Europa - Noorwegen - Fjordengebied

Fjordengebied
Tekst en foto's: Debora Scheffer
Reistijd: juli 2005

Noorwegen - Odda - Voss - Sogndal

 

 

Kjornes bij Sogndal

 
 

Dag 1 - Zondag 3 juli

Vanuit Nederland is het al snel 900 km naar de top van Denemarken. Deze route staat gepland via Hirtshals in het noorden van Denemarken. Een vroeg vertrek is in vakantieperiodes zeker aan te raden.
 


De kust bij Hirtshals

De eerste 400 km is het goed doorrijden. De Duitse wegen zijn goed onderhouden en op zondagochtend rustig verlaten. Het is dan niet zo heel verwonderlijk dat rond half vier in Hirtshals gearriveerd wordt. Omdat pas de volgende ochtend wordt overgevaren, verblijven we de eerste nacht in Hotel Hirtshals. Een accommodatie direct bij de haven en het centrum van het stadje.

En voor wie overweegt via deze route te reizen, een echte afrader! De motel-klasse van het hotel is ronduit erbarmelijk. De kamer die wij gezien hebben was slecht onderhouden, vies en niet prettig vertoeven. Er werd dan ook direct besloten om te boeken naar hotel-klasse. Dit bood gelukkig meer, maar nog geen aanrader.

Iets verder van de haven af ligt het Skaga Hotel. Dit oogt beter verzorgt en licht rustiger.
 
Het plaatsje Hirtshals is geen plek om lang te vertoeven. Wie echter wat beweging wil en zich langs de kustlijn (in westelijke richting) voortschrijdt komt een verbazingwekkend bunkercomplex tegen. De originele camouflage netten liggen nog over de duinen en her en der zijn zelfs de dikke metalen deuren nog te bewonderen. Het complex telt tientallen bunkers. Bordjes met informatie geven aan waarvoor het geheel gediend heeft.

Via het strand keren we terug naar het centrum. Op het strand liggen grote hoeveelheden schelpen, keien en krabbenpoten. Sommige van deze laatste wel een centimeter of 15 lang.

Direct bij het hotel zijn een aantal eetgelegenheden. De visschotel bij het restaurantje aan de overzijde van de straat is een aanrader. Houdt er wel rekening mee dat Denemarken zijn eigen kronen heeft.


Bunkercomplex bij Hirtshals


Pinnen kan op diverse plaatsen in het centrum. Ook is het een aanrader om bij binnenkomst van de ferry uit Noorwegen een kijkje te nemen bij het lossen. Verbazingwekkend hoe dit alles in goede banen loopt en hoe groot zo’n schip dan is. Bij het inschepen met de eigen auto is er geen tijd dit spektakel te aanschouwen.
 


Mistige prent van MS Christian

Dag 2 - Maandag 4 juli

Er moet vroeg uit de veren worden gesprongen: we moeten ons immers om 7:00u melden in de Ferry Terminal. In het hotel wordt nog ontbijt genuttigd en dan op naar de gate. Tickets zijn van te voren te boeken, bijvoorbeeld via overtocht.nl. Het bewijs welke u krijgt is genoeg om direct naar de auto incheckbalie te rijden (dus niet eerst een half uur in de rij bij een kantoor omdat je denkt dat je nog niet alle tickets hebt, voordeel: je hoeft niet meer met de auto in de rij te staan, je kunt gelijk door het schip op).

We varen met de MS Christian IV van Color Line Kristiansand. Aan boord zijn diverse faciliteiten als winkels (taxfree), casino, restaurants en eetgelegenheden.


Houdt er rekening mee dat je bij minder weer, jezelf vier uur binnen moet vermaken. Een boek of spelkaarten is zeker een aanrader. De valuta op de boot is voornamelijk Noorse kronen. Na een rustig tochtje arriveerden we rond 12:15u op het Noorse vasteland in Kristiansand.
 

Voor de toeristen biedt deze plaats slechts een doorgang van Denemarken naar Noorwegen. De Noorse families komen daarentegen naar Kristiansand om te genieten van strand en zee. Zodoende kan het er op een zomerse dag behoorlijk druk zijn.

De trip gaat vandaag naar Odda. Een plaatsje onder het bekende Hardangervidda natuurgebied. De route biedt een mooi schouwspel van natuur en cultuur. Vooral veel sneeuwvelden op de bergen, meren en afgelegen gebieden.

