Afrika - Namibië - Rondreis Pasca en John - Namib Naukluft Park - Cape Cross - Brandberg |
![]() |
Namib Naukluft Park - Cape Cross - Brandberg |
|
|
||
|
||
Namib Naukluft Park - In de verte ons plekje op de campground |
Spreetshoogte - Sossusvlei | Cape Cross - Brandberg | Damaraland - Kunene | Etosha National Park | Tsintsabis - Otjiwarongo | Routekaart | ||
Namib Naukluft Park - Bloedkopje |
20/05/2010 - Vroeg op! Om 05.15 uur zitten we al aan onze eerste kop
koffie. Het is nog donker maar het is zo ontzettend mooi om de zon te
zien opkomen, de lucht krijgt allerlei mooie kleuren van diep paars tot
lichtroze. Overigens genieten we ook elke avond van de mooiste
zonsondergangen. |
|
Vandaag
is het tijd om Weltevrede gedag te zeggen en onze weg te vervolgen.
Eerst rijden we terug naar Solitaire, halen daar nog wat kleine
boodschappen en een heus “Moos” brood. Helaas is de diesel op in
Solitaire, maar gelukkig hebben we nog meer dan voldoende. Maar ja, als
we kunnen tanken doen we dat ook, gewoon constant bijvullen. De route van vandaag is wederom prachtig, de weg op sommige stukken uitermate slecht. Vanuit Solitaire rijden we eerst naar de Gaub Pass en laten we de vlaktes met geel gras achter ons. Vervolgens passeren we de Aruvlei en rijden we vandaar uit de Kuiseb Pass in. Prachtig! Bij een geweldig uitzichtpunt eten we de bij Moos gekochte gemberbroodjes, eerlijk gezegd gaat onze voorkeur toch uit naar zijn appeltaart. Het uitzicht: immense bergen en een oneindig vergezicht. |
Vandaag overnachten we op een van de campgrounds in het Namib Naukluft Park. Daar hebben we gisteren de permit voor opgehaald bij de Sossusvlei. Je hoeft geen plek door te geven, je kijkt gewoon welke campground je het meest bevalt. |
Onderweg
zien we springbokken, gemsbokken, struisvogels, een wild paard,
grondeekhoorns en gieren.
Nabij de afslag D1998 zien we onze eerste zebra’s. Super! Een eindje
verderop zien we Pumba, oftewel zwijntje met antennestaartje. Als eerste rijden we naar campground Ganab. We worden er allebei niet zo enthousiast van dus besluiten we door te rijden naar Bloedkopje. Het eerste gedeelte van de route (de route naar Hotsas) wordt aangegeven als 4-wheel, vreemd, zou dat alleen in de regentijd gelden? Na onze ervaring in de Sossusvlei, gaan we er toch voor, het kan toch niet veel erger zijn? Dat is het ook niet en we rijden over een redelijke weg naar Bloedkopje. Op de helft van de route staat een auto met een lekke band, duim van de bestuurder gaat omhoog (alles dus goed) en wij rijden door. Bij Bloedkopje aangekomen weten we niet wat we zien! Wat ontzettend prachtig! |
|
Hierbij een letterlijk overgeschreven stukje uit ons reisdagboek: “Ik zit hier in de schaduw van een boom, vogels vliegen af en aan en kwetteren er op los, het is het enige geluid wat we hier horen. Voor mij ligt een enorme rotspartij in goud - oranje kleuren, overal zie ik geel wuivend gras en kleine zilverkleurige struikjes. Achter mij een enorme weidse vlakte gevuld met plukken gras, struikjes en kokerbomen. In de verte de bergen. Dit is echt: wauw! De zon gaat nu bijna onder en de bergen lichten rood op, de lucht is paars met roze strepen... het is hier een kleurenpracht!”. |
![]() |
|
![]() |
’s Middags maken we nog een mooie wandeling over de rotsen rondom Bloedkopje. Bij Bloedkopje staan we helemaal alleen, en dat maakt het toch wel heel bijzonder. Het enige licht komt van de buitenlamp van de camper en van onze zaklampen. Electra is er niet. Vanavond gaat voor de eerste keer de braai aan en we eten overheerlijk! Nog lang zitten we te kletsen en te genieten bij ons kampvuurtje. In de avond blijft het warm. Gereden km vandaag: 220 |
