Homepage

Bien - Murik Lakes - Darapap - Muschu
Tekst en foto's: Kristine Hannon
Reistijd: september - oktober 1998

 

 

 

 

 

 

Start Papua Nieuw Guinea

Amboin-Munduku-Yimas

Timbunke - Sepik river

Dorpen aan de Sepik

Chambri lakes

 

 

 

 

 

Bien river en Muschu island

Hermit Atol

Bismarck Archipel

Southern Highlands

Tari - Port Moresby

       
Bien rivier, Pankin, Bien, Murik Lakes, Mendam, Darapap.

Het is 05u45, de rust en stilte op het dek onderstrepen de ingetogen schoonheid van de Sepik-zonsopgang. Een fijne mistsluier lost langzaam op in de warmte van de dageraad. Bij het feller wordende zonlicht vervagen de warme kleuren in de lucht. Deze is zwanger van de hitte die komen zal.

Om 08u15 vertrekken we naar Pankin. We varen de Bien rivier op maar worden enkele honderden meters verder gestopt een massale groei van de waterhyacint. Deze mooie planten, met schitterende paarse bloemen, zijn een groot probleem op rivieren in de tropen. Ze zijn als onkruid en verdubbelen zichzelf in een paar dagen tijd. De Sepik (=grote) rivier was er enkele jaren geleden van vergeven. Het probleem werd pas opgelost door de massale invoer van een tropisch insect dat zich met deze plant voedt. Sindsdien is het iets beter, maar volledig verdwenen is het allerminst. James probeert een doorgang te forceren, maar moet zijn pogingen staken uit vrees vast te raken of de motor te beschadigen. We dobberen nog wat rond en nemen de gelegenheid te baat om een beetje birdwatching te doen. De volgende vogels passeren de revue (sorry voor de engels benamingen): dollarbirds, eclectus parrots, egets, cockatoos, pied herons, spotted tree ducks, cormoran. Het is een bonte verzameling.

Waterhyacinten versperren de Bienrivier

We keren terug en verlaten dit gebied. We varen naar Bien en onderweg geeft Janet wat uitleg over het vissen in deze wateren.

Vissers hebben een soort geweven mand die onder water hangt en waar ze de gevangen vissen in leven houden. Te vergelijken met onze fuiken. De roeispanen van de mannen zijn langer dan die van de vrouwen en zijn voorzien van gesculpteerde ogen.
Die dienen om onder water te kunnen kijken en zo gevaar te zien naderen en de vissen te lokaliseren. Kano’s worden bij voorkeur vervaardigd uit cederhout, maar ieder boom die groot genoeg is, is goed.

Langs de rivier staan echter niet veel grote bomen meer. Zo komt het dat tijdens het regenseizoen, als het water hoog staat en de omliggende landen overspoelt, mannen met hun kano’s het bos invaren.
Ze kappen de grote bomen, brengen ze op sleeptouw mee naar het dorp en hebben zo een voorraad kanohout.

In het dorp zien we mosselschelpen die uit de Murik Lakes komen.
Het vlees wordt verorberd terwijl de schelpen in de zon worden gedroogd. Eenmaal droog genoeg verbrandt men ze, de overblijvende as is de gekende limespowder.
Op de eilanden rond Papua wordt deze vervaardigd uit koraal.

We komen aan bij de kerk waar de zondagsmis net is afgelopen.

Janet showt een typische visfuik

In de kerk hangt een schilderij van Sint Michael,….geschilderd op zijn Papuees! Hij staat er afgebeeld als een echte centurion. De vrouwen dragen rozenkransringen, een paternoster in ringvorm compleet met kruis en bolletjes.

De kerk zit nog stampvol en we worden verwelkomd met gitaarmuziek en gezang. Luid en krachtig en vol devote overgave vloeien de liederen uit meer dan honderd kelen. Iedereen doet mee en de ambiance is enorm.

De talrijk vertegenwoordigde jeugd is niet van ons weg te slaan.
We spelen verstoppertje, tikkertje en we kriebelen ze tot ze gierend van het lachen neervallen. Sylvia, een 18-jarig bedeesd dorpsmeisje, stelt me schoorvoetend enkel vragen.
Bij ons vertrek worden we weer enthousiast uitgewuifd. Het hele dorp is verzameld langs de oever en zwaait ons een goede reis toe.
Celine en ik hebben nu plaatsgenomen op het dak van de speedboot. Dit zal de komende dagen onze uitkijkpost worden tijdens alle uitstappen!

Na een fikse maaltijd en een heerlijke siësta in het zonnetje, vertrekken we terug. Via de Murik Lakes gaan we naar Mendam.

