Europa - Portugal - Lissabon

Lissabon
Tekst en foto's: Arie van der Zalm
Reistijd: april 2011

Portugal

 

     
 

Lissabon wordt ook wel romantisch "de witte stad" genoemd en strekt zich uit over zeven heuvels. Lissabon bevindt zich aan de noordelijke oever van de Taag.

Baixa, het eigenlijke centrum van Lissabon, herbouwd na een aardbeving (1755) die grote delen van Lissabon verwoest had. De invloed van de premier, de latere Marquês van Pombal, is terug te zien in het strakke stratenplan.
 

 

 

Baixa, de "benedenstad", hier is het Rossio al eeuwen het belangrijkste plein van de stad.

Aan dit plein ligt Praça dos Restauradores.

De toegangspoort tot de Baixa is de Arco Triunfal.


Aan het aan de Taag gelegen grote plein Praça do Comércio was vroeger tot 1910 de koninklijke residentie. Het grote ruiterstandbeeld van Dom José is het middelpunt op dit grote plein. Daar wij met de caravan aan de Costa Caprice stonden, hadden wij besloten met de bus te gaan en de oversteek met de veerboot te maken. Dan heb je een mooi uitzicht op de brug en word je je ook bewust hoe breed de Taag hier is.
 

 


Lissabon is gesticht door de Griekse held Odysseus, tenminste dat vertelt de legende. Rond 1200 v. Chr. werd hier een Fenicische handelspost gesticht en 200 v. Chr. kwamen de Romeinen op bezoek. Toen deze vertrokken waren, kwamen rond 711 de Moren een kijkje nemen. Waarna de stad weer opbloeide en een belangrijke handelspost werd.
 

 
   
  De Elevador de Santa Justa in Baixa. Deze in neogotische stijl gebouwde metalen lift (1900) waarmee je van de benedenstad naar de bovenstad (32 m.) kunt komen. Hier is een terrasje waar je een enorm mooi uitzicht hebt over Lissabon.


Afonso Henriques voelde zich geroepen om rond 1139 de eerste koning van het kleinere Portugal te worden. Met een beetje hulp van onder meer de kruisvaarder Gilbert of Hastings veroverde hij Lissabon in 1147. Afonso liet het fort Castelo de São Jorge boven op de heuvel ombouwen tot een koninklijk paleis, deze rol vervulde het tot begin 16e eeuw.
 

 


Afonso dacht: "Wij bouwen gelijk maar de kathedraal Sé", waar zijn vriendje de kruisvaarder Hastings de eerste bisschop van Lissabon werd, voor wat hoort wat. In de buurt hiervan bevindt zich het kerkje Santo António à Sé, dat gewijd is aan Antonius van Padua, de 13e eeuwse beschermheilige van de stad.
 

 


Castelo de São Jorge, gebouwd ergens in de IJzertijd, is met zijn vestingmuur en zijn tien torens al van ver te zien. Op de binnenplaats van de ruïne is een parkje met een paar fonteinen, een terrasje en een indrukwekkend uitzicht over de stad, wat de klim naar het kasteel meer dan waard maakt.
 

 


Maar voor ons is de mooiste of moeten wij zeggen de interessantste wijk van Lissabon, de oudste wijk van Lissabon, de oude volkswijk: het Alfama. Een labyrint van smalle, bochtige, steile steegjes, soms doodlopende straatjes, poorten en trappen.
 


Kleurige met azule ingelegde gevels met wapperend wasgoed, bloempotten op de balkonnetjes of zomaar voor de deur, wat deze wijk tot een idyllisch geheel maken.
 

 
     
 


Tramlijn 28 kronkelt dwars door deze wijk, de toeristen maken van deze tramlijn veel gebruik, is niet zo vermoeiend. Maar je mist wel heel veel, dus de wandelschoenen aan en te voet naar boven. Wij zijn deze dag 7 uur door deze wijk gegaan, prachtig als je er van houdt.
 

 


Rond de middagtijd ruik je hier de geuren van knoflook en gebakken vis en alles wat wij lekker vinden. Als het dan avond wordt hoor je uit de de cafés de weemoedige klanken van fadomuziek. De melancholieke, droevige fadomuziek is onlosmakelijk verbonden met Portugal. Traditionele zangers of zangeressen kleden zich in sober zwart; gitaren begeleiden hun gezang. Centraal thema is vaak "het onafwendbare noodlot". Wie live wil luisteren naar de fado, moet naar Lissabon. Alfama en Bairro Alto zijn hier om bekend. Hier zijn veel speciale restaurants waar fadistas hun muziek ten gehore brengen.
 

De stad ontwikkelde zich sterk, zowel economisch als cultureel. In 1290 werd bijvoorbeeld de universiteit van Lissabon gesticht die later naar Coimbra is verhuist en er nu nog steeds staat.

Met Vasco da Gama's ontdekking van de zeeweg naar Indië, rond 1500, begon de Portugese Gouden Eeuw. Koning Manuel I liet na da Gama's terugkeer het Mosteiro dos Jerónimos bouwen, het klooster waar de ontdekkingsreiziger begraven ligt.

De uit 1966 daterende brug die Lissabon verbindt met de "Outra Banda" (de andere kant), de zuidoever van de Taag, heeft na de Anjerrevolutie de naam "Ponte 25 de Abril" gekregen.


Een typische lekkernij uit Lissabon is de Pastel de Belém. Dit zijn kleine pasteitjes, die anderhalve eeuw geleden door monniken werden uitgevonden. Deze pasteitjes zijn voorzien van een romige vulling en worden bestrooid met kaneel en poedersuiker. Lekker, hmmm...
 

Verder naar Porto

Meer over Lissabon? Reisverslag Joyce Frey


 
Arie