|
21/05/2010 - We zijn er weer aardig vroeg bij. Het
inpakken van de camper is al routine dus dat is ’s morgens snel
geregeld. |
|
We voorzien de meeste spullen van een nieuwe plastic zak, we
hebben vanaf de tweede dag alles in plastic zakken gedaan, ook onze
rugzakken, om de spullen te beschermen tegen het stof. De plastic zakken
wisselen we regelmatig want ook die zijn na een dag rijden van een
stoflaag voorzien. Het eerste gedeelte rijden we over de C28 richting Swakopmund en we verlaten deze weg na enkele kilometers om de Welwitschia route te rijden. Al na een paar honderd meter zien we de eerste Welwitschia, deze plant verdient geen schoonheidsprijs maar is wel uniek in zijn soort, deze plant kan namelijk wel 2000 jaar oud worden. De plant staat/ligt in een cirkel van keien. De wortels liggen namelijk vlak onder het oppervlak en deze zou je beschadigen als je te dicht bij de plant in de buurt komt. Aan de plant zitten een soort vruchten of knoppen, we weten niet of dat altijd zo is of dat het met de tijd van het jaar te maken heeft. |
Ik zie John bedenkelijk naar de plant kijken en ik hoor hem bijna denken “ben ik daar nou voor omgereden”? Ja dus. |
De route gaat verder via de maanlandschap route, mooi om te zien
maar de camper rammelt haast uit elkaar op deze wel heel slechte weg. We
zijn aan het eind van de route blij dat we de C28 weer kunnen opdraaien. Voordat we Swakopmund in willen rijden zien we een benzinepomp waar ook een pinautomaat is. En wonderbaarlijk, het geld komt gelijk uit de muur! Na het tanken overleggen we even, we hoeven nu Swakopmund niet meer in om te pinnen en aangezien de stad ons echt niet aantrekt rijden we door richting Henties Bay. Net buiten Swakopmund treffen we een mega Spar en doen hier onze boodschappen. Na een klein uurtje (de winkel is echt ontzettend uitgebreid) zijn we weer van alles voorzien. We rijden nu langs de kust naar Henties Bay (spreek uit als Henkies). De route is vrij eentonig, het landschap erg kaal. |
|
Henties is een plaatsje wat de laatste jaren flink is gegroeid. Het ligt pal aan de zee en het is dan ook een echt vissersplaatsje, wat de laatste jaren steeds meer toeristen trekt, hebben wij ons laten vertellen. Henties ziet er gemoedelijk en overzichtelijk uit. Bij de plaatselijke supermarkt vragen we de weg naar Buck’s Campground wat we na twee keer rondrijden door Henties maar niet kunnen vinden. De dame in kwestie weet het ons haarfijn uit te leggen, dus we kunnen weer op weg. We weten dat we nu in de goede richting rijden maar nog steeds geen Buck’s. Dan zien we een informatiekantoor en informeren nogmaals. Het blijkt dat Buck’s een straat voor het informatiekantoor ligt en niet staat aangegeven, ja, dan wordt het lastig. Zelfs als we er naartoe rijden zien we het nog niet, het blijkt dat Buck’s Campground achter een hoge lange muur verscholen ligt! Van buitenaf zie je dus niets, maar omgekeerd geldt dat dus ook. Het lijkt wel of we een gevangenis inrijden! Het is al wat later op de middag dus besluiten we te blijven, belangrijkste reden daarvoor is dat we elektra hebben en al onze apparatuur kunnen opladen. Tevens sanitaire voorzieningen voor onszelf en een heus keukentje. Wel raar hoor, zo’n hoge muur en daar mogen we niet bij in de buurt komen want dan gaat het alarm af... Ook loopt er bewaking. Maar goed, wij laden onze apparatuur op, doen de nodige wasjes en na een uitgebreide douche genieten we van de avond. Gereden km vandaag: 198 |
