Homepage

Chambri Lakes - Angoram - Keram river
Tekst en foto's: Kristine Hannon
Reistijd: september - oktober 1998

 

 

 

 

 

 

Start Papua Nieuw Guinea

Amboin-Munduku-Yimas

Timbunke - Sepik river

Dorpen aan de Sepik

Chambri lakes

 

 

 

 

 

Bien river en Muschu island

Hermit Atol

Bismarck Archipel

Southern Highlands

Tari - Port Moresby

       
Wombun, Chambri lakes, kirimbit, Aibom, Tambanum.
 

Vandaag verlaten we het gebied van de Yatmol People, gelegen tussen Timbunke en Korogo en varen we het territorium binnen
van de
Tchambuli People of Chambri People. Tijdens het ontbijt laat ik het boek ‘Reflections of the Sepik’, dat opgedragen is
aan Janet Barter, door haar signeren.

Om 08 uur varen we af naar het pittoreske dorpje Wombun. Hier zien we een erg primitieve guesthous!
De Haus Tambaran hier is op 2 gebieden speciaal.
Vooreerst heeft het een losse voor- en achterzijde waardoor de muren kunnen bewegen en dienst doen als een soort blaasbalg.
Ze doen het huis als het ware ademen. De mannen getroosten zich geen moeite en vinden dat het huis op zich ook inspanning mag leveren, ze laten het huis 'ademen'.

Daarnaast stelt het huis een vrouw voor, wat toch wel opmerkelijk is.
Er is een 'gezicht' en 2 ronde gaten die de borsten moeten voorstellen. Ook de huizen van belangrijke personen zijn hier op deze manier gebouwd.

Ik koop een beeldje gemaakt door een jongen die vorige maand is overleden.
We ontmoeten zijn bedroefde vader en rouwende moeder.

De tocht gaat verder richting Chambri Lakes , een verzonken grasland tussen de bergen. Kirimbit, ver afgelegen van de ‘bewoonde wereld’ is een dorp waar sinds drie jaar geen blanken meer geweest zijn.
Zelfs voor Janet is dit haar eerste bezoek. Het is prachtig gelegen aan de oevers van het meer.

 

Het leven in Wombun

Het meer zelf is normaal veel groter en het omringende grasland, dat het uitzicht nu zo prachtig maakt, is dan verborgen onder het wateroppervlak.
Wuivend lichtgroen gras, uitgestrekt weids en begrensd door een berggordel.

In de Haus Tambaran en in het hele dorp is de beroering groot.
De heilige drums klinken al van ver en leiden ons naar hun dorp verscholen tussen de tropische jungle. Iedereen komt kijken naar de toeristen.

We bewonderen de grote
Sing-Sing (traditionele dansen, bij feestelijkheden of ter verwelkoming) die speciaal voor ons wordt opgevoerd.
Er worden drie dansen gebracht waaronder een overwinningsdans.
Deze wordt enkel gedanst als de ‘chief warrior’ van een rivaliserende stam of clan wordt gedood.
Dit is een ontroerend schouwspel, gebracht door
deze piekfijn uitgedoste, beschilderde en versierde

Kirimbit. Sing-Sing

Kirimbit. Detail van peniskoker

  dorpelingen. Een zoveelste kippenvelmoment…

Op weg naar Aibom zien we in het water verschillende palen, versierd met bloemen en vlaggen.
Even later kruisen we een boot waarop het lichaam ligt van een overledene, die teruggebracht wordt om in zijn dorp ‘geplant’ (=begraven) te worden naast zijn huis.

Vrouwen die hun man verliezen moeten zes maanden binnenblijven.
Ongewassen, nagels en haren ongeknipt en bestreken met klei. Daarna is de rouwperiode voorbij en als symbool worden ze dan door de andere vrouwen gewassen, geknipt en voorzien van nieuwe kledij.

Mannen kunnen niet binnenblijven tijdens hun rouwperiode, ze moeten immers hun dorp beschermen.
Zij dragen gedurende die tijd de schedel of de beenderen van hun geliefde bij zich.

In Aibom worden we ook vergast op een kleine singsing. Dit dorp is vooral bekend om zijn aardewerk. Het is één van de enige dorpen langs de Sepik waar dit wordt vervaardigd. We zien de vrouwen aan het werk, ze boetseren de zachte klei tot prachtige meesterwerkjes.

