![]() |
Posomeer - Tentena - Donggala |
|
|
||
|
||
Uitzicht over het Posomeer vanaf Tande Bone |
Makassar - Sengkang | Tana Toraja | Posomeer - Donggala | Tangkoko - Bunaken | ||
Vanmorgen
vroeg op pad. Om 08.00 uur verlaten we Toraja. Ons eerste doel vandaag is Palopo,
een stad met 84.000 inwoners. We volgen weer de Trans Sulawesi Route. Even
voorbij Palopo in het plaatsje Räda nabij Masamba bezoeken we een krokodillen farm. In deze omgeving schijnen erg veel krokodillen voor te komen,
werden ze eerst gedood voor hun huid, tegenwoordig
zijn ze beschermd. |
|
We stoppen bij een
woonhuis met een groot erf. Op het erf hangen 2 boa’s die net gevild zijn, de
huiden worden schoongemaakt en gedroogd. De ingewanden worden verkocht, ze
schijnen goed te zijn tegen lever- en darmkwalen. Wat overblijft van de boa is
voor de hongerige krokodillen. En wat voor krokodillen, het zijn joekels van
beesten en de overblijfselen van de boa’s zijn in rap tempo verdwenen. Van een
van de medewerkers krijgen we een krokodillentand, ze zijn blij weer eens
toeristen te zien. Via het kleine gehuchtje Wotu, volgens Korne het laatste dorp waar we kunnen lunchen, rijden we door naar Pendolo, nog 90 km naar het Posomeer, ons einddoel vandaag. Eerst moeten we echter de bergen over, het is een lange rit met veel, heel veel bochten. Er lijkt geen eind aan te komen. Op sommige plaatsen is de weg verdwenen door aardverschuivingen, maar we vertrouwen volledig op Udin. |
We bedenken ons dat dit de enige route (dus de enige weg) is, dorpelingen proberen zelf de weg op te knappen na een aardverschuiving zodat de route open blijft. We komen langs een waterval waar mannen een stuwdam aan het maken zijn, ook hier komt geen enkele machine aan te pas, alles gebeurt met de hand. De stuwdam moet een groot deel van Zuid Sulawesi gaan voorzien van stroom. |
|
Na enkele uren
en heel wat bochten verder rijden we via een niet erg indrukwekkende poortboog
Centraal Sulawesi binnen.
We zitten nu bijna op het hoogste punt van de berg en de omgeving is
kaal en rotsachtig. Hier en daar groeien nog stekelige struiken in de
rode aarde.
We worden enkele keren aangehouden voor controle, men is hier op hun
hoede na de bomaanslagen en schermutselingen tussen Christenen en
Moslims de afgelopen jaren. Na een volgende bocht zien we heel in de verte, ver beneden ons het Posomeer, een grote glinsterende lichtblauwe vlakte omringt door bergen. |
|
Udin heeft vandaag een zware dag, de route is vermoeiend om te rijden, volgens Korne is Udin echter nog steeds stabiel. Gelukkig maar! We komen op de berg door een klein dorpje, kleine huisjes langs de kant van de weg, het dagelijks leven speelt zich buiten af. Overal hangt was te drogen, op het dak, over de balustrade en uitgespreid op het gras. |
Eindelijk na
een lange rit dalen we de berg af.
Via het kleine stadje Pendolo met haar 4.000
inwoners rijden we naar ons overnachtingadres Mulia Lake resort. Ooit een goed
lopend hotel en druk bezocht door oa. Baobab en Foxreizen. Ook nu zijn we de
enige gasten. We krijgen een eenvoudig huisje met uitzicht op het Posomeer. Het Posomeer is het op 3 na grootste meer van Indonesië en een van de schoonste meren. Gemiddeld is het meer 400 meter diep. Het meer is zo groot dat we het idee hebben aan zee te zijn, het water is prachtig blauw en de golven kabbelen rustig over het fijne kiezelstrand. |
|
Een eindje verderop spelen kinderen in het water, de vissers die hun bamboehengel hebben uitgegooid schijnen zich van het gepoedel en gespetter niets aan te trekken. Hopelijk doen de vissen dat ook niet anders wordt het een magere vangst. |
|
Helaas, door het wegblijven van de
toeristen, is er geen geld om het resort op te knappen en te onderhouden. Jammer, want de huisjes zien er leuk uit en hebben een perfecte ligging.
