Europa - Roemenië - Richting Hongarije en Slovenië

Roemenië - Richting Hongarije en Slovenië
Tekst en foto's: Ron Messing
Reistijd: augustus 2010

 

 

     
 


Van alles te koop langs de weg

Dag 15 - Vrijdag 20 augustus
In de morgen ging het richting Hongarije, en wederom bleken we de hoofdprijs gewonnen te hebben: net vandaag was het een nationale feestdag (bleek ’s avonds) en waren overal alle winkels dicht.

De eerste grote stad leek wel uitgestorven. Alleen de politie deed flink z’n best de Roemenen verkeersles te geven. Onder het mom “jij rijdt te hard, jij krijgt een herinnering”,  schreven ze op het kleine stukje na de grens op diverse plaatsen vele blaadjes vol en de enige kentekens op de auto”s aan de kant waren allemaal Roemeens.

Wij waren blijkbaar niet de enige die niet gecharmeerd waren van de Roemeense rijstijl in combinatie met dikke auto’s, merendeels Duitse en uit het topsegment.

Het doel van vandaag lag tegen Boedapest aan, we hadden een klein hotel geboekt in het plaatsje Erd. Boedapest was in Noordwestelijke richting en dat was ook min of meer de bedoeling, langzaam terug richting Nederland.  Het geboekte hotel bleek voorzien van thermaalbaden en zelfs de wc werd er mee gespoeld, niet geheel tot ons genoegen, want iedere keer volgde


Atentie la tren - “Drukke” spoorlijn
bij de Roemeense grens

er een rotte-eierenlucht.

Voor vandaag en morgen was het verder prima. In plaats van te gaan zwemmen hadden we eigenlijk naar Boedapest moeten gaan, maar ja, weet dat allemaal maar vooraf!
De feestdag bleek namelijk ook gepaard te gaan met een enorm vuurwerk ’s avonds, op een van de vele bruggen over de Donau. Tegen de tijd dat we daar achter kwamen zaten alle wegen al vast en was de trein overvol, dus maar gewoon simpel gehouden die avond en na lekker eten en wat lezen, vroeg de koffer in. Om half negen hield de bediening er zowiezo mee op....
Ten opzichte van Polen, Slowakije en vooral Roemenie is Hongarije eigenlijk al compleet verpest. Van het originele van het Hongarije van enkele jaren geleden is niet veel meer over. De grote Franse en Engelse supermarktketens, maar


Donau oever Boedapest -
Kunstwerk van ijzeren schoenen

ook Ikea en erger nog, de Macs, Pizzagribus, Kentucky ruined chickens en de kebabs hebben de lokale tentjes verdrongen en de smaak van de Hongaren grotendeels verpest; je kunt net zo goed naar Scheveningen rijden.

Dag 16 - Zaterdag 21 augustus
‘s Morgens probeerden we via het plaatselijke station met de trein naar Budapest te gaan, omdat de auto afgeraden werd.
Nu kun je wel op het station komen, maar een kaartje kopen, geen idee en er is dan verder ook niemand te vinden die je in het Engels, Duits of Frans verder zou kunnen helpen. Dat bevreemdde ons wel, omdat dit in Polen, Slowakije en Roemenie bijna nergens een probleem was.

Dus zat er niet veel anders op dan toch de auto te pakken. De routeplanner zag wel enkele parkeerplaatsen aan de Noordkant van de stad dicht bij de Donau. Wij zijn zover mogelijk richting de bruggen gereden en tot onze verbazing (het was zaterdag), waren er eigenlijk volop parkeerplaatsen te vinden gewoon langs de weg op een minuut of 10 lopen van de bruggen. (Villanyi Utca en omgeving).

Om nu Budapest te gaan omschrijven lijkt me niet zinnig, het is gewoon een prachtige Stad waar je uren kunt rondwandelen en waar van alles te doen is.
Sla vooral het grote park op het eiland in het midden van de Donau niet over en verbaas je over het vele groen, het Olympisch zwembad, de atletiekbaan etc. en dat alles midden in de stad. Leuk om te zien is hoe het enorm grauwe Budapest in 15 jaar is veranderd in een meestal heldere stad, waarbij vooral de jeugd goed gebruik kan maken van hostels die op de meest onverwachte plaatsen zitten en waardoor het er hier sfeervol uitzag.
Het was al weer behoorlijk laat in de avond voordat we terugreden richting Erd voor ons laatste nachtje Hongarije.


Dag 17 - Zondag 22 augustus
Het plan was oorspronkelijk om vanaf Boedapest richting Praag te rijden, maar het weer was noordelijker behoorlijk slecht en wij waren de afgelopen weken net zo aan het zonnetje gewend en gehecht geraakt.