In de kerk van Bien

We bereiken deze via een smalle waterweg die de Sepik verbindt met Murik Lakes.


Celine en ik zitten bovenop de boot, en we moeten oppassen voor overhangende takken van de palmbomen die de oevers bedekken.
Tot 2 maal toe worden we tot stilstand gedwongen door boomstammen die de doorgang versperren.
Met vereende krachten en voldoende pk’s wordt de weg weer vrijgemaakt.

Na een tijdje verlaten we de waterweg en komen terecht in Murik Lakes.
Mendam is een speciaal dorp, laag gelegen zonder beschermende oevers. Dit stukje land
is erg gevoelig voor overstromingen. Daarom verbranden de dorpelingen hun kokosnootafval niet, maar gooien die op de grond. Zo, beetje bij beetje, verhogen ze het niveau van hun dorp.
Dat lijkt belachelijk, maar is het absoluut niet.

In Mendam woont ook de oude vrouw uit mijn fotoboek ‘reflections of the Sepik’. Ze tilt haar jurk op tot boven de borsten en toont ons het scarification litteken van de clan waartoe ze behoort.
Bij ons vertrek ook hier het afscheidsritueel. Enthousiaste dorpelingen wuiven ons vaarwel.

'Mendam vrouw met het scarification litteken van haar clan op de borst.
 

Even verderop, gevangen tussen het meer en de zee, ligt het volgende dorp: Darapap.

Dit opmerkelijke dorp is een zoveelste unieke plaats op onze tocht. Toeristen zijn hier zeldzaam en we worden dan ook warm onthaald. Hier zijn de missionarissen gepasseerd, getuige daarvan de ‘reclameborden’ van de 7th day adventist church.

Het dorp wordt door de getijden overspoeld. Niet te verwonderen als je ziet hoe het aan beide kanten door water wordt begrensd.
Vanuit onze speedboot stappen we over in de kleine kano’s die het ondiepe water invaren en ons aan land brengen.
Op het dorpsplein is het erg druk. Het is zondag en de dorpelingen komen samen om feest te vieren. Vrouwen spelen een variante van het volleybal en mannen wagen zich aan een vorm van basketbal. Langs het grasveld staan stalletjes met gebakken bananen, rijst, kokosnoten en gebakken vis.
We kopen een lekkere, frisse kokosnoot, met veel liefde voor ons opengemaakt door een vriendelijke man. De opbrengst gaat naar de school.
We lopen verder en horen de branding, na een week op de Sepik is dit onze eerste confrontatie met de warme golven van de
Bismarck zee.
Als kleine kinderen duiken we opgewonden de golven in, gevolg door de plaatselijke jeugd die vol overgave achter ons aan gaat.

het dorp Darapap

Het is tijd om afscheid te nemen van dit dorp, onze laatste plek langs de Sepik.

Terug in de speedboot is het een ontroerend moment als honderden mensen ons een goede tocht en een goed leven wensen. Ach, het leven is hier hard maar simpel, veel liefde (laikim in pidgin) is alles wat je nodig hebt om gelukkig te zijn…..

Ook de hemel neemt afscheid als we tijdens de terugvaart schitterende regenboogkleuren zien in de ijle wolken.
Plots stoppen we. Er is een krokodil gezien! Hij is echter slimmer dan ons en duikt veilig onder water. Jammer.

Na alweer een adembenemend wegzinken van de zinderde zon, is het filmvoorstelling. ‘Spears and savages’, een film gedraaid door Bruce Barry. Barry was in 1912 mee op Shackletons zuidpoolexpeditie met de Endurance.
Mijn twee reizen dit jaar, zijn nu onlosmakelijk met elkaar verbonden.

 

Darapap. Het afscheid van de dorpsbewoners


Wewak, Muschu Island, Sup village

’s Nachts cruisen we langs de kust naar Wewak waar we vroeg in de morgen aanleggen. We worden met de speedboot aan wal gebracht. Het postkantoor is onze eerste halte, we kopen er postzegels en doen onze kaarten in de brievenbus.

Daarna lopen we verder richting boekhandel. Ik schaf mij een schriftje aan voor mijn dagelijkse notities en ik koop het ‘Pidgin phrasebook’ van Lonely planet. Een miniboekje met de belangrijkste uitdrukkingen in Pidgin.
Erg grappig!


