![]() |
Fjordengebied |
|
|
||
|
||
Kjornes bij Sogndal |
Start Noorwegen | Fjordengebied | Natuurparken | Mjosameer | Reisinformatie | ||
Dag 1 - Zondag 3 juli |
|
De eerste 400 km is het goed doorrijden. De Duitse
wegen zijn goed onderhouden en op zondagochtend rustig verlaten.
Het is
dan niet zo heel verwonderlijk dat rond half vier in Hirtshals
gearriveerd wordt.
Omdat pas de volgende ochtend wordt overgevaren, verblijven we de eerste
nacht in Hotel Hirtshals.
Een accommodatie direct bij de haven en het
centrum van het stadje. En voor wie overweegt via deze route te reizen, een echte afrader! De motel-klasse van het hotel is ronduit erbarmelijk. De kamer die wij gezien hebben was slecht onderhouden, vies en niet prettig vertoeven. Er werd dan ook direct besloten om te boeken naar hotel-klasse. Dit bood gelukkig meer, maar nog geen aanrader. Iets verder van de haven af ligt het Skaga Hotel. Dit oogt beter verzorgt en licht rustiger. |
Het plaatsje Hirtshals is geen plek om lang te
vertoeven.
Wie echter wat beweging wil en zich langs de kustlijn (in westelijke
richting) voortschrijdt komt een verbazingwekkend bunkercomplex
tegen. De originele camouflage netten liggen nog over de duinen en her
en der zijn zelfs de dikke metalen deuren nog te bewonderen.
Het complex
telt tientallen bunkers. Bordjes met informatie geven aan waarvoor het
geheel gediend heeft. Via het strand keren we terug naar het centrum. Op het strand liggen grote hoeveelheden schelpen, keien en krabbenpoten. Sommige van deze laatste wel een centimeter of 15 lang. Direct bij het hotel zijn een aantal eetgelegenheden. De visschotel bij het restaurantje aan de overzijde van de straat is een aanrader. Houdt er wel rekening mee dat Denemarken zijn eigen kronen heeft. |
|
Pinnen kan op diverse plaatsen in het centrum. Ook is het een aanrader om bij binnenkomst van de ferry uit Noorwegen een kijkje te nemen bij het lossen. Verbazingwekkend hoe dit alles in goede banen loopt en hoe groot zo’n schip dan is. Bij het inschepen met de eigen auto is er geen tijd dit spektakel te aanschouwen. |
|
Dag 2 - Maandag 4 juli |
Houdt er rekening mee dat je bij minder weer, jezelf vier uur binnen moet vermaken. Een boek of spelkaarten is zeker een aanrader. De valuta op de boot is voornamelijk Noorse kronen. Na een rustig tochtje arriveerden we rond 12:15u op het Noorse vasteland in Kristiansand. |
Voor de toeristen biedt deze plaats
slechts een doorgang van Denemarken naar Noorwegen. De Noorse families komen
daarentegen naar Kristiansand om te genieten van strand en zee.
Zodoende
kan het er op een zomerse dag behoorlijk druk zijn. |
|
Het plaatsje Bykle treffen we na 185 km aan. In dit plaatsje staat het bijzonder lang gebouwde Bykle Kirkje. Het dateert uit 1619 en is één van de smalste kerken van Noorwegen. In het kerkje zijn traditionele rozenpatronen geschilderd. Geopend van 10:00u tot 18:00, toegang 10 NOK (€ 1,25). Let wel: het kerkje kan soms gesloten zijn (er is dan geen toezichthouder). De deur niet zelf openen: dan gaat het alarm af. |
Vandaag besloten door te rijden tot
Odda. Een ieder die de weg volgt, komt automatisch langs de Latefossen
(fossen betekent: de waterval).
Een geweldig spektakel wat in juli zeker op zijn
mooist is.
Krachtige stroom water die langs de weg naar beneden zuist.
Op de weg
er naartoe, werden we aan de overzijde van het water al getrakteerd op prachtige
woeste watervallen.
Bij de Latefossen kom je echter echt dichtbij, er is dan ook
genoeg parkeergelegenheid.