Daarom besloten we om via het Balatonmeer, waar tegenwoordig een snelweg omheen bleek te lopen, richting Slovenië te rijden. Bled moest kunnen, een kleine 400 kilometer in de goede westelijke, maar ook een dikke 100 kilometer in de verkeerde zuidelijke richting. Maar eerst nog een overnachting in Lasko.

Dit plaatsje gaf ons de mogelijkheid om door het schitterende landschap te rijden, waarbij de wegen, hoe dichter we bij Lasko kwamen steeds smaller en smaller werden.


 Verborgen burcht in de Sloveense heuvels

Omdat we de snelweg weer zoveel mogelijk meden kom je op de meest fantastische plekken, en het rijden in Roemenie zorgde ervoor dat als hier en daar de weg ineens een grindpad bleek, we daar in ieder geval niet voor omkeerde.
Dit is een omgeving die velen het liefst met de fiets zouden doen denk ik zo, echt een plaatje. Lasko zelf stelt niets voor, het


    Lasko “centraal” Slovenië 

grappige is wel dat je er een ultra modern hotel kunt vinden compleet met subtropisch zwemparadijs en alles erop en eraan. Daar hadden wij natuurlijk weer net niet geboekt, we keken er op uit, maar met een briefje van ons hotel kreeg je korting en kostte zwemmen hier ‘slechts’ 12,50 Euro.
Niet echt Roemeense prijzen dus, maar als je het goed bekijkt kun je 10 dagen met 4 personen voor een zeer


Hop, het begin van het bier is er  

acceptabel bedrag boeken, tenminste, als je daar 10 dagen zou willen zitten.

Dag 18 - Maandag 23 augustus
Na een nacht goed geslapen te hebben, vertrokken we in de morgen richting Bled, althans ongeveer richting Bled, want er zijn te mooie passen in de buurt die net Oostenrijk aandoen en dan weer Slovenië, om over te slaan. Via Logarska Dolina en de weg


Schitterend bergmeer
tussen Vellach (AT) en Jezersko (SL) 

428 even via Oostenrijk weer terug Slovenië in via de 210.
Deze omgeving heeft echt de ‘wauwfactor’. Als je je ogen goed de kost geeft, vind je vanzelf mooie terrasjes aan het water waar wandelwegen beginnen en waar het genieten is van het zonnetje in een schitterend landschap. Wij hebben al besloten dat we hier terug willen als er wat meer tijd is.

Later in de middag zijn we in Bled aangekomen en even buiten Bled hoog in de heuvels hadden we een kamer geboekt voor 2 nachten. Bled zelf is best grappig om doorheen te lopen, het kasteel en het klooster op het meer zijn natuurlijk prachtig, maar het is wel erg toeristisch. Je hebt in ieder geval keuze genoeg aan restaurantjes om te eten en ‘s avonds is er ook nog genoeg te doen als je wilt .

De door ons geboekte kamer bleek vlakbij een kerktorentje te staan. Niet zo erg zou je denken, maar de imam roept slechts 1  keer per nacht op tot gebed al
duurt dat dan wat langer, deze toren sloeg per kwartier + de uren. 3 uur in de nacht is dan 4 slagen vanwege het hele uur + 3 om aan te geven dat het 3 uur ‘s nachts is etc. Nu slaap ik erg licht en dus in dit geval gewoon niet en was het zaak om een 2e nacht
te voorkomen. Daar was men hier niet zo makkelijk in als in Roemenie, maar al was het prijskaartje hoog, we konden in ieder geval weg.

Dag 19 - Dinsdag 24 augustus
Die morgen zijn we eerst door de welbekende kloof gelopen voordat we verder reden. Een tochtje van ongeveer 2,5 uur als je de auto boven bij het bos parkeert. Je loopt dan door het bos naar beneden en daar, wat de meeste mensen als eindpunt zien, ga je naar binnen.

Sommige mensen zijn dan haast boos dat je tegen de richting in loopt; je kunt je maar ergens druk over maken, en ze verkopen echt aan 2 kanten kaartjes. Het grote voordeel is dat je langs het water af  al weer wat naar boven loopt, zodat je bij de uitgang/ingang aan de andere kant vast een gedeelte van de weg naar boven gehad hebt.
De kloof op zich is erg mooi en als je zo vroeg bent als wij er waren, hangt de


Dakgoot gaat al een tijdje mee.  

 nevel er nog volop (wel fris) en kom je op de smalle stukjes over de houten vlonders niet te veel tegenliggers tegen. Na de uitgang volg je de weg een kleine 200 meter en 2 haarspeldbochten en bij een huis kun je de weilanden in, terug naar het restaurantje bij het beginpunt. Ook dit is weer zeer de moeite waard juist omdat niet veel mensen dit doen en je een prachtig


De Pokljuška soteska kloof bij Bled

uitzicht hebt over het dal met Bled en het meer. Verder is het heerlijk rustig lopen langs de bergwand en wat wil je nog meer, bij de parkeerplaats een grappig terrasje met koffie, broodjes en wat al niet meer.