Alles wordt in gereedheid gebracht voor de terugkeer
van een overledene naar zijn dorp

Tijdens de lunch vaart de Melanasian Discoverer een eind stroomafwaarts.
Het dagelijkse leven op de oevers glijdt aan ons voorbij. Spelende kinderen, vissende mannen en vrouwen die sago spoelen. Ondertussen genieten we van de warme zon op het bovendek.

Om 15u45 vertrekken we met de speedboot naar Tambanum waar we facepainting zullen laten doen. Dit is terug een wondermooi dorp, uitgestrekt langs
de oever van de Sepik.
De facepainting, waarbij het gezicht veranderd wordt
in een masker, vind al liggend plaats.
Eerst zoeken we een masker uit dat ons bevalt, vervolgens wordt dit zeer nauwkeurig met gekleurde
klei op het gezicht nagetekend.
De fijne penseeltjes, gemaakt van varkensharen, kriebelen op onze huid.
Na een uurtje is het klaar, met fantastisch resultaat! Tegen het decor van een vurige zonsondergang varen we terug naar de Melanasian.
Onderweg kruisen we een
floating house.
Op deze overmaatse, van palmtakken gemaakte vlotten, leven mensen die zich met de stroom laten meevoeren. Ze hebben alles mee en stoppen tijdens hun tocht bij de dorpen langs de oever om er handel te drijven.

      Tambanum. Facepainting

 

    Avond valt bij de Sepik rivier

Janet is erg verbaasd over de afmetingen van dit drijvende huis. In die 20 jaar heeft ze nog nooit zo’n grote gezien, er leven wel 15 mensen op.
Na de dagelijkse briefing over ons programma van morgen, wordt het een leuke avond vol sterke verhalen en grappige anekdotes.

Angoram, Keram river, Chimondo, Kambot.

In alle stilte, bij dageraad en in de ijle schemering, varen de kano’s uit om te gaan vissen.

Het is 05u30 en een halfuurtje voor zonsopgang. Je vind me op het bovendek, waar ik, enkel vergezeld door mezelf, de intense sfeer van dit moment in me opneem.
De jungle rondom mij wordt gewekt door de eerste bloedrode zonnestralen en de volumeknop van het gevogelte wordt op maximum gedraaid.
De hemel is bewoond door wattige wolkenslierten die per seconde verkleuren van pastelgroen tot lichtroze.
De mistsluiers over het spiegelende wateroppervlak zijn dunne dekens die de rivier omhullen.
Ik knijp even in mijn wang….Is dit een droom?

De Melanasian vaart zijn laatste meters, we leggen aan in de nabijheid van een dorp. De speedboot wordt gelost en kinderen komen aangevaren, gedreven door hun nieuwsgierigheid. Op de oever is de rest van de jeugd samengetroept om de boot te bewonderen.

Kleurrijke zonsopkomst aan de Sepik river

We vertrekken naar de oever waar Angoram gelegen is.
Dit is zo’n beetje een districtshoofdplaats. In deze ‘stad’ staan huizen en rijden enkel auto’s. Wij komen de wekelijkse markt bezoeken.

Alles ligt er op de grond gespreid en, terwijl ze hun baby’s zogen, wuiven vrouwen met bananenbladeren om de vliegen weg te jagen.
Het aanbod is eindeloos: beetlenut, ginger, kassave, zoete aardappelen, gedroogde tabak als sigaretten gerold in krantenpapier, tapiocablokken in cocosbladeren….. Allerhande vissen: catfish, garnalen, zoetwaterkreeften en nog ademende vissen vers uit de rivier.
Vervolgens vleessoorten zoals: gerookte casuarivogel, opgesneden en gebakken ratten, levende houtwormen en gebakken insecten.
Veel soorten kruiden en eetbare bladeren alsook papaya’s, carambola’s, bananen en wilde appelsienen.

Het is erg druk op de markt en we moeten toch een beetje op onze spullen passen. Janet koopt sago- en bananenchips en een sagopudding schitterend verpakt in een bananenblad.
We bezoeken ook nog de artifacts markt met allerhande kunst van de Sepik.

Angoram, Markt.
Gebakken ratten en levende vissen

Een korte boottrip brengt ons naar Angoram-dorp waar we een private paalwoning bezoeken.

Eetkamer, slaapkamer, keuken. Op de grond is er plaats voor een vuur. Onder dit vuur is een soort kuip gemaakt die door een paal onder het huis is gestut. Dit is de plaatselijke brandbeveiliging: als het vuur te hevig dreigt te worden, trapt men onder het huis de paal weg waardoor de hele vuurhaard naar beneden dondert en kan worden gedoofd.

