Homepage |
Chambri Lakes - Angoram - Keram river |
|
|
||
|
||
|
|
|
|
|
|
Wombun, Chambri lakes,
kirimbit, Aibom, Tambanum.
Vandaag
verlaten we het gebied van de Yatmol People,
gelegen tussen Timbunke en Korogo en varen we het territorium binnen |
Om 08 uur varen we af
naar het pittoreske dorpje Wombun. Hier zien we een erg primitieve
guesthous!
Ik koop een beeldje gemaakt door een jongen die
vorige maand is overleden.
De tocht gaat verder richting
Chambri Lakes
, een verzonken grasland tussen de bergen.
Kirimbit,
ver afgelegen van de ‘bewoonde wereld’ is een dorp waar sinds drie jaar geen
blanken meer geweest zijn. |
|
Het leven in Wombun |
|
Het meer zelf is normaal veel
groter en het omringende grasland, dat het uitzicht nu zo prachtig maakt, is dan
verborgen onder het wateroppervlak.
In de Haus Tambaran en in het hele dorp
is de beroering groot. |
|
Kirimbit. Sing-Sing |
Kirimbit. Detail van peniskoker |
dorpelingen. Een zoveelste kippenvelmoment… |
|
Op weg naar
Aibom
zien we in het water verschillende palen, versierd met bloemen en
vlaggen.
Mannen kunnen niet binnenblijven tijdens hun rouwperiode, ze moeten
immers hun dorp beschermen.
In Aibom worden we ook vergast op een
kleine singsing. Dit dorp is vooral bekend om zijn aardewerk. Het is één van de
enige dorpen langs de Sepik waar dit wordt vervaardigd. We zien de
vrouwen aan het werk, ze boetseren de zachte klei tot prachtige meesterwerkjes. |
Tijdens de lunch vaart de Melanasian
Discoverer een eind stroomafwaarts. |
|
Om 15u45 vertrekken we met de speedboot
naar Tambanum
waar we facepainting
zullen laten doen. Dit is terug een
wondermooi dorp, uitgestrekt langs |
|
Tambanum. Facepainting |
Avond valt bij de Sepik rivier |
Janet is erg verbaasd over de afmetingen
van dit drijvende huis. In die 20 jaar heeft ze nog nooit zo’n grote gezien, er
leven wel 15 mensen op. Angoram,
Keram river, Chimondo, Kambot. |
Het is 05u30 en een halfuurtje
voor zonsopgang. Je vind me op het bovendek, waar ik, enkel vergezeld
door mezelf, de intense sfeer van dit moment in me opneem. De Melanasian vaart zijn laatste meters, we leggen aan in de nabijheid van een dorp. De speedboot wordt gelost en kinderen komen aangevaren, gedreven door hun nieuwsgierigheid. Op de oever is de rest van de jeugd samengetroept om de boot te bewonderen. |
|
Kleurrijke zonsopkomst aan de Sepik river |
We vertrekken naar de oever
waar Angoram gelegen is. Dit is zo’n beetje een districtshoofdplaats. In deze ‘stad’ staan huizen en rijden enkel auto’s. Wij komen de wekelijkse markt bezoeken. |
|
Alles ligt er op
de grond gespreid en, terwijl ze hun baby’s zogen, wuiven vrouwen met
bananenbladeren om de vliegen weg te jagen. |
Angoram, Markt. |
Een korte boottrip brengt ons naar Angoram-dorp waar we een private paalwoning bezoeken. |
Eetkamer, slaapkamer, keuken. Op
de grond is er plaats voor een vuur. Onder dit vuur is een soort kuip
gemaakt die door een paal onder het huis is gestut. Dit is de
plaatselijke brandbeveiliging: als het vuur te hevig dreigt te worden,
trapt men onder het huis de paal weg waardoor de hele vuurhaard naar
beneden dondert en kan worden gedoofd.
We varen terug en worden aan de
Melanasian terug opgewacht door kinderen in hun kleine kano-tjes. ‘Apinun’(pidgin
voor goedendag, goede namiddag
)
roepen ze ons van alle
kanten toe. In de namiddag varen we de Keram rivier op. Een groene zijtak van de Sepik, die zich als een wonderbaarlijk weelderige lint een weg baant door de dichte jungle. Sagopalmen, kokospalmen, verschillende rietsoorten, allemaal overwoekerd door meterslange, slingerde klimplanten. We passeren een klein dorpje, boven het wateroppervlak zwermen miljoenen witte insectjes. |
|
Angoram. Moeder met kind |
Even verderop drijft een vrouw in een kano ze samen om ze te vangen. Die belanden straks gebakken op de markt in Angoram…smakelijk! |
|
Er wordt veel gekocht en de grote stukken blijven achter. We pikken die op tijdens de terugweg.
Onderweg naar
Kambot
zien we langs de oevers hoe het leven hier in alle rust voortgaat. Kinderen
ravotten in het water, vrouwen doen de was en mannen herstellen hun bootjes. |
|
Het dagelijks leven aan de rivier |
Kambot. Blonde man |
Kambot blijkt een groot dorp te zijn. Een (leeg) guesthouse, schooltje en kerk. |
|
Ondertussen hebben zich al een heleboel kinderen verzameld rondom ons.
Ze volgen ons overal, onder luid gejuich en grote interesse. |
Kambot. Pijprokende vrouw |
We maken een praatje met de dorpsjeugd en
gaan de kerk binnen. De kruisweg is hier gemaakt uit storyboards. Tijdens de terugweg praat ik met Petra, een veertienjarig dorpsmeisje dat op kostschool zit in Wewak, en nu op vakantie is. |
Ze vraagt me over de seizoenen en het klimaat in
België, en waar ligt dat eigenlijk? Voor we terug de boot ingaan, nemen we met
een flinke handdruk afscheid van elkaar. Zoals gewoonlijk is de oever
overbevolkt met kinderen en volwassenen die ons enthousiast uitzwaaien. Iedere
keer weer een hartverwarmend en ontroerend moment! Op de terugweg laden we in Chiumondo alle storyboards op het dak van de speedboat. De buit is groot. We zijn net op tijd terug om alweer een wondermooie, feeërieke zonsondergang te mogen meemaken. Op de brug, in het schijnsel van de spots, zien we miljoenen insecten. Grote en heel grote motten, allerhande vreemde vleugels vullen de nacht vóór ons. Het is bijna angstaanjagend. |
|
Storyboards van Chiumondo |
|
Kristine |
||
|
248.14.07.07/24.09.07 |