs de diversen winkeltjes... | ...kom je via de Liberation Avenue bij de ferry terminal naar Barra. |
|
||
Hier lopen honderden mensen rond in de hoop op een baantje, |
zoals bij het laden en lossen van vracht. | Deze heer is op weg naar de ferry. |
|
Serekunda |
|
Serekunda is de grootste stad in Gambia met
ongeveer 300.000 inwoners. Het is een samenvoeging van verschillende
kleine plaatsen (15 à 20), het ligt centraal en is goed te bereiken via
verharde wegen. Een snelgroeiende nederzetting, waarom begrijpt niemand, er is niet eens een centrum. Gambianen lijken Serekunda fantastisch te
vinden. |
Wij hadden met Sainey afgesproken hier naar toe te gaan en vooral de plaatselijke markt te bezoeken. Dit kan alleen met een gids en max. 2 personen. Het is een doolhof met gangetjes, soms niet breder dan 80 centimeter. Op de bovenste etage zitten hoofdzakelijk de kleermakers. | |||
In hokjes van nog geen 2x2 m. zitten soms 4 man te werken. Van de bovenste etage kun je zien hoe het dak er op zit, om angstig van te worden. Buiten gaat het verder met groenten, fruit, kruiden, vis, vlees, meestal aangeboden door vrouwen in bont gekleurde kleding. | |||
Of lopend met andere producten, dragend op het hoofd. Een mengeling van geuren en kleuren, soms stinkend, omgeven door vliegen. Wij zouden er, denk ik, alles van krijgen, maar het is een fascinerend gezicht om dit te zien. Deze mensen mengen krioelend door elkaar, daar tussen kruiers, auto’s en steeds weer vrouwen die wat proberen te verkopen. Hier is ook echt alles te koop wat je bedenken kan. Een wandeling tussen deze door elkaar krioelende Gambianen is een echte belevenis. Als je dit gezien hebt dan verwonder je je echt nergens meer over. | |||
Maar voorzichtig met fotograferen. Niet iedereen is er van gediend om gefotografeerd te worden. Wij waren blij Sainey bij ons te hebben, waarmee ik een hier een klare afspraak over had gemaakt. Maar vaak was een woord van hem in de desbetreffende taal genoeg en wij hebben maar 1 keer een klein probleem gehad. Een vrouw liet ons een Nederlands tijdschrift zien met een foto van haar erop. Nadat haar verteld werd dat ik geen journalist was, was het probleem opgelost. |
|||
Nadat wij de markt voor gezien hielden, reden wij nog een beetje door de stad. Een mengeling van hutten, kleine huisjes, rood zanderige straten en steegjes. Het vormt wel een heel contrast met de regeringsstad Banjul. In Serekunda is ook de Julbrew brouwerij en een Guinness brouwerij. Deze auto kwamen wij onderweg ook nog tegen, wat er allemaal niet op en in een auto past (er zaten ook nog 6 personen in). |
|
Brikama |
|
Brikama is een districtshoofdstad, de derde stad van
Gambia
met ongeveer 45.000 inwoners. Hoofdmiddel van het
bestaan is hier de landbouw. Hier is ook de enige
landbouw hogeschool. Het plaatsje is eigenlijk
helemaal niet interessant. |
|
||
Maar je
moet heel zeker een bezoek brengen aan de houtsnijmarkt in het centrum
van het plaatsje. Werkelijk alle soorten voorwerpen worden daar gemaakt
en te koop aangeboden, zoals dierfiguren, maskers, instrumenten,
trommels, schalen, lepels, etc. De Gambianen zijn ware kunstenaars op
dit gebied. Je kunt ze hier aan het werk zien, soms met een beiteltje,
schuurpapier en handen en voeten. En wil je een prachtig stukje
houtsnijwerk als souvenir meenemen, dan ben je hier op de goede plaats.
Maar wel goed afdingen. |
Hier moesten wij een bandje wisselen. En zoals overal is er wel ergens een markt. | Of wil je liever een ijsje kopen? Nee toch maar niet. | Of winkeltjes kijken, een winkel van sinkel zo als je ziet. | En dit kregen wij ook nog te zien, nou ja, zolang er niet geremd wordt. |
Arie |
||
|