Afrika - Kenia - Rondreis - Buffalo Springs - Samburu

Buffalo Springs - Samburu
Tekst en foto's: Debora Bom
Reistijd: oktober 2007

Kenia

 

     
 

Hakuna Matata
Van de rust in de chaos...

 

Vrijdag 12 oktober - Vroeg in de ochtend

Licht gespannen staan we op. De tassen zitten vol gepakt en de papieren worden nog eens gecontroleerd. We reizen af naar Schiphol voor onze vlucht naar Nairobi - Kenia.
 


Kenyatta Airport

Het is zover: we gaan op safari door Kenia. De KLM vlucht is vol en verloopt prima. Het weer onderweg is rustig, dus van turbulentie geen sprake. We kijken wat tv, genieten van het op sneeuw lijkende wolkendek en komen rond half zeven ’s avonds op Keniaanse bodem aan. Karibu! Welkom! Al met al een rustig begin... Tot we uitstappen...

Kenyatta Airport is uiteraard geen Schiphol. Het is aanzienlijk kleiner, maar niet minder druk.


De bagage wordt van de ene band op de andere geplaatst. Het valt ons op dat om ons heen grote kratten met tassen en koffers staan. Van andere vluchten wellicht, of nog wachtend op een eigenaar om ze te komen ophalen. Onze tassen boffen, want wij nemen ze lekker mee.
 
Na de douane staan er tientallen Kenianen met bordjes in de lucht op zoek naar de juiste vakantiegangers. Phoe... dat is even een overweldigend beeld. Gelukkig staat onze man duidelijk zichtbaar, en voor de geruststelling met een net bordje, te wachten. We worden vriendelijk ontvangen en dat blijkt later toch wel het grootste visite kaartje van Kenia: de vriendelijkheid.

Als alle zes de reisgenoten zijn gearriveerd, komt chauffeur annex gids George bij de groep. Een pracht van een Keniaan met gevoel voor natuur en aardige rijvaardigheden zo zal blijken.

De eerste nacht verblijven we in Nairobi, in het Panafric hotel net buiten het centrum. Met op iedere verdieping een beveiligingsbeambte en de deur op dubbelslot laten we de eerste indrukken van de Keniaanse stad op ons inwerken en vallen in slaap.


George Maina - Onze gids


Olifanten op twee uur...

Na een heerlijk ontbijtbuffet gaan de reisgenoten en grote tassen in het busje op pad. We reizen met een acht-persoons Toyota busje. De Keniaanse wegen blijken vol met dit soort busjes. Een klein deel van toeristen - busjes herkenbaar door de omhoog te klappen panelen op het dak - en veel, veel busjes voor het "openbaar vervoer".
 


Vervoermiddel

We constateren dat alle buschauffeurs fan zijn van de grote Eindhovense voetbalclub, daar zij allen de letters PSV achterop hebben staan. George dikt dit nog even aan en vertelt ons vervolgens dat dit staat voor Public Service Vehicle. Klinkt logisch... De busjes zitten vol, maar toch blijken er iedere keer weer mensen bij te kunnen.

We passeren in de buitenwijken van Nairobi diverse bouwwerken. Opmerkelijk zijn de houten steigers. Aan elkaar geknoopte palen waarlangs de werknemers omhoog klimmen, of omlaag glijden. Buiten de vele busjes gaat het vervoer voornamelijk per voet. We zien met enige regelmaat karretjes waar ezels voor lopen en ook de fiets blijkt een uitermate goed middel voor grote spullen. Daar waar je bij de Ikea in Nederland de mensen ziet stoeien met ruimte, zien we hier een man voorbij komen met een bankstel dwars achterop zijn fiets... zo kan het ook.

Inmiddels hebben we het woord "Jambo" (hallo) geleerd en snappen nu ook wat iedereen ons toeroept. We verlaten de verharde wegen en komen op de "bumpy roads" terecht. Wegen met soms wel asfalt, maar om de kuilen te vermijden kun je beter via de berm rijden. En wegen met enkel zand en stenen.
 
George blijkt een waar kunstenaar op de weg en weet de kuilen en bobbels te vermijden. Langzaam aan doen is niet zijn ding, gewoon inhalen en weer lekker doorrijden lijkt zijn motto. Ondanks die manoeuvres, voelen we ons wel prettig bij zijn rijstijl.

Korte koffie- en toiletstops worden alleen op speciale plaatsen voor toeristen gemaakt. We moeten helaas constateren dat het niet overal veilig is om te stoppen. Dit is ook wel begrijpelijk als je ziet hoe
mensen soms leven en wonen. Dan is een blanke toerist een zeer interessante bron van inkomsten.

De stops die we maken zijn altijd bij de "curio shops". De toiletten worden door de verkopers schoongehouden in de hoop dat je vervolgens iets van handwerk (beeldjes, schildjes, trommels) afneemt.


Curio shop


Wij passeren nog even. Dit zijn de eerste winkeltjes... we weten nog amper wat er te halen is. De verkooptactieken zijn enigszins opdringerig, begrijpelijk maar soms toch ook irriterend.
 


Shaba Game Reserve

Na een lange en hobbelige rit komen we begin van de middag aan in Shaba Game Reserve. Een park ten noorden van Nairobi en Isiolo, vlak naast de parken Buffalo Springs en Samburu. Het totaaloppervlak van deze parken is ongeveer 450 km2. Dit park is grotendeels niet afgezet met hekken. Dier en mens hebben vrij spel, al is het aan de inheemse bevolking niet toegestaan binnen de parkgrenzen te settelen en lijken de dieren goed door te hebben waar het voor hen redelijk veilig vertoeven is.

