Afrika - Kaapverdische Eilanden |
Cabo Verde - Kaapverdische eilanden |
|
|
|
||
|
||
Route: Brussel - Lissabon - Sal - Lissabon - Brussel |
Omdat de winter te koud was en vooral te lang duurde en omdat we zin hadden om eens niks te doen, zouden we er voor een weekje uittrekken. Het is niet niks om via internet een bestemming te vinden waar het niksen verheerlijkt wordt. Tot we het woord "Morabeza” ontdekten. Het betekent “gezellig volk“ in het Creools. Maar het is meer dan dat, het is een filosofie die zegt dat het leven “genieten“ is, aldus de Kaapverdianen. Dus... wij daarheen! |
Ilha do Sal Het draait rond middernacht als we neerstrijken op de internationale luchthaven Amilcar Cabral van het eiland Sal, één van de bovenwindse eilanden (Barlavento). Het uurverschil met België bedraagt 3 uur in de zomer. Voor ons dus al drie uur in de morgen. |
|
Kaapverdië is een archipel bestaande uit negen bewoonde en drie
onbewoonde eilanden, allen van vulkanische oorsprong, en gelegen in de
Atlantische Oceaan op zowat 600 km. van de Afrikaanse kust ter hoogte van
Dakar (Senegal). Sal is eerder klein, nauwelijks 32 km. lang en in breedte variërend tussen 8 en 12 km. Een oppervlakte van 216 km² met een bevolking van ongeveer 15.000 inwoners waarvan de meeste wonen in de drie bijzonderste dorpen: de hoofdstad Espargos, de haven Palmeira en het vakantiedorp Santa Maria. De oorspronkelijke naam van het eiland was Llana wat plat betekent. Sal is immers één dorre woenstijnachtige vlakte met enkel in het noorden een overblijfsel van een oude vulkaan, een piekje van 400 m. |
Vanaf 1640 is men begonnen met het winnen van zout op het eiland waardoor het van naam veranderde. Restanten van deze zoutwinning zijn nu enkel nog te zien in de salinas van Pedra Lume. Santa Maria Het gezelligste plaatsje van Sal is het meest zuidelijk gelegen vissersdorpje Santa Maria met amper 1860 inwoners. |
Nauwelijks 18 km. van de luchthaven en gelegen aan één van de mooiste
stranden, 8 km. lang en op vele plaatsen meer dan honderd meter breed.
We verblijven in het
Morabeza hotel,
één der eerste hotels op Kaapverdië en nog wel in Belgisch beheer. Het waren de Gentse industriëlen Gaspard en later Georges Vynckier die hier tussen 1963 en 1967 een guesthouse lieten bouwen voor zichzelf en vrienden, maar op aandringen van S.A.A. er kamers verhuurden aan de crew van South African Airlines. Dit is zo gebleven tot op vandaag, al meer dan 35 jaar lang. Dit brengt ons even terug naar de luchthaven alhier, welke ontstaan is in 1939 toen de Italianen onder Mussolini zochten naar een plek om bij te tanken voor de transatlantische vluchten naar Zuid Amerika. |
|
Later werd het eveneens de vaste stopplaats voor de Zuid Afrikaanse luchtvaartmaatschappij, die wegens de boycot tegen het apartheidsregime in hun land, geen andere Afrikaanse landen mocht overvliegen. |
|
Tot in 1986 was Sal de
tussenstop voor de vlucht Johannesburg - New York. De jongste jaren begint ook de toeristische industrie meer en meer interesse te vertonen voor deze luchthaven en zijn er regelmatige vluchten van en naar Europa. Deze luchthaven, nu één der belangrijkste tussenstops ter wereld, is uiteraard ook van strategisch belang. |
|
Tijdens de recentste junimaand werden er nog grootscheepse NATO-oefeningen gehouden op de Kaapverdische eilanden waarbij deze haven centraal stond. |
|
Santa Maria wordt
steeds meer bekend als vakantiebestemming.
Dat heeft het vooral te danken aan het bijzonder aangenaam klimaat.
Het regent hier uitzonderlijk en de temperatuur varieert er het jaar
door tussen de 22 en de 28 graden.