De eerste stop werd gedaan in het plaatsje Evje. Het dorpje op zich biedt niet veel natuur of cultureel spektakel. Er is echter wel een ruime hoeveelheid supermarkten voor de eerste boodschappen. Het is ook zeker aan te raden hier direct een meer gedetailleerde kaart van Noorwegen te kopen. Aanrader: een kleine atlas, handig formaat en duidelijke kaarten.

Vlak bij de Otra rivier stort de 200 meter hoge Reiarsfossen waterval zich vanaf de berg naar beneden. Vanaf Ose kun je de (tol)weg nemen naar de top van de waterval en het Reiårsmeertje. Daar vandaan lopen meerdere gemarkeerde en ongemarkeerde wandelpaden. Verderop in Valle ligt de Setesdal Husflidsentrall.

Hier is een ruime keuze aan ambachtelijke artikelen en souvenirs. Geopend tot 17:00u. De beschrijvingen in de toeristische boeken zijn echter te veel eer voor deze stop. De artikelen in de winkel zult u nog in velen andere toeristische winkels  tegen komen.


Latefossen


Het plaatsje Bykle treffen we na 185 km aan. In dit plaatsje staat het bijzonder lang gebouwde Bykle Kirkje. Het dateert uit 1619 en is één van de smalste kerken van Noorwegen. In het kerkje zijn traditionele rozenpatronen geschilderd. Geopend van 10:00u tot 18:00, toegang 10 NOK (€ 1,25). Let wel: het kerkje kan soms gesloten zijn (er is dan geen toezichthouder). De deur niet zelf openen: dan gaat het alarm af.
 


Klik op de routekaart voor detailkaart

Vandaag besloten door te rijden tot Odda. Een ieder die de weg volgt, komt automatisch langs de Latefossen (fossen betekent: de waterval). Een geweldig spektakel wat in juli zeker op zijn mooist is. Krachtige stroom water die langs de weg naar beneden zuist. Op de weg er naartoe, werden we aan de overzijde van het water al getrakteerd op prachtige woeste watervallen. Bij de Latefossen kom je echter echt dichtbij, er is dan ook genoeg parkeergelegenheid. Dat deze waterval een van de bekendste van Noorwegen is, is wel te merken aan het kioskje met toeristische zaken er naast.

Vaak wordt Odda als de smerigste stad van Noorwegen aangeduid. Niet geheel terecht, maar het stadje is niet bijzonder aantrekkelijk. Het gebied rond Odda is echter bijzonder aantrekkelijk.

We verblijven op
Odda Camping, een vanaf de rand van het stadje goed aangegeven camping.  Qua inrichting niet spectaculair; maar de faciliteiten zijn goed. Nadeel: er loopt een openbaar fiets- en wandelpad over de camping.

Die avond lopen we nog een stuk langs het water waar Odda en de camping aan zijn gelegen. Het waait behoorlijk, maar is droog.
 

Dag 3 - Dinsdag 5 juli

Wandeldag. Het weer is goed: warm en zonnig. Bij de camping is informatie beschikbaar over een aantal wandelingen rond Odda.

Eén ervan gaat naar een dorpje verderop gelegen aan het water. De route gaat langs watervallen. In het begin lijkt het even zoeken naar de juiste route. De bordjes zijn niet altijd even duidelijk opgehangen (bruin/hout) en staan op grote afstand van elkaar. Het is zeker geen wandeling voor dunne gympen of mensen die last van knieën en of hoogtevrees hebben.

We passeren prachtige rotsformaties. Inmiddels wat begroeid en bomen lijken hier op niets dan steen te kunnen groeien. Na drie kwartier leidt de route meer het bos in: een smal pad met al snel het geruis van een waterval.


Woeste waterpartijen

 


Hangbrug boven de waterval 

Overigens kunnen we bijna heel de wandeling een geweldig grote waterval aan de overzijde bewonderen. Na het bospad staan we oog in oog met een groot waterspektakel. Het geruis is verklaard: we staan pal naast een waterval. Ook hier komt het water met ongelooflijke snelheid naar beneden. Prachtig om te zien.

Een hangbrug leidt ons naar het pad aan de overzijde van de langs rotsen. Dan wordt het lastiger: tussen de rotsen lijkt het pad verdwenen. Daar vervolgen we de route verder door het bos en weten we niet of we nu op stevige ondergrond of loshangend mos staan. Het wordt te gevaarlijk, dus keren we terug naar het pad en de hangbrug. Heerlijk koel om midden op de brug te staan en wonderlijk om zo ook in oog te staan met een voortdurende stroom water.