Helaas
is er geen stroom overdag en dat houdt in dat de generator voor het water het
ook laat afweten, maar ja, we zitten aan een schoon helder meer. 7-up wordt voor ons in een dorpje verderop gehaald, voor een pilsje rijden Korne en Udin terug naar Pendolo, het restaurant is dicht omdat de kok naar Toradja is vertrokken. Het regent, maar wij zitten prima op ons balkonnetje en horen de golven van het prachtige Posomeer. Genieten! |
|
![]() |
Korne en Udin komen een pilsje drinken en we praten over Sulawesi, Nederland en
wat ons zo al bezig houdt. ’s Morgens een heerlijk ontbijtje wat bestaat uit goeie sterke koffie en bananenpannenkoek. Om 08.00 uur is het tijd om te vertrekken en rijden we via de oostelijke kant van het Posomeer naar Tentena. De route is wederom erg mooi en afwisselend, van hoge bebossing tot vlaktes waar alleen gras en lage struiken groeien. We zien veel rijst- en cacao plantages. We rijden berg op en berg af en na ± 3 uur rijden naderen we Tentena. Tentena ligt aan de oostkant van het Posomeer en heeft 15.000 inwoners. |
|
Voordat we Tentena gaan verkennen rijden we eerst naar het benzinestation, het tanken neemt heel wat tijd in beslag. Er staat een behoorlijke rij van bussen, auto’s, brommers en vrachtwagens. Het is het enige benzinestation in de verre omgeving. |
|
Langs de kant van de weg wordt ook benzine in flessen
verkocht maar dit is veel te kostbaar. Aangezien het nog wel even kan
duren stappen we uit en hebben binnen de kortste keren weer een leuk
gesprek, de eigenaresse van het benzinestation komt een praatje maken,
haar naam is Claudia en ze komt oorspronkelijk uit Toraja.
Ze
wil graag haar Engels opvijzelen (ze spreekt het prima). We kletsen over
van alles en nog wat, aan het eind van het gesprek geeft ze mij spontaan
haar armbandje, ik weiger maar ze staat erop dat ik het aanneem, zo
lief. We nemen afscheid en vervolgen onze weg. Tijd om de centrale markt te bezoeken. Dit is tevens de plek waar in 2005 twee bommen zijn ontploft. Best vreemd om nu op deze plek te lopen. De markt heeft 2 ingangen, de eerste bom ging af bij een ingang en de mensen renden in paniek naar de andere ingang waar enkele minuten later de tweede bom ontplofte, kippenvel bij de gedachte, dat moet verschrikkelijk geweest zijn. |
Je beseft je dat ze met opzet zo veel mogelijk mensen de dood in hebben gedreven. Het is nu weer een plek waar weinig van de bomaanslagen te zien is. Een grote kleurrijke drukte. |
De markt is overdekt met zeil en er zijn diverse gangetjes met aan weerszijde uiteenlopende koopwaar, fruit,
vlees, vis, kleding, potten en pannen, teiltjes en sponzen in alle
denkbare kleuren en speelgoed.
Korne schaft een rattenklem aan voor thuis en bij zijn poging om de klem
uit te proberen gaat er iets mis en zit z’n vinger tussen de klem. Het
ding wordt in ieder geval goedgekeurd, Korne weet nu zeker dat de klem
goed functioneert. |
|
De watervallen zijn prachtig, met donderend geweld en geluid stort het water naar beneden. De rotsen zijn bedekt met groen mos. We rusten even uit en genieten van het schouwspel. Nadat we enkele foto’s hebben gemaakt rijden we terug naar Tentena. Het is tijd voor de lunch. Kip curry! |
|
Ons
overnachtingadres is Tande
Bone
nabij Tentena. Het wordt gerund door Annelies, een Nederlandse die al 9
jaar in Sulawesi woont, samen met haar man en 2 kinderen. Via een smal modderig pad rijden we er naar toe. Oeps, een tegenligger, dat wordt lastig op dit smalle pad, na heel wat manoeuvreren kunnen we doorrijden. Nadat we ook de laatste hobbels en kuilen hebben overwonnen stoppen we bij een houten garage waar de bus geparkeerd kan worden. Het laatste gedeelte naar Tande Bone gaat per bootje om de eenvoudige reden dat er geen weg naar toe is en het op een landtong ligt. |
Bij droog weer kun je via de rijstvelden lopen maar aangezien het de laatste dagen behoorlijk heeft geregend, kiezen wij voor het bootje. Ondertussen is het begonnen met regenen. De rugzakken gaan onder het zeil op het bootje en daardoor is er geen zitplek meer, staand op het bootje met paraplu in de hand gaan we met z’n allen richting Tande Bone. |
Het regent nu echt kei hard,
maar we hebben de grootste lol en proberen in evenwicht te blijven, wat
nogal de nodige moeite kost. Bij het aanmeren kiepert Udin haast van de
boot, we komen niet meer bij! Annelies staat ons al op te wachten met paraplu, maar aangezien we al door en door nat zijn... Ze heet ons hartelijk welkom en brengt ons naar ons huisje. Dit is volledig ingericht en van alle gemakken voorzien. Het heeft een heerlijk groot terras boven het water. Hier gaan we twee dagen vertoeven, even bijkomen van alle indrukken. We kletsen nog wat met Annelies en halen onze rugzakken leeg zodat alles kan luchten. Ook Korne en Udin hebben zich geïnstalleerd en verheugen zich ook op een vrije dag, en terecht! Eind van de middag komt Annelies nog papajahapjes brengen, gemaakt door haar man. Ze smaken heerlijk. |
|
|
De
volgende morgen om 05.45 uur zitten we aan een kopje koffie op ons terras en
genieten van het uitzicht.