Daarna was het richting Kranska Gora. Het meer en de bergen rond Bolhinj hebben we bewust gelaten voor wat het was omdat we nog een keer terug willen naar Slovenië. Vanaf Kranska Gora loopt een mooie weg naar Tarvisio in de uiterste Noordoosthoek van Italië, dat land hadden we nog niet gehad deze reis.

Nu is Tarvisio ook weer zon typische toeristenplaats die we normaal gesproken zouden laten voor wat het was, maar op een doordeweekse dag in augustus is het er rustig.  Het meest voor de hand liggende is om meteen bij Tarvisio de pas naar Arnoldstein in Oostenrijk te nemen, dus dat hebben we niet gedaan.

Wij zijn een klein stukje doorgereden tot Pontebba waar we via de SP112 en de SP110, veel nummers, dus kleine weggetjes, onze weg richting Oostenrijk zijn vervolgd.
Ook dit is weer zeer aan te raden als je geen haast hebt tenminste want ook hier is opschieten taboe.
Het is een hele smalle pas die sterk slingerend naar boven loopt, totdat hij op de Oostenrijkse grens ineens 3x zo breed is en blijkt dat je in een wintersportplaats bij uitstek terecht bent gekomen.

Gelukkig is het ‘s zomers lekker rustig en is het lekker om in de frisse wind rond te lopen. Wat zon betrof hadden we nog steeds geluk, nog steeds was het droog, al dreigde de donkere wolken roet in het eten te gooien.
Via de 111 een smalle weg door Oostenrijk in westelijke richting, richting Lienz gereden.

Hier en daar eruit, maar voor de 2e keer deze vakantie overvallen door een enorme hoosbui, die het rijden een klein uur niet tot een pretje maakte.
Na de regen komt de zonneschijn, althans in dit geval, maar de rustig kabbelende beekjes waren veranderd in woeste waterstromen die een soort van bruine koffiekleur hadden gekregen, indrukwekkend.

Vanaf Lienz richting Matrei in Osttirol door de tunnel, de weg over de Grossglockner hadden we een vorige vakantie al een keer gereden en bergweggetjes hadden we al een paar kilometer gehad deze vakantie. Bij Matrei zijn we linksaf geslagen om een gasthof te zoeken en aangezien een bord aangaf dat 18 kilometer verderop een waterval zou zijn, zijn we dan ook tot


 Meer aan de Nassfeldpas tussen Pontebba en Tropolach

het einde van het dal doorgereden. Hinterbichl am Grossvenediger of zoiets


 Hinterbichl hoogwater na buitje

Een klein plaatsje waar de wereld op lijkt te houden en als je omhoog kijkt zie je boven op een van de almen een bordje met ‘Gasthof’, dus daar wilden we naartoe. Volgens mijn vrouw kon daar nooit een weg naartoe liggen, maar ja, hoe krijg je dat bord dan daar?

Er bleek toch nog een paadje te lopen en aan het eind was inderdaad een gasthof, niet het gasthof dat ik gezien had; daar zat nog een spleet met kolkend water tussen, maar op 300 meter afstand lekker hoog in de bergen, heerlijk rustig. Een kamer was zo geregeld, maar voor het eten konden we beter....... juist, naar dat andere gasthof.

Hup naar beneden het volgende slingerpad net buiten het dorp op en naar boven. Weer regen en zon en dus de regenboog, heerlijk gegeten met een prachtig uitzicht over de bergen en de nevels en daarna terug naar ons plekkie,
nee geen kerktorens, geen imam of wat dan ook, alleen het geraas van het water op de achtergrond.  Kijk voor de grap eens op Youtube Hinterbichl hochwasser en je begrijpt wat ze met hoogwater bedoelen. Zo hoog stond het die avond niet; dit zijn opnames van half juli, maar het kwam redelijk in de richting. Je gaat dan niet voor je plezier op het bruggetje staan want het gerommel van de stenen blokken in de beek herinneren je eraan dat de natuur altijd wint.
 

Dag 20 - Woensdag 25 augustus
In de morgen net als in Slovenië, een paar uur wandelen richting de watervallen rond de Grossvenediger. Eigenlijk geen idee, dat we wederom zo dicht tegen de Italiaanse grens aanzitten. De wandeling is stevig, maar mooi.