Dat deze waterval een van de bekendste van Noorwegen
is, is wel te merken aan het kioskje met toeristische zaken er naast. Vaak wordt Odda als de smerigste stad van Noorwegen aangeduid. Niet geheel terecht, maar het stadje is niet bijzonder aantrekkelijk. Het gebied rond Odda is echter bijzonder aantrekkelijk. We verblijven op Odda Camping, een vanaf de rand van het stadje goed aangegeven camping. Qua inrichting niet spectaculair; maar de faciliteiten zijn goed. Nadeel: er loopt een openbaar fiets- en wandelpad over de camping. |
Die avond lopen we nog een stuk langs het water waar Odda en de camping aan zijn gelegen. Het waait behoorlijk, maar is droog. |
Dag 3 - Dinsdag 5 juli |
|
|
Overigens kunnen we bijna heel de wandeling een
geweldig grote waterval aan de overzijde bewonderen.
Na het bospad staan we oog in oog met
een groot waterspektakel. Het geruis is verklaard: we staan pal naast een
waterval.
Ook hier komt het water met ongelooflijke snelheid naar beneden.
Prachtig om te zien. Een hangbrug leidt ons naar het pad aan de overzijde van de langs rotsen. Dan wordt het lastiger: tussen de rotsen lijkt het pad verdwenen. Daar vervolgen we de route verder door het bos en weten we niet of we nu op stevige ondergrond of loshangend mos staan. Het wordt te gevaarlijk, dus keren we terug naar het pad en de hangbrug. Heerlijk koel om midden op de brug te staan en wonderlijk om zo ook in oog te staan met een voortdurende stroom water. De route terug is niets minder zwaar dan de heen weg. Zeker het laatste stuk grasland is verraderlijk: het doet plat aan, maar stijgt stiekem! Na terugkomst op de camping gaan we nog een stuk met auto op pad: nogmaals kijken bij de Latefossen en richting een bijgelegen Buergletsjer. Daar komen we met de auto helaas niet in de buurt en de wandeling er naar toe maken lijkt te zwaar. |
|
In de kelders waren de roofgoederen van diverse Viking tochten
opgeslagen.
De kerk is alleen toegankelijk via een ferry verbinding (30min,
20NOK / € 2,50 p.p. 52NOK / € 6,50 auto). Wij hebben de trip niet gemaakt. Onze stop ligt in het dorp Voss (spreek uit: Woz). Voor de Noren kenmerkt dit zich vooral als wintersport gebied. Toeristen komen op hun route bijna allen één of meerdere keren door dit plaatsje. Vroeger was Voss vooral een stad voor de handel. In 1023 heeft koning Olav Haraldson den Heilige hier een kruis laten plaatsen, als teken van het Christelijke geloof van het gebied. Later werd Voss meer gebruikt als militaire uitvalsbasis voor oefeningen. Om die reden werd het stadje in 1940 door de Duitsers gebombardeerd. Het is aan te raden direct bij de VVV te parkeren: daar zijn folders te halen en is ook de kerk op loopafstand. Dit is niet een van de bijzondere stavkirkjes, maar zeker wel oud en van binnen een bezoek waardig. De kroonluchter in de kerk komt uit Deventer. Wie in Voss het toilet wil bezoeken, kan dit doen bij het hotel schuin naast de kerk. Is gewoon voor een ieder toegankelijk. Echt de moeite is het Bordalsgjelet. Een diepe smalle kloof direct bereikbaar vanaf het centrum. Aan staat gegeven dat vanaf de parkeerplaats de wandeling zo’n 2 km is. Daarbij is ook een lange hangbrug te passeren. |
|
Echter: met de auto kunt je vanaf de parkeerplaats bij de
VVV ook gemakkelijk naar de kloof.
Rijd terug richting centrum en ga naar
rechts de brug over de rivier over.
Daarna direct naar rechts en dan ligt na het
bebouwde gebied (je komt dan ook langs eerder genoemde hangbrug) direct na een
brug een kleine parkeerplaats (onverhard) met een informatiebord.