Het meer is rustig en hier en daar vaart een vissersbootje. Er hangt nog
een dikke pak mist boven de omliggende bergen maar de zon komt al door. Om 08.00 uur komt Annelies een heerlijk ontbijtje brengen, Indonesische koffie (dus draplaagje onderin), pannenkoeken met jam en honing en vers fruit. Vandaag lekker luieren, boekje lezen, snorkelen. Ook Udin en Korne vermaken zich prima. Aan het eind van de middag gaan ze vissen. De vis wordt vanavond geroosterd, kan het nog verser? |
Vandaag vroeg op. Om 07.00 uur vertrekken we voor een erg lange reisdag. Na ons ontbijt pakken we de spullen en op de zelfde manier als de heenweg, alleen nu zonder regen, verlaten we het prachtige Tando Bone. We danken Annelies hartelijk voor haar gastvrijheid en samen met haar zoontje staat ze ons uit te zwaaien. |
Om 07.45
rijden we met ons busje verder noordwaarts. Vandaag is onze eindbestemming Donggala.
Poso is de eerste grote plaats die we aandoen, er wonen zo’n 47.000
mensen. In deze omgeving zien we veel uitgebrande huizen, dit is het gevolg van de ongeregeldheden tussen de Moslims en Christenen. Het geeft een troosteloze indruk. Vanaf Poso is het nog 250 kilometer naar Palu, de hoofstad van Centraal Sulawesi. We rijden door Dollai, hier wonen veel Balinezen en Buginezen. Hier bevindt zich ook de grootste Balinese tempel van Sulawesi. Vanuit Dollai is het nog 140 kilometer naar Palu. Onderweg is het weer slalommen om kuilen en hobbels te ontwijken evenals de vele honden, katten kippen en koeien. We komen door kleine dorpjes, uitgestrekte weilanden en rijstvelden. Veel afwisseling, er is altijd wat te zien onderweg. Na een tijdje begint de vermoeidheid toe te slaan dus besluiten we rust te nemen en vroeg te lunchen. Het is bijna 12.00 uur. |
|
In het plaatsje Torue eten we pittige nasi goreng. Als we even naar een nabij gelegen winkeltje lopen staat de plaatselijke jeugd ons al op te wachten. Foto! Via Parigi rijden we in één stuk door naar Palu. In Palu aangekomen gaan we eerst naar het kantoor van Lion Air om onze vluchten naar Makassar en Manado te herbevestigen. |
|
Korne zegt dat we dat beter zo kunnen doen dan telefonisch. Het is dan ook
allemaal zo geregeld. Palu is een grote drukke stad, het is de hoofdstad van Centraal Sulawesi en telt 280.000 inwoners. Veel grote kantoren, veel verkeer en veel lawaai. Palu heet een van de droogste plekken van Sulawesi te zijn, behalve vandaag want wij komen aan en daarmee uiteraard ook de regen. Eigenlijk direct als we de stad inrijden begint het met regenen. Korne zegt al dat het vaste prik is: waar wij aankomen... eerst regen. |
Het plaatsje Donggala ligt aan zee, kleine straatjes, leuke huisjes met knusse tuintjes. Hier bevond zich vroeger de haven die tegenwoordig in Palu te vinden is. Nog een stukje doorrijden en we komen aan bij Prince John ons verblijf voor de komende dagen. Via een klein poortje lopen we een groot terrein op. De vrijstaande huisjes liggen in een mooie tuin boven op een afgeplatte berg met 25 meter daaronder het strand en de zee. |
We worden ontvangen
door Gabi, de Duitse eigenaresse.