|
22/05/2010 - Om 04.00 uur kunnen we allebei niet meer slapen, dus staan
we op en nemen deze morgen maar een drie-dubbele koffie. We doen het
rustig aan het is toch nog te donker om te gaan rijden, maar zodra het
licht genoeg is rijden we aan. Henties Bay ligt er nog slaperig bij als
wij de weg inrijden naar Cape Cross. |
|
De weg is
goed, links van ons de zee, rechts wederom een grote leegte. We komen
voorbij een zoutwinningbedrijf en zien hier volop tafeltjes langs de
kant van de weg waar steentjes en stukjes zout worden verkocht. Het
tafeltje bestaat veelal uit een paaltje in de grond waar een plakje op
vast is gemaakt. Op elk tafeltje staat een blikje waar je het geld in
kunt doen als je iets wil kopen. Het is nog zo vroeg dat er nog geen
verkopers zijn. Of die in de loop van de morgen wel aanwezig zijn? Wij
zouden ook geen uren in deze hitte gaan staan voor die enkele auto die
langskomt. Af en toe stoppen we onderweg om te genieten van het uitzicht op de Atlantische Oceaan. Er staat een briesje maar het is vanmorgen al flink warm. Het is 07.30 uur als we bij Cape Cross aankomen, om 08.00 uur gaat de poort open, dus is het eerst tijd voor een ontbijtje. Iets over achten gaat de poort open en kunnen we naar binnen. We laten ons registreren bij het kantoor en betalen de permit. Cape Cross staat bekend om zijn Kaapse pelsrobbenkolonie, geen duizenden maar honderdduizenden zeerobben verzamelen zich hier aan de kust. Cape Cross Seal Reserve is daarmee de grootste van de 23 robbenkolonies langs de kust van Zuid Afrika en Namibië, waar bij elkaar 1,6 miljoen robben leven. |
Bij aankomst op de plek van bestemming kunnen we nog niets zien maar zo gauw we de deur van de camper openmaken, horen en ruiken we dat hier iets unieks moet zijn! We lopen vanaf het parkeerterreintje richting zee, het geluid is oorverdovend, honderdduizenden zeerobben bij elkaar maken een gigantisch geluid. Aan de geur zijn we eigenlijk zo gewend al wordt deze nog intensiever als we het strand naderen. |
![]() |
![]() |
Het is een ongelooflijk gezicht. Waar we ook kijken: overal zeerobben, op het strand en in zee, het ziet er zwart van. Jonkies drinken bij hun moeder, andere liggen te slapen in het zand, sommige merken ons op en waggelen richting zee, weer andere liggen op rotsen te zonnen, en enkele waarschuwen ons om niet dichterbij te komen, je weet hier eigenlijk niet waar je moet kijken! |
Heel
rustig, om de kolonie niet te storen, wandelen we langs het lage muurtje
wat ons scheidt van de zeerobben. Het is machtig om te zien. We lopen
nog naar de twee kruizen op het strand en lezen hier een stukje
geschiedenis van Cape Cross, het is geschreven in het Zuid Afrikaans. We rijden terug richting Henties Bay en nemen net voor Henties Bay de afslag C35 naar Uis. De weg naar Uis is echt eentonig en het opwaaiende zand maakt het rijden lastig. Overal liggen kapotte autobanden, we komen op de gehele route twee auto’s tegen. Net voor Uis nemen we een korte pauze om de benen te strekken. Het laatste stukje naar Uis zien we weer kraampjes langs de kant van de weg, veelal worden er steentjes verkocht, maar ook groente en fruit. De Brandberg, ons eindpunt van vandaag, zien we al enige tijd liggen. In Uis doen we wat boodschappen nadat de jongens op het parkeerterrein eindelijk onderling hebben uitgemaakt wie onze camper mag “watchen”. Twee andere willen direct een bedrijfje beginnen met John, van een ander moeten we weer iets kopen enz. enz. Na onze boodschappen tanken we de camper vol. In Uis zien we groepjes mensen op de stoepen en in de schaduw zitten, met de nodige lege bierflesjes om zich heen. We worden onvriendelijk bekeken en we krijgen zelfs commentaar. Het zal wel... Alcohol op dit tijdstip in deze warmte kan negatieve effecten hebben... |