De vrouwen zijn fier en vinden onze interesse leuk, ze geven dan ook een mini singsing voor ons.

We varen terug en worden aan de Melanasian terug opgewacht door kinderen in hun kleine kano-tjes. ‘Apinun’(pidgin voor goedendag, goede namiddag ) roepen ze ons van alle kanten toe.
Zodra we stilliggen, komen ze aangepeddeld om ons te bekijken of balpennen te vragen. Echt grappig hoe alle kindjes je glimlachend en starend aankijken tot je uit hun gezichtsveld verdwenen bent.

In de namiddag varen we de Keram rivier op. Een groene zijtak van de Sepik, die zich als een wonderbaarlijk weelderige lint een weg baant door de dichte jungle. Sagopalmen, kokospalmen, verschillende rietsoorten, allemaal overwoekerd door meterslange, slingerde klimplanten.

We passeren een klein dorpje, boven het wateroppervlak zwermen miljoenen witte insectjes.

Angoram. Moeder met kind

Even verderop drijft een vrouw in een kano ze samen om ze te vangen. Die belanden straks gebakken op de markt in Angoram…smakelijk!


Even verder verlaten we de rivier en komen via een smalle doorgang in nog een andere stroom terecht.
Na vijf minuten bereiken we
Chimondo.
Dit is de bakermat van de ‘
Storyboards’. Dit zijn houten panelen (boards), variërend in grootte, waarop verhalen (stories) of alledaagse taferelen worden afgebeeld.

Er wordt veel gekocht en de grote stukken blijven achter. We pikken die op tijdens de terugweg.

Onderweg naar Kambot zien we langs de oevers hoe het leven hier in alle rust voortgaat. Kinderen ravotten in het water, vrouwen doen de was en mannen herstellen hun bootjes.
Dit is echt en authentiek, geen opvoering voor toeristen.
Dit onderscheidt onze cruise van vele anderen: door de aanwezigheid van Janet is het mogelijk de meest afgelegen en minst bezochte dorpen te bezoeken.

Het dagelijks leven aan de rivier

Kambot. Blonde man

Kambot blijkt een groot dorp te zijn. Een (leeg) guesthouse, schooltje en kerk.

Ondertussen hebben zich al een heleboel kinderen verzameld rondom ons. Ze volgen ons overal, onder luid gejuich en grote interesse.
Ze houden ons staande en willen voor ons hun volkslied zingen.
Ons antwoord is ‘Broeder Jacob’ en ‘heb de zon zien zakken in de zee’.
Dit is onze eigen sing-sing. We moeten een wankel bruggetje over om het eigenlijke dorp te bereiken. We kuieren rond en zien de dorpelingen bezig met hun dagelijks werk. We ontmoeten een oude, pijprokende vrouw van wie ik een schitterend portret maak. Nonkeltje koopt een schitterend beeld van een moeder-met-kind, we noemen haar Doris.
Even verderop is er een afgesloten terrein met daarop de kerk (helemaal gebouwd in hout in 1948), de 2 schoollokaaltjes en het huis van één van de 3 leraars.
In het schooltje hangt een bord, staat wat didactisch materiaal en zitten de kinderen op lange houten banken. School is van 08 tot 15 en niet in het weekend.

Kambot. Pijprokende vrouw

We maken een praatje met de dorpsjeugd en gaan de kerk binnen. De kruisweg is hier gemaakt uit storyboards.
Tijdens de terugweg praat ik met Petra, een veertienjarig dorpsmeisje dat op kostschool zit in Wewak, en nu op vakantie is.
Ze vraagt me over de seizoenen en het klimaat in België, en waar ligt dat eigenlijk? Voor we terug de boot ingaan, nemen we met een flinke handdruk afscheid van elkaar. Zoals gewoonlijk is de oever overbevolkt met kinderen en volwassenen die ons enthousiast uitzwaaien. Iedere keer weer een hartverwarmend en ontroerend moment!

Op de terugweg laden we in Chiumondo alle storyboards op het dak van de speedboat. De buit is groot. We zijn net op tijd terug om alweer een wondermooie, feeërieke zonsondergang te mogen meemaken. Op de brug, in het schijnsel van de spots, zien we miljoenen insecten. Grote en heel grote motten, allerhande vreemde vleugels vullen de nacht vóór ons. Het is bijna angstaanjagend.

 

Storyboards van Chiumondo



vervolg:
Bien - Murik lakes - Darapap en Muschu island


Kristine

printversie

248.14.07.07/24.09.07