De route terug is niets minder zwaar dan de heen weg. Zeker het laatste stuk grasland is verraderlijk: het doet plat aan, maar stijgt stiekem!

Na terugkomst op de camping gaan we nog een stuk met auto op pad: nogmaals kijken bij de Latefossen en richting een bijgelegen Buergletsjer. Daar komen we met de auto helaas niet in de buurt en de wandeling er naar toe maken lijkt te zwaar.


Dag 4 - Woensdag 6 juli


Vanuit Odda wordt richting Sogndal vertrokken: het fjordengebied in. Voor het eerst de tent en auto weer in laden. Beetje pech: het regent bij het inpakken. Maar dit blijkt later de enige bui te zijn die ons zo treft! 41 km boven Odda ligt Kinsarvik. Bij Kinsarvik ligt een van de eerste stenen kerken van Noorwegen. Men beweert dat deze kerk is gebouwd in 1160.
 

In de kelders waren de roofgoederen van diverse Viking tochten opgeslagen. De kerk is alleen toegankelijk via een ferry verbinding (30min, 20NOK / € 2,50 p.p. 52NOK / € 6,50 auto). Wij hebben de trip niet gemaakt.

Onze stop ligt in het dorp Voss (spreek uit: Woz). Voor de Noren kenmerkt dit zich vooral als wintersport gebied. Toeristen komen op hun route bijna allen één of meerdere keren door dit plaatsje. Vroeger was Voss vooral een stad voor de handel. In 1023 heeft koning Olav Haraldson den Heilige hier een kruis laten plaatsen, als teken van het Christelijke geloof van het gebied. Later werd Voss meer gebruikt als militaire uitvalsbasis voor oefeningen. Om die reden werd het stadje in 1940 door de Duitsers gebombardeerd.

Het is aan te raden direct bij de VVV te parkeren: daar zijn folders te halen en is ook de kerk op loopafstand. Dit is niet een van de bijzondere stavkirkjes, maar zeker wel oud en van binnen een bezoek waardig. De kroonluchter in de kerk komt uit Deventer. Wie in Voss het toilet wil bezoeken, kan dit doen bij het hotel schuin naast de kerk. Is gewoon voor een ieder toegankelijk.

Echt de moeite is het Bordalsgjelet. Een diepe smalle kloof direct bereikbaar vanaf het centrum. Aan staat gegeven dat vanaf de parkeerplaats de wandeling zo’n 2 km is. Daarbij is ook een lange hangbrug te passeren.


Voss - Bordalsgjelet

 


Klik op de routekaart voor detailkaart

Echter: met de auto kunt je vanaf de parkeerplaats bij de VVV ook gemakkelijk naar de kloof. Rijd terug richting centrum en ga naar rechts de brug over de rivier over. Daarna direct naar rechts en dan ligt na het bebouwde gebied (je komt dan ook langs eerder genoemde hangbrug) direct na een brug een kleine parkeerplaats (onverhard) met een informatiebord. Hiervandaan loop je direct de kloof in.

Er is een voetpad aangelegd met verschillende uitkijkpunten en informatiepunten. Diverse potholes zijn zichtbaar en diverse waterversnellingen. Let wel op: het is hier altijd glad, zeker met regenachtig weer. Er staan wel overal hekken, dus erin vallen kan niet. Het is een wandeling van een paar honderd meter.

Voor wie meer tijd in Voss heeft: je kunt aan de andere zijde van het dorp met een kabelbaan naar boven om in een prachtig heide gebied te wandelen.

Na Voss vervolgen we de route richting Aurland. Daarbij wordt ook het station van de Flambana gepasseerd. Wie hier vroeg op de dag is, moet zeker met de trein naar boven de bergen in. Helaas waren wij daarvoor te laat. Bij de Flambana is een heel complex van toeristenwinkels en meren de grote cruiseschepen ook aan. Hier wordt de rust van Noorwegen even doorbroken door het toerisme.
 
Na Aurland steken we tijdens deze route het Noorse berggebied ondergronds door. De Laerdalstunnel is 24,5 km lang! Het rijden erdoorheen gaat snel: je mag hier 80 km/u en op vierpunten wordt het geheel doorbroken door een brede ruimte met een mysterieus blauw licht. Na de tunnel is het niet ver meer naar bestemming Sogndal.