Het eerste gedeelte loopt behoorlijk omhoog, maar op een gegeven moment wordt alles toch weer redelijk vlak. Dan kom je op een vlakte waar je kunt kiezen naar welke ‘hutte’ je wil lopen.  5,5 uur, 7 uur of meer, dat is blijkbaar heel gewoon. Dat waren we voor vandaag toch niet van plan.

We besluiten een van de steile stukken langs de watervallen aan de rechterkant te nemen, maar een goede 100 meter hoger is het voor vandaag genoeg geweest. Mijn vrouw kan niet meer; ik verbaasde me er eigenlijk al over dat ze zover was meegekomen, het was echt zwaar stappen.


 Ochtendnevel Hinterbichl am Grossvenediger

De grootste grap is eigenlijk dat je mensen met zware bergschoenen ziet puffen en zweten en oude mensen, (dik boven de 70) op normale schoenen of op zijn hoogst sportschoenen al kletsend de weg naar boven ziet oplopen. Ook naar beneden toe heeft het geen zin te proberen ze bij te houden, dat gaat simpelweg niet. Het feit dat ze hier mee opgegroeid zijn en eigenlijk hun hele


 Hoe laat was het ook al weer?

leven dit soort wandelingen gemaakt hebben, telt zwaarder als menigeen die uren in de sportschool heeft doorgebracht. (zelf behoor ik tot geen van beide groepen en moet dus ook enorm hijgen)

Hierna rijden we verder en gaat het richting Duitsland; nog steeds de grote weg vermijdend, lopen de kilometers nog aardig op. De bedoeling is om tussen ergens tussen Kufstein en Innsbruck in de Duitse grens over te gaan. Het werd Achenwald, waarna we door de Zuid-Duitse Alpen richting Saulgrub rijden.

We overnachten in een hotel met de prachtige naam Zum Bayrischen Paradies. De bediening in Dirndl en bikers welcome; ik maakte me op voor een leuke avond aan de bar. Het hotel bleek echter door nonnen gerund te worden en de dame in dirndl had daar al niet de gebruikelijke vormen voor en bleek een jaar of 70. Voor de rest een uurtje wachten voordat men kwam vragen wat je wilde

drinken en of je zelf bestek en zo maar wilde verdelen en het was wel makkelijk als je dat met het eten en drinken ook deed. Wij hebben ons kostelijk geamuseerd; wie zegt dat ‘faulty towers’ niet echt bestond?

Dag 21 - Donderdag 26 augustus

De dag erop zouden we nog richting sauna bij Frankfurt rijden maar het weer naar het Noorden toe werd steeds slechter. Wij hadden in ieder geval deze hele dag de zon nog. Eerst naar slot Neuschwanstein; als je er dan toch in de buurt bent wil je het ook zien.

Dat dachten een paar honderd Japanners ook, waar haalt Disney zijn inspiratie vandaan, dat moeten we zien. De rondleidingen gaan grundlich und rechtzeitig, dus daar hebben we maar niet aan meegedaan. Met 50 Amerikanen van rond de 70 een uur naar de po van koning weet ik wie staren, zagen we niet zo zitten.

De wandeling naar boven is echter goed te doen, wel steil, maar te overzien en het kasteel is goed te fotograferen.
Vanaf dit punt moest de neus van de auto toch echt richting Nederland. 100 kilometer snelweg genomen tot in de buurt van Stuttgart en daarna gewoon links


Slot Neuschwanstein

aanhouden en naar boven. Zo kwamen we die dag toch nog in Frankrijk uit en overnachtten we in de het Duitstalige stukje van de Franse Elzas, ook een gebiedje om nog eens op het gemak te bekijken en niet ver weg.

Dag 22 - Vrijdag 27 augustus
Vanaf nu was het nat en bleef het regenen, ’s morgens via Duitsland, Luxemburg en België de neus richting Nederland, om later


Windstein - Voormalig
Duitsland in de Noord-Franse Vogezen

in de middag weer in Eindhoven op de stoep te staan.  Hoezo mazzel!

Een ding nog, vanaf Luxemburg stuurde de auto een beetje vreemd, een paar keer gestopt, tegen de banden geschopt, maar nee, niks aan de hand, zal wel het idee zijn.

Toen we thuis de auto leeg hadden gehaald hing hij scheef; 6400 kilometer met water, hult en bult, wegen die geen wegen zijn grind, stenen etc., en recht voor de deur thuis staat je band plat. Als dat geen geluk is weet ik het niet meer.

Het was een prachtige reis, een klein beetje anders dan gepland, maar plannen is alleen leuk als je van je planning kunt afwijken. Wij gaan zeker nog een keer terug richting Slovenië om daarna ook Kroatië, Monte Negro en misschien Kosovo  Macedonie en Bulgarije te bekijken.

   


 


        Ron