|
We rijden via Uis naar de White Lady Lodge. Het is bijzonder mooi om de Brandberg steeds dichterbij te zien komen. Als we nog 27 km te gaan hebben zien we een jongeman langs de kant van de weg lopen. Als we vaart minderen laat hij ons zijn lege waterfles zien. Wij stoppen en geven hem een volle fles water. Hij bedankt ons ervoor en wij vragen waar ie naar toe moet. Naar de White Lady Lodge! Nou dat komt mooi uit want daar gaan wij ook naar toe, dus stap maar in. |
|
Hij stelt zich aan ons voor,
zijn naam is John en we kletsen gezellig tijdens de rit. Tot onze eerste
lekke band een feit is! John (uit Namibië) stapt direct lachend uit met de woorden "dat hoort erbij in Namibië!" Beide John’s gaan aan de slag om de band te verwisselen. Wat een teamwork. Voor we het weten kunnen we weer op weg. |
|
Als we John afzetten bij het huis van zijn familie geven we hem nog wat kleertjes mee voor zijn zoontje van vijf en bedanken hem voor het meehelpen met het wisselen van de band en voor de gezelligheid! Op de campsite vinden we een prachtig plekje, nou ja plekje, zeg maar plek! Tot nu toe zijn de campplekken ronduit riant! De camper staat beschut in de schaduw van een boom en we hebben uitzicht op de Brandberg. In de middag maken we een wandeling door de omgeving, echt prachtig hier. De lodge is mooi gelegen en heeft prachtig uitzicht. We besluiten om op het overdekte terras een kop koffie te nemen. De huis-papegaai verstoort onze rust en stapt dapper over de tafel, gooit peper en zout om, jat onze lepeltjes van de schoteltjes, pikt tegen onze camera en gaat uiteindelijk naast John op de stoel zitten. Lachen natuurlijk! |
|
|
|
Eind van de middag komt John (ja, uit Namibië) nog gezellig bij ons langs op de campsite. Hij heeft z’n familie bezocht en gaat nu naar zijn eigen huis 8 km verderop. Ons aanbod om hem te brengen slaat hij af, hij vindt het heerlijk om te wandelen. Het is erg gezellig en wij hebben allerlei vragen aan hem over Namibië en hij wil alles weten over Nederland. John vertelt ons veel over Namibië, hoe de mensen leven, waar ze van leven, onderwijs, politiek, geloof enz. Hij vertelt ons ook over de dieren in Namibië, o.a. dat de campsite waar we nu staan een olifantenroute is. John adviseert ons ook om onze band te laten repareren in Twijfelfontein, dan hoeven we niet eerst helemaal naar Uis terug te rijden. Als het schemerig wordt nemen we hartelijk afscheid van elkaar. Geweldig, zulke ontmoetingen! Wij maken de braai aan en genieten van de zonsondergang die wel heel speciaal is. Nu weten we waarom de Brandberg deze naam heeft. De gehele berg kleurt knalrood bij het ondergaan van de zon. Het is een prachtig gezicht, de berg lijkt te gloeien. |
|
In het donker horen we geritsel in de struiken achter ons, we speuren met onze zaklamp en zien twee oogjes oplichten, wat is het? Het diertje klimt een boom in en blijft daar zitten. We kunnen niet achterhalen wat het is. Gereden km. vandaag: 268 |
Pasca |
||
|