Eerst nog voor de tweede maal deze trip met de ferry over... Dit brengt ons bij Kaupanger, een eenvoudig stadje, maar wel met stavkirk. Zoals overal moet men betalen om binnen te mogen kijken en is foto’s maken verboden (tenzij het kerkje onderdeel uitmaakt van een openluchtmuseum, zie hiervoor later in deze trip). Het interieur is apart: alles is van hout en uitgesneden. Zelfs de (later blijkt kenmerkende) kroonluchter is van hout.


Cruiseschip bij de Flambana

 

Sogndal ligt, zoals de naam al doet vermoeden, aan het Sogndalfjord. Als een eiland slechts verbonden door de toegangswegen. Het gebied kenmerkt zich door strand, bergen en gletsjers.

De camping die wij aandeden lag na het dorpje Kjornes links aan de weg: Camping Kjornes. Met een pad naar beneden, op ongeveer 3 km van het centrum.

De camping is ruim opgezet in meerdere lagen. Een aanrader! Het ligt prachtig aan het fjord tussen de bergen. De faciliteiten zijn er netjes.

’s Avonds kun je links van de camping nog een wandeling maken, bijvoorbeeld naar een klein strandje met mooi uitzicht over een zijtak van het fjord.


Camping Kjornes bij Sogndal


De supermarkten in Noorwegen zijn veelal tot negen of tien uur open. Voor de lang reizende toerist ideaal. En dat voedsel moet dan wel goed opgeborgen zijn... al is het maar om een nachtelijke tentbezoeker als een egel snel weg te kunnen jagen.

Dag 5 - Donderdag 7 juli

Wat is Noorwegen zonder fjorden: incompleet. En wat is een vakantie in Noorwegen zonder fjordentocht: ook incompleet. Dus vandaag wordt er gevaren. Bij de VVV in Sogndal (direct in het centrum) is informatie verkrijgbaar over verschillende tochten. Besloten wordt een ferry tocht te maken van Kaupanger naar Gudvangen.
 


Typisch Noorwegen

De tocht neemt 2 uur heen en 2 uur dezelfde route terug in beslag. Ook al is het op de boot erg druk, er is ruimte om te zitten en al het natuurschoon te bewonderen. De tocht brengt ons grote watervallen, bergen, fjorden, meeuwen en zelfs bruine dolfijntjes. Dorpjes die enkel toegankelijk zijn via de fjorden: het komt nog op meerdere plaatsen voor.

Op de heenreis wordt er na een drie kwartier aangemeerd door een andere boot, een heuse overstapplaats, midden op het fjord. Op de boot is eten en drinken te koop, het is echter aan te raden dit zelf mee te nemen. Een kaartje voor de trip is bij opstappen te koop bij een van de medewerkers.

Na de boottocht hebben we onze zinnen gezet op gletsjers. We besluiten richting het Folgerfonna gebied te rijden.
 
Daarvoor moeten we echter wel een flink dure tolweg (Bomvei) over: 20 euro enkele trip... (en helaas moesten we er echt ook over terug). Het gletsjermuseum (Bremuseum  in het Noors) bij Faerland geeft een leuke uitleg, maar is niet bijzonder spectaculair. Maar wat dat zeker wel is, is het niet al te ver daar vanaf gelegen Supphellebreen. Vanaf het museum moet hiervoor een stuk naar links worden door gereden op de tolweg, de gletsjer staat dan rechts van de weg aangegeven.

Over een onverhard smal pad kom je vanzelf op een soort parkeerplaats. Daar prijkt direct de gletsjer met zijn sneeuwveld en waterbekken. Het is hier doodstil en prachtig om te zien! Slechts een wildkampeerder vlakbij de gletsjer laat ons weten dat we niet  de enige op de aarde zijn. Het ijskoude smeltwater stroomt met een noodgang onder de sneeuwmassa vandaan. Wie denkt lekker dichtbij te kunnen kijken, kan dit beter niet doen.


Supphellebreen


Ook de sneeuwmassa onderaan de gletsjer is gevaarlijk! De gletsjer zelf is goed zichtbaar. De blauwe gloed en diepe scheuren tekenen mooi af tegen de grijze rotswand. Dit is de dure tol dan wel weer waard.
 

Verder naar de natuurparken


 

 


Debora