Hiervandaan
loop je direct de kloof in. Er is een voetpad aangelegd met verschillende uitkijkpunten en informatiepunten. Diverse potholes zijn zichtbaar en diverse waterversnellingen. Let wel op: het is hier altijd glad, zeker met regenachtig weer. Er staan wel overal hekken, dus erin vallen kan niet. Het is een wandeling van een paar honderd meter. Voor wie meer tijd in Voss heeft: je kunt aan de andere zijde van het dorp met een kabelbaan naar boven om in een prachtig heide gebied te wandelen. Na Voss vervolgen we de route richting Aurland. Daarbij wordt ook het station van de Flambana gepasseerd. Wie hier vroeg op de dag is, moet zeker met de trein naar boven de bergen in. Helaas waren wij daarvoor te laat. Bij de Flambana is een heel complex van toeristenwinkels en meren de grote cruiseschepen ook aan. Hier wordt de rust van Noorwegen even doorbroken door het toerisme. |
Na Aurland steken we tijdens deze route het Noorse
berggebied ondergronds door. De Laerdalstunnel is 24,5 km lang!
Het rijden erdoorheen gaat snel: je mag hier 80 km/u en op vierpunten wordt het
geheel doorbroken door een brede ruimte met een mysterieus blauw licht. Na de
tunnel is het niet ver meer naar bestemming Sogndal. Eerst nog voor de tweede maal deze trip met de ferry over... Dit brengt ons bij Kaupanger, een eenvoudig stadje, maar wel met stavkirk. Zoals overal moet men betalen om binnen te mogen kijken en is foto’s maken verboden (tenzij het kerkje onderdeel uitmaakt van een openluchtmuseum, zie hiervoor later in deze trip). Het interieur is apart: alles is van hout en uitgesneden. Zelfs de (later blijkt kenmerkende) kroonluchter is van hout. |
|
|
Sogndal ligt, zoals de naam al doet vermoeden, aan
het Sogndalfjord. Als een eiland slechts verbonden door de toegangswegen. Het
gebied kenmerkt zich door strand, bergen en gletsjers. De camping die wij aandeden lag na het dorpje Kjornes links aan de weg: Camping Kjornes. Met een pad naar beneden, op ongeveer 3 km van het centrum. De camping is ruim opgezet in meerdere lagen. Een aanrader! Het ligt prachtig aan het fjord tussen de bergen. De faciliteiten zijn er netjes. ’s Avonds kun je links van de camping nog een wandeling maken, bijvoorbeeld naar een klein strandje met mooi uitzicht over een zijtak van het fjord. |
|
|
|
De tocht neemt 2 uur heen en 2 uur
dezelfde route terug in beslag.
Ook al is het op de boot erg druk, er
is ruimte om te zitten en al het natuurschoon te bewonderen.
De tocht
brengt ons grote watervallen, bergen, fjorden, meeuwen en zelfs bruine
dolfijntjes.
Dorpjes die enkel toegankelijk zijn via de fjorden: het komt nog op
meerdere plaatsen voor. Op de heenreis wordt er na een drie kwartier aangemeerd door een andere boot, een heuse overstapplaats, midden op het fjord. Op de boot is eten en drinken te koop, het is echter aan te raden dit zelf mee te nemen. Een kaartje voor de trip is bij opstappen te koop bij een van de medewerkers. Na de boottocht hebben we onze zinnen gezet op gletsjers. We besluiten richting het Folgerfonna gebied te rijden. |
Daarvoor moeten we echter wel een flink dure
tolweg (Bomvei) over: 20 euro enkele trip... (en helaas moesten we er echt
ook over terug).
Het gletsjermuseum (Bremuseum in
het Noors) bij Faerland geeft een leuke uitleg, maar is niet bijzonder
spectaculair. Maar wat dat zeker wel is, is het niet al te ver daar
vanaf gelegen Supphellebreen. Vanaf het museum moet
hiervoor een stuk naar links worden door gereden op de tolweg, de
gletsjer staat dan rechts van de weg aangegeven. Over een onverhard smal pad kom je vanzelf op een soort parkeerplaats. Daar prijkt direct de gletsjer met zijn sneeuwveld en waterbekken. Het is hier doodstil en prachtig om te zien! Slechts een wildkampeerder vlakbij de gletsjer laat ons weten dat we niet de enige op de aarde zijn. Het ijskoude smeltwater stroomt met een noodgang onder de sneeuwmassa vandaan. Wie denkt lekker dichtbij te kunnen kijken, kan dit beter niet doen. |
|
Ook de sneeuwmassa onderaan de gletsjer is gevaarlijk! De gletsjer zelf is goed zichtbaar. De blauwe gloed en diepe scheuren tekenen mooi af tegen de grijze rotswand. Dit is de dure tol dan wel weer waard. |
|
Debora |
|
|