We moeten toch oppassen op onze spullen, bendes ‘
rascals’ bezondigen zich in de steden regelmatig aan diefstal en overvallen.
Omdat Janet niet veel kina’s meer aan boord heeft, raadt ze ons aan hier in de bank geld te wisselen. Om alles vlotter en vlugger te laten verlopen, geven we allemaal onze te wisselen dollars aan Jacques (ongeveer 1300 in totaal). Eventjes weten de bankbedienden niet wat hun overkomt en raken ze toch wel een beetje van slag. Dat wordt natellen en nog eens natellen voor ze de pak kina’s overhandigen.
Daarna rijden we naar het Windjammer Hotel waar we
brideprice halssnoeren vinden met schelpen en varkenstanden. Deze vormen een onderdeel van de te betalen bruidsschat.

Wewak. Krokodilbar in het Windjammerhotel

Vervolgens rijden we de heuvel op naar de katholieke missie en bezoeken we het Japanse herdenkingsteken aan de oorlog ’44-‘45

Ook hier zijn enorm veel kinderen, tijdens de terugrit lopen ze met de bus mee.

Vroeger deed de bevolking zelf aan geboortebeperking; een vrouw kreeg pas een kind als ze er zeker van was dat ze het kon voeden. Contraceptie en abortus werden uitgevoerd door gebruik van planten en kruiden. Na de komst van de missionarissen, die geen contraceptie en abortus toestonden, werd dit gebruik zo goed als tenietgedaan. Met als gevolg een bevolkingsexplosie, in 20 jaar tijd is het bevolkingsaantal hier verdubbeld.

De mensen zijn echter allemaal zeer vriendelijk en lachen altijd, overal waar je komt klinkt het ‘apinun’, gevolgd door een spontane handdruk.

We varen verder de Bismarck zee op. Muschu Island komt in zicht, waar we Sup village bezoeken. De ligging is prachtig, langs het witte zandstrand bezaait met palmbomen ligt het idyllische plaatsje Sup. We wandelen rond in het sympathieke dorpje en langs het maagdelijk witte strand. Dit is werkelijk postkaartlandschap.

Muschu Island

We bezoeken de kerk en het guesthouse. Eigenlijk willen we gewoon zwemmen in dit zwembadwarme water. Omdat we de bevolking niet willen shockeren, vragen we of het kan. Na toestemming duiken we in de golven, gadegeslagen door de kleine kinderen van het dorp.

Eerst lachen ze alleen maar met de capriolen die we uithalen, maar algauw komen ze één voor één het water in. Eerst nog veraf, dan steeds dichterbij. We spetteren wat naar elkaar.
Dan neem ik één van de pagadders vast en gooi hem het water in.
Het ijs is gebroken, ze hangen allemaal rond ons en verdringen zich voor een plaats in de rij.
Het wordt een uurtje ‘kinderen gooien’ en het is reuze plezant.

Na afloop moeten we terug naar de boot en natuurlijk lopen ze ons achterna. Erkhardt is mijn vriend, de kleine jongen blijft maar steeds mijn naam herhalen en laat mijn hand geen seconde los. Opeens verdwijnt hij…. Enkele minuten later zitten Celine en ik terug op het dak van de boot, klaar voor vertrek. Wie komt daar, met glunderend gezicht en 2 grote papaja’s, afgelopen?!... Erkhardt natuurlijk!
Hij komt de boot op om ze mij te geven. Wat lief! 

De kleine Erckhard naast zijn zittende moeder

Rond 16u25 zijn we terug op de Melanasian. Helène merkt dat haar regenjasje uit de speedboot verdwenen is. De crew gaat terug om dit te onderzoeken en komt tenslotte terug met de vermiste regenjas.

Een jongeman had die gestolen en aan iemand anders gegeven.
Die persoon was zo eerlijk om de regenjas direct terug te geven. Janet vertelt dat de jongen die de jas gestolen heeft, gestraft zal worden.
De dorpelingen waren erg ontdaan door de diefstal, temeer omdat ze weten hoeveel Janet doet voor de bevolking hier. De dader zal door het ganse dorp vernederd worden als zijn daad openbaar zal worden gemaakt.
Deze schande is de grootste straf.


Toch een beetje meelevend met de stelende jongeman, probeer
ik nog wat te genieten terwijl de avond valt.
De volle maan komt hoog aan de hemel te staan en baadt het bovendek
in een surrealistisch lichtschijnsel.

De kapitein komt een praatje maken als ik de brug op kom.
De radar, het GPS systeem, de versnellingshendels, kompas en radio, ik krijg de volledige uitleg.


Vannacht varen we verder in noordelijke richting, een 13 uur durende tocht
aan dertien knopen per uur zal ons naar het Hermit atol brengen.

Bismarck sea



Over zee naar atol Hermit


Kristine

printversie

249.14.07.07/24.09.07