Europa - Portugal - Sagres - Monchique

Sagres - Monchique
Tekst: Joyce Frey
Reistijd: augustus 2005

Portugal

 

     
 
Vroeg in de morgen werd ik voor mijn hotel met een bus afgehaald. Onze reizigersgroep bestond uit Duitsers en Hollanders. Onderweg werd alles in de twee talen verteld. Ik kon luisteren wanneer ik wilde, want beide talen zijn mij vertrouwd.
 


Centrum van Lagos

De eerste stop maakten we in Lagos. Daar bewonderden we het standbeeld van Hendrik de Zeevaarder (Infante D. Henrique, niet te verwarren met de Nederlandse Hendrik de Zeevaarder, Willem Frederik Hendrik, Prins der Nederlanden - 1820-1879).

Even later de kerk San Antonio. De Italianen zijn er trots op dat hij hun heilige is. Maar de Portugezen beweren dat Antonius van hun is. Hier helpt hij niet om verloren zaken terug te vinden, maar om verliefden bij elkaar te brengen en hen een gelukkig leven te zegenen. De kerk is klein en vol met houtsnijwerk dat verguld is. Het is erg overvloedig druk versierd en benauwd.

Hier in de buurt was vroeger ook nog een slavenmarkt. Portugal was het eerste Europese land dat slaven importeerde, maar ook het eerste land dat het weer afschafte. Na de bezichtigingen had ik nog tijd om langs de stadsmuren en de rivier te wandelen.

In de bus werd verteld dat Portugal in 1755 door een soort zondvloed en aansluitend een aardbeving voor een groot deel beschadigd werd. Veel oude gebouwen zijn intussen meermalen gerenoveerd.

De reis ging verder naar Sagres, waar prachtige rotsformaties te zien waren. Onderweg zagen we ondanks de gevolgen van de grootste droogte sinds honderd jaar, bomen die er gezond uitzagen, zoals vijgen- en amandelbomen.
 


Vijgenboom

In februari is hier een pracht aan witte en roze bloesem te zien. De ene geeft bittere amandelen, die voor de likeur worden gebruikt en de andere, de zoete vijg, om zo te eten  of om er marsepein of crème van te maken.

Tien kilometer verder ligt het meest zuidwestelijke punt van Europa. Het einde van het vaste land. Aan het einde van de rotsen, de Cabo de São Vicente, staat een soort klooster, vanwaar de beroemde Hendrik de Zeevaarder zijn ontdekkingstochten begon.

Een hevige wind blies hier om de rotsen.


Amandelboom


Ik wilde dicht langs de oever lopen om de golven in de zee, die 80 meter diep onder me lag, tegen de klippen te zien slaan. Maar het waaide zo hard dat ik bang was, dat ik met mijn vliegengewicht over de rand geblazen werd. Op de klippen stonden verkoopkraampjes met dikke truien en mutsen, die me erg aan Bolivia deden denken.
 
We moesten weer in de bus stappen en reden langs idyllische stranden, die verstopt lagen in kleine baaien.

We gingen weer terug naar Lagos om er te eten. Daar werd een maaltijd, met drinken naar keuze, plus dessert en koffie tot slot, aangeboden voor 11 euro. In de bus moesten we al bestellen, of we vis, varken of kip wilden.

Daar kwamen we dan aan. We werden voor het restaurant Adega da Marina afgezet. Het zag er gezellig uit. Op straat stonden een paar tafels en stoelen, die te weinig plaats voor ons boden. Dus we moesten naar binnen gaan. Daar waren twee grote zalen die vol met lange tafels en banken stonden. Een tafel was voor de Hollanders en de andere voor de Duitstaligen gereserveerd, waar ik bij hoorde.


Cabo de São Vicente


Direct werden kruiken met wijn en bier gebracht als ook verschillende flessen met mineraalwater en zoete drankjes. Dan kwam een heerlijke soep, het hoofdgerecht, vruchten salade en tot slot koffie. Het eten was heerlijk. De sfeer leek meer op die in een markthal. Een vreselijke herrie heerste hier. Na het eten was er nog amper tijd om de omgeving te bekijken. We moesten de bus weer in om verder te gaan.
 


Monchique gebergte

Als eerste reden we naar het gebergte van Monchique, dat op 900 meter  hoogte ligt. De Hollanders zagen al een berg, maar voor mij was het een heuveltje.

Onderweg zagen we veel kurkbomen. Deze exemplaren worden iedere negen jaar van hun bast ontdaan. Als ze vers geschild waren hadden de naakte stammen een rode kleur dat in de loop der jaren zwart werd. Uit de bast worden de kurken voor de Franse champagne en duurdere wijnen gemaakt. Maar ook voor andere doeleinden.


Kurkeik


De bomen zagen er zielig uit. De dikke takken wezen omhoog als of ze om hulp riepen omdat hun broek was uitgetrokken. Het onderste deel leek zo bloot.
 
Hoewel Monchique niet ver van de kust ligt, is het klimaat hier toch anders. Het is een paar graden koeler en het regent hier af en toe, zodat ook andere bomen hier kunnen groeien, zoals bananen, mimosa en rhododendron. Erg belangrijk is hier de Sandelboom. Uit hun vruchten wordt de Mendronho jenever gemaakt. Verder groeien hier pijnbomen en eucalyptusbomen.

Die eucalyptusplantages zijn erg omstreden. Ze renderen goed wegens de olie die er uit gewonnen wordt, maar de dunne droge stammen zijn erg brandbaar, wat in deze relatief droge omgeving een gevaar kan zijn.

De reis ging verder naar Silves. Hier konden we ons eindelijk eens goed bewegen. De reisleidster liep met ons een stuk naar het hoogste punt van het stadje. Steeds meer mensen moesten afhaken.


Silves

Toen ze met ons kleine groepje door de nauwe straatjes bijna boven gekomen was, wees ze naar de kerk en het kasteel waar we nog heen konden gaan. Zij ging verder niet mee.
 


Kasteel boven Silves

Wij gingen verder en liepen langs de kerk naar dat kasteel. Deze had een lange geschiedenis en was door meerdere aardbevingen beschadigd. Een gedeelte was nu gerenoveerd. Toen wij daar aangekomen waren, betaalden we entree en liepen over de muren van de ene toren naar de andere.

Ik keek uit over de landschappen in alle richtingen en op het stadje dat onder me lag. En ook op de rivier, waar bijna geen water in was. Het leek meer een blubber lawine te zijn.
 
Hoe oneerlijk het in de wereld toch verdeeld is. In mijn land worden op dit zelfde moment de mensen door overstromingen verdreven en hier dreigt het land te verdrogen. Ik had de rondgang gedaan en wandelde terug naar het stadje.

Veel tijd bleef er niet meer over, maar ik ontdekte nog een mooie bron waar grote stenen figuren stonden. Daarboven was de kerk te zien en de torens van de burcht.


Brug bij Silves


Ik liep naar de plaats waar de bus zou komen om met de anderen in te stappen. Het was al weer avond toen we in Albufeira aankwamen.
 


 


 
Joyce