Steeds is er een aangename zeewind. Voeg daarbij de onbezoedelde blauwgroene Atlantische Oceaan en de prachtige stranden die altijd vlakbij zijn. En dan weet je het: strand, zon en zee: dé ideale plek voor allerhande watersporten en dolce far niente. En dit alles op een goede zes uur vliegen van Brussel. Het centrale punt is de (deels afgebroken) pier welke momenteel gerenoveerd wordt en waarbij een torenhoge kraan het uitzicht wat ontsiert. Het is de ontmoetingsplaats voor de lokale bevolking. Dagelijks rond elf uur is er de aankomst van de vissers en de bijhorende activiteiten. |
Het blijft de moeite er een kijkje te gaan nemen. Hier is eveneens het vertrekpunt voor de duikers en de bootexcursies. |
Van hieruit kan je links
tot aan het hotel Odje d’Agua wandelen waar je van op het terras een
mooi uitzicht krijgt over de baai rond Santa Maria.
Rechts van de pier begint het kilometers lange strand. Hier is nergens
sprake van overbevolking op het strand en dat is precies de charme ervan: een weelde aan ruimte om je heen.
Het dorp
Santa Maria zelf beperkt zich ocharme tot een paar straten en wat
zijstraatjes die al meteen uitlopen op het oneindige maanlandschap
erachter.
Toch is het er best gezellig met
kleine pastelkleurige huisjes waarbinnen alles kraaknet oogt. |
||
|
Verder een niet onaardig
dorpspleintje met krantenkiosk, het restaurant
Mateus en het kleurrijke Cultural Café waar de bladen van de tafeltjes in de
vorm van de eilanden van Cabo Verde zijn. Verderop een gemeentelijke overdekte markt met vooral Afrikaanse souvenirs. Zelfs al meerdere boetiekjes met merkkledij naast povere minimercados waar zowat alles te koop is. |
Langs de straat natuurlijk kraampjes met groeten en fruit. Vergeten we vooral niet dat alles op dit eiland moet ingevoerd worden, tot water toe. Het meeste voedsel, op vis na, komt van de andere eilanden, Portugal of Zuid Afrika. |
|
Vandaar dat de
prijzen naar Afrikaanse normen nogal hoog zijn en best te vergelijken met de
onze. Naast enkele eenvoudige Creoolse eethuisjes zijn er een paar leuke bars, zoals de Pirata of The Chill Out, zelfs een Belgische, maar een echt bruisend uitgangsleven is er niet in Santa Maria. |
|
Hier komt men alleen voor een fijne zonvakantie om te surfen, vissen, duiken of zwemmen. Santa Maria is tot rust komen onder een gastvrije en vriendelijke bevolking. |
Palmeira Per taxi zijn we even tot in het havendorp Palmeira gereden via de enige verharde weg midden een desolaat landschap waar je nagenoeg niets tegenkomt. Alleen rond de luchthaven is er even wat drukte en dat heeft meer te maken met de aan gang zijnde NATO manoeuvres dan wat anders. Het havendorp Palmeira ligt er stil bij. Enkel een reeks schooltjes, waar joelende kinderen binnen en buiten rennen, brengen wat leven in de brouwerij. Ook rond de gemeenschappelijke waterfontein leeft er wat. Dit is echt Cabo Verde, eenvoudig, mooi en ongerept. |
|
|
|
|
De toekomst van Palmeira |
Palmeira - Nieuwbouw |
Palmeira - De haven |
Morabeza En dan vergeet ik nog dat het WK voetbal is. Op dit voetbalgek eilandje, half Portugees, half Afrikaans en half Braziliaans is iedere wedstrijd weer een feest. |
|
Behalve voor die
ene Hollander, arrogant voor tien, is het toen even mis gegaan tegen
Portugal. "Die Belgen" hebben daar verder geen last meer van gehad. Wat de uitslag ook was, er werd ’s avonds gevierd in bar La Tortue. Wat leuker dan een Caipiroshka onder de sterrenhemel na een heerlijke maaltijd (catchupa) en ondertussen genieten van de Kaapverdische muziek: ook weer zo’n mengelmoes van Portugese fado (mornas), Afrikaanse ritmes (coladeiras) en Braziliaanse bossa nova. Dit alles overgoten met een typisch nostalgisch sausje, "sodade" genoemd. Deze lokale Kaapverdische muziek kreeg een overkoepelende naam Funana. |
Al heb je de indruk dat de tijd stilstaat op Cabo Verde toch is een week weer gauw voorbij gegaan, maar het is goed geweest. Alleen blijft de vraag: hoelang gaan ze dit hier nog volhouden voor het geldhongerige massatoerisme toeslaat? |
Dirk |
||
|