Europa - Zwitserland - Tessin - Locarno |
![]() |
Locarno |
|
|
||
|
||
|
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
|
Vroeg in de morgen vertrok ik met de trein vanuit Appenzell via Herisau
en Arth Goldau naar Locarno. De reis gaat door een prachtig afwisselend
berglandschap. In Locarno aangekomen, zocht ik
eerst naar een goedkoop hotel en vond al snel hotel Gottardo, niet
ver achter het station, waar ik de volgende dagen door de
familie verwend werd. Het was al midden in de middag toen ik de omgeving ging verkennen. Het meer, dat niet ver weg ligt, is omringd door bergen met sneeuwbedekte toppen. Ik wandelde door een park met palmen en sculpturen en kwam op de Plaza Grande uit, waar het erg druk was. Onder de arcaden zijn winkels, terrasjes en restaurants. Later zwierf ik door de achteraf straten waar, afgezien van het gedeelte bij de kerk, niets te doen was. De eerste indruk die ik gekregen had zorgde ervoor dat ik nu al wist dat het me hier zou gaan bevallen. |
De volgende morgen besloot
ik naar Ascona te wandelen, dat maar vier kilometer verderop ligt. Een stuk
liep langs het meer.
Daarna moest ik wat verder het land op, om over een bijna droge
rivier te komen.
Dat lukte niet bij de eerste brug,
omdat dat een autobaan was.
Ik liep nog wat verder en kwam bij een andere brug aan
waar ik wel overheen kon gaan. Na anderhalf uur had ik die paar vermoeiende kilometers afgelegd en kwam bij het verlaten Lido van Ascona aan. Daar zat ik een poos aan het meer en bekeek het prachtige landschap. De rust hier was al een idylle op zich. Na een poosje wilde ik naar Ascona gaan, maar ik ging de verkeerde kant op en kwam bij de haven uit. De zon liet zich van zijn beste kant zien, dus ik besloot op het terrasje van het havenrestaurant iets te drinken. |
|
|
Uiteindelijk wilde ik toch echt naar Ascona. Na een half uur had
ik het stadje bereikt. Het ligt in een smalle bocht aan het Lago Maggiore.
Langs
het meer staan banken. Daar achter de terrassen die erg uitnodigend
werken.
Verstopt achter deze terrassen liggen straatjes met enkele winkels en de huizen van de inwoners.
Leuk om te zien is de kerk San Pietro, de
boekhandel en het toeristenbureau daarachter, die een bezienswaardige gevel heeft.
Daar zijn figuren in gemetseld. Na de wandeling verdiende ik het om op een bankje aan het meer uit te rusten. Ik keek naar de bergen en merkte dat de sneeuw, die dit jaar veel te vroeg gevallen was, al onder de zon smolt. |
|
Voor de avond aanbrak, voer ik met een schip terug naar Locarno. De dag er op reed ik met de bus naar Brissago om van daar uit naar de Brissago eilanden te gaan. Het dorp bestaat uit een lange straat en zoals overal hier, staan de woonhuizen tot ver op de bergwand. |
|
|
Ik liep naar beneden, waar de promenade ligt. Daar wilde ik een ticket voor de boot halen. De vriendelijke mevrouw zei, dat ze een biljet naar Ascona, via de eilanden verkopen kon. Als ik direct wilde gaan, moest ik met de bus terug naar Porte Bronco. |
Dus ik ging weer de straat op om een bus te zoeken. Bij de bushalte wachtte ik niet lang; vrij snel stopte daar een klein busje. Ik vertelde dat ik naar Porte Bronco wilde gaan en liet mijn buskaart zien. Deze was voor dit busje niet geldig, maar voor een paar Franken zou de chauffeur me er heen brengen. |
|
|
Het dorp zelf ligt in de bergen, maar de chauffeur zette me aan de
haven af. Daar liep ik naar beneden en kocht een ticket voor de boot.
Op het eiland betaalde ik de entree en ging de natuur bewonderen. Hier groeiden planten, struiken en bomen uit de hele wereld op een klein plaatsje. Ik bewonderde niet allen de prachtige natuur, maar genoot ook van het zicht op het meer en de bergen. Na mijn rondgang ging ik met de boot terug en reed daarna met de bus naar Locarno. Daar aangekomen, moest ik dringend naar een klein kamertje. |
Ik had bij een klein parkje, met een spuitende
fontein in het midden, openbare toiletten gezien.
Sinistere figuren hingen hier rond. Ik had al meteen het vermoeden dat
het junkies waren.
Ik ging naar binnen, maar het zag er meteen niet meer zo uitnodigend uit.
Vooral niet toen ik tegenover het urinoir een poster zag hangen met
daarop de afbeelding van een spuit en een pijl eronder, die naar een
afvalbak wees. De volgende dag kocht ik uit een automaat bij het station een buskaart naar Cevio. Dat ligt in het dal van Maggia - Vallemaggia. Ik vreesde een reisje over een steile, smalle bergweg. Maar er ging een brede weg door het dal. De weg liep steeds langs de rivier de Maggia. In de brede rivierbedding stroomde een smalle beek naar beneden. Cevio ligt eenzaam in de bergen. Het bestaat uit één straat. |
|
|
In het begin van het dorp staan een museum en een paar
huizen. Verderop de kerk en aan het einde een idyllisch gelegen ziekenhuis.
Achter de kerk staan de huisjes van de dorpsbewoners, die nog uit grijs
natuurstenen gebouwd zijn. Toen ik daar tussendoor liep, gingen mijn voeten over een tapijt van tamme kastanjes, die hier gepoft als delicatesse gegeten worden. Al snel had ik het plaatsje gezien en liep terug naar de bushalte. Tijdens de wachttijd draaide ik me steeds om en zag overal prachtige bergtoppen. Van een ervan, denderde een waterval steil naar beneden. Toen ik weer in Locarno aangekomen was, maakte ik nog een boottocht naar Brissago en terug. Het schip zigzagde over het meer om bij de kleine plaatsjes aan te leggen. |
Ik genoot al die tijd van het heerlijke zicht op de bergen en liet me in de stralende oktoberzon warmen. Daarbij dacht ik: "Ik hoef niet de hele wereld rond te reizen om naar het paradijs te zoeken. Het ligt zo dichtbij." |
|
Joyce |
|
|