Na een lunch in het restaurant van de mooie Shaba Sarova Lodges maken we onze eerste game drive. Het dak is omhoog zodat we nog beter om ons heen kunnen kijken en George schakelt over op een echt safari tempo.

Gespannen kijken we om ons heen. We treffen de eerste dikdiks.
Een kleine antilope soort die zich razendsnel voortbeweegt.

Een waterbok en dan... in de verte... op de heuvels... op elf uur van ons busje... Grote grijze gedaantes schrijden zich voort. Snel verrekijkers erbij, een onmisbaar item voor zo’n reis, en... Ja hoor, de eerste olifanten zijn gespot. Ze zijn behoorlijk ver bij ons vandaan, maar het gevoel is er niet minder om.
 


Dikdik

We rijden verder om de berg heen en treffen de olifanten later bij een drinkplaats aan. En dan op slechts een paar meter afstand.

Fantastisch!

We zijn in het voorjaar en treffen daardoor ook behoorlijk wat jonge dieren aan.


Olifant op elf uur


Zo ook bij deze kudde. Bij het smalle beekje houden ook twee "aardvarks" zich schuil. "Pumba" klinkt het enthousiast. Disney’s film The Lion King schiet even door onze gedachten.
 
Na een tijdje rijden, treffen we diverse vogelsoorten en ook de eerste giraffen aan. Een bijzonder grote groep. De sierlijke beweging maakt het dier zo bijzonder. Oke, het is onze persoonlijke favoriet, dat moet ik er wellicht bij vertellen. Ze zijn schuw en dat hoort ook bij een wild dier.

Een ander opmerkelijk dier is de girafantilope. Alles oogt als een "gewone" antilope, alleen de nek is bijzonder lang. Een heel grappig beest om te zien.

Wat ons vandaag ook bijzonder oogt, zijn de nestjes van de wevervogel. Vele van de zo kenmerkende Afrikaanse paraplubomen hangen vol met kleine nestjes.

We besluiten de eerste game drive met een zoektocht naar een jachtluipaard. Een andere gids heeft het dier gesignaleerd en ook wij gaan die kant uit.


Sierlijke giraffen

We treffen de achterzijde van het dier nog net: staart en achterpoten, voordat hij zich schuil houdt in een klein stuk struik. En daar is hij dan ook gebleven...

Catch of the day…

De nacht hebben we in de prachtige lodges goed doorgebracht. Het is geen uitrust vakantie, dus iedere dag staan we rond zessen naast ons bed. Klamboe aan de kant, fototoestellen mee en naar het restaurant waar het eten ons - werderom - goed smaakt. Helaas moeten we bij het ontbijt constateren dat een van onze reisgenoten ziek is geworden.
 
Zodoende stappen we met vijf personen, en natuurlijk George, in voor een nieuwe game drive. We maken vandaag een langere trip zodat we naar Buffalo Springs en Samburu Reserve kunnen.

Buffalo Springs is een semi savanne gebied: droog met her en der struiken en bomen. Het is duidelijk te zien waar het water door het landschap stroomt, daar is het groen. De grond is roodachtig en vormt achter het busje een rode stofwolk.

We treffen veel olifanten aan en ook de eerste buffels. Zebra’s lopen in kleine groepen te grazen. Als we het strepenpatroon van dichterbij kunnen bekijken, werkt het bijna hypnotiserend. Ook treffen we hier vele impala- en vogelsoorten aan (zoals de de secretarisvogel).


Savanne gebied van Buffalo Springs


George rijdt ons langs de oevers van het riviertje en duikt soms met bus en al bijna in de struiken. Bijna onmogelijk welke dieren hij voor ons vindt. Tussen een paar struikjes ziet hij een arend die zich te goed doet aan een, waarschijnlijk net gevangen, dikdik.
 


Anatomieles

Hoe is het mogelijk dat iemand dit ziet? Zo’n scherpe blik en natuurlijk in de loop der tijd goed getraind.

Op een hoger gelegen vlakte stoppen we kort om de benen te strekken. We zijn enigszins verbaasd dat we zomaar uit kunnen stappen. We gaan er maar vanuit dat George weet wat hij doet. Er liggen botten vlakbij de bus. Anatomieles van onze meereizende dierenarts leert ons dat het waarschijnlijk een olifant is geweest.

We steken de rivier Ewaso Nigro, die ook langs onze lodge stroomt, over naar het naastgelegen Samburu gebied. Ook hier treffen we weer verschillende diersoorten aan. Een kleine greep: koedoe’s, eekhoorns, termieten(heuvels), giraffen, olifanten, zebra’s, salamanders, vele vogels en meerkatten.


Voor ons zien we twee "warthogs", zwijnen, met een kleintje. We kijken er een beetje naar en dan opeens is er actie. Een leeuwin komt in supersnelheid op de zwijnen af rennen. Paniek, gegil. Vlak voor onze ogen vindt een ongekend natuurspektakel plaats. Het biggetje rent voor zijn leven, maar de grote leeuwin is sneller. Ze heeft dan ook niet veel tijd nodig om dit, voor haar kleine, hapje te pakken.
 


Even spartelt het beestje nog, maar dan is het over. De leeuwin heeft haar buit en loopt weg.
Een giraf vlakbij kijkt de leeuwin nog verstijfd na en wij kijken elkaar met ingehouden adem aan...

Het is weer vroeg als we met de tassen bij de receptie staan om uit te checken. Boven ons hangen vleermuizen in de nok van de overkapping. Alle gebouwen bij de lodges zijn zo geconstrueerd dat er een dak is, een vloer en met hout lage wanden of een  soort hekwerken. Ramen zijn er niet, alles is heerlijk open.

Verder naar Lake Nakuru


 
Debora