Samen met Korne en Udin drinken we een kop koffie in het open restaurant
en kletsen wat met Gabi. Zodra we de sleutel hebben ontvangen van huisje
nr. 18 (volgens Udin het mooiste huisje) pakken we onze spullen en
paraplus. De regen komt echt met bakken uit de lucht. Korne en Udin lopen met ons mee. Eenmaal bij het huisje moeten we Udin gelijk geven, het huisje ligt geweldig en we hebben schitterend uitzicht over zee, zelfs met de regen zien we in het lichtblauwe water prachtig koraal. Dan is het echt tijd om afscheid te nemen van Korne en Udin. |
|
Zij moeten de hele weg nog terug rijden en willen tot in Tentena komen! En dan met deze regen... We bedanken deze twee kanjers voor al hun goede zorgen, we hadden ons geen betere gids en chauffeur kunnen wensen! Daar gaan ze... in de stortregen, we staan ze nog lang uit te zwaaien. |
|
Dan eerst maar
eens kijken hoe het huisje er uit ziet. Het is helemaal van donker hout,
heeft een geweldige veranda en binnen is het knus ingericht.
Vanaf nu geen douche meer maar een mandibak.
Een bak met ijskoud water wat je over je heen
schept, het is even wennen maar wel lekker fris!
John waagt zich nog een keer
buiten en haalt wat pilsjes, hij hoort van Gabi dat het in 7 jaar tijd niet meer zo heeft geregend, dit heeft ze nog nooit mee gemaakt.
Verder is ons iets
opgevallen bij Prince John... er zijn hier... toeristen! De rugzakken kunnen helemaal leeg, er wordt een wasje gedaan en dan installeren we ons op de veranda. Inmiddels is het donker geworden en begint het ook nog eens hard te waaien. ’s Nachts stormt het zo hard dat we geen oog dicht doen. Hopelijk is het morgen een mooie dag, de snorkelspullen liggen al klaar! |
|
|
|
Van Gabi
vernemen we dat de zware regenval en de storm een gevolg zijn van een typhoon
boven Australië. De onderwaterwereld is hier werkelijk fantastisch. We dachten dat niets de Malediven zou kunnen overtreffen maar het blijkt toch te kunnen. De diversiteit aan vissen en gekleurd koraal is hier toch groter! We kijken onze ogen uit, zeeslakken in paars, geel en rood met en zonder gekleurde streepjes, vissen in allerlei kleuren en maten. We zien een joekel van een vis, het blijkt een Napoleon Wrasse te zijn. Er wordt vandaag heel wat gesnorkeld en constant zien we nieuwe dingen. |
|
Daar kunnen we hem heel wat over vertellen en dat doen we dan
ook enthousiast. Zodra we de zee inlopen om te gaan snorkelen zien we
het al... kwallen, vreemde stroming vandaag.
Na een paar uur wagen we het er nog een keer op maar na diverse gratis
botox behandelingen houden we het voor gezien. Die beestjes kunnen nog
gemeen prikken. |
|
Vandaag worden er vlieguren gemaakt. De wekker gaat om 03.45 uur, wat een tijd, reizen is soms best vermoeiend! We pakken de rugzakken in. Gelukkig heeft Gabi ons een thermoskan met koffie meegegeven de vorige avond oftewel enkele uren geleden. De koffie is nog heerlijk warm en gezoet met de zoete Indonesische melk. |
|
Om
05.00 uur staan we in het pikkedonker bij het poortje te wachten op onze
taxi. Om 05.10 uur komt hij eraan, voordat de man is uitgestapt heeft hij al
2 keer “sorry sir” gezegd, “No problem”, we zijn al blij dat ie er is. Binnen een klein uur zijn we op het vliegveld van Palu. We kunnen direct inchecken en krijgen voorrang bij de balie, dat hoeft nou ook weer niet. Een behulpzame heer ziet ons zoeken naar het juiste loket en schiet direct te hulp. De weegschaal voor de bagage bevindt zich bij een ander loket maar men weet geen raad om die weegschaal naar ons loket te brengen zodat we niet nog eens in de andere rij hoeven te gaan staan. |
Iemand van de security leert ons nog snel enkele woorden Indonesisch, kijkt niet om naar onze handbagage of tickets, we betalen onze vertrekbelasting en dan... is het wachten. Om 07.00 uur vertrekken we met Wing Air naar Makassar. We zitten al in het vliegtuig maar voordat we vertrekken hebben we al een heuse stoelendans achter de rug. Iedereen die binnenkomt gaat maar ergens zitten, totdat er iemand binnenkomt die zijn eigen stoel opeist, dan heb je de poppen aan het dansen. De stewardessen weten zich geen raad met de situatie, wij vinden het eigenlijk wel komisch allemaal. |
